Decaleon7-DE-NL-B1 Adverbien Flashcards
Deutsch-Niederländisch Level B1 Export from Decaleon7
gaat u zitten
setzen Sie sich
mijnerzijds
meinerseits
uiteindelijk
letztlich
waarmee
womit
waartegen
wogegen
vanwaar
woher
anders nog iets?
sonst noch etwas?
waarvoor
wofür
waarover
worüber
waardoor
wodurch
waarvoor
wovor
voor mijn part
meinetwegen
om godswil
oh mein Gott
waartoe
wozu
waarnaar
wonach
elders
sonstwo
zeker weten
aber sicher
sinds wanneer?
seit wann?
deels
teils
waarop
worauf
waaraan
woran
waarom
worum
dadelijk
sogleich
dat klopt
richtig
waarin
worin
trap af
treppab
wat ‘n pech
so ein Pech
waarvan
wovon
bij gebrek aan
mangels
waaronder
worunter
zijwaarts
seitwärts
waaruit
woraus
retour
retour
wat zeg jij daarvan?
was sagst du dazu?
vrij vaak
öfters
hoe laat?
um wieviel Uhr?
duizendmaal dank
tausend Dank
wie is daar?
wer spricht?
wie zal het zeggen?
wer weiß?
daarnaast
nebenher
wee
wehe
in het rond
ringsherum
quasi
quasi
verdorie
verflixt
toch al
ohnehin
voelt u wat ik bedoel?
verstehen Sie mich?
wat scheelt er?
was hast du?
een paar maal
ein paar Mal
wat bedoel je?
was meinst du?
hoe laat?
um wie viel Uhr?
wat is er?
was ist los?
geen dank
keine Ursache
dikwijls
oftmals
hoe komt het?
wie kommt es?
zijnerzijds
seinerseits
zijnentwege
seinetwegen
samen met
mitsamt
hou je stil
sei still
sindsdien
seitdem
waarbij
wobei
zozo
soso
wegens
wegen
sedertdien
seither
indien
sofern
midden
mitten
echt waar?
tatsächlich?
hoeveel kost het?
wieviel macht es?
hoeveel maal?
wie viele Male?
hoe vaak?
wie oft?
nagenoeg
nahezu
maandenlang
monatelang
ten gevolge van
infolge
rondom
rundum
bis
Zugabe
er omheen
rundherum
eigenlijk
eigentlich
eertijds
ehemals
eensdeels
einesteils
voor de eerste maal
erstmals
omhoog
empor
evenveel
ebensoviel
daarginds
drüben
daarboven
droben
daar beneden
drunten
evenzo
ebenso
alleszins
durchaus
voortdurend
fortwährend
grotendeels
größtenteils
in zekere zin
gewissermaßen
voor halve dagen
halbtags
omlaag
herab
huiswaarts
heimwärts
rechtstreeks
geradewegs
zo nodig
gegebenenfalls
op zijn vroegst
frühestens
tegen elkaar
gegeneinander
strikt genomen
genaugenommen
bij gelegenheid
gelegentlich
daarheen
dorthin
somtijds
bisweilen
daarbij
dabei
daaruit
daraus
bergop
bergauf
daarin
darin
daarop
darauf
vandaar
daher
tot zover
bis dahin
daardoor
dadurch
vervolgens
daraufhin
daaraan
daran
daarboven
darüber
daartussen
dazwischen
ergens anders heen
anderswohin
derhalve
demnach
deze keer
diesmal
op het ogenblik
derzeit
in aansluiting daaraan
anschließend
daarvandaan
davon
daaronder
darunter
daartoe
dazu
uitsluitend
ausschließlich
bergaf
bergab
naderbij
heran
ergens heen
irgendwohin
hoezeer
sosehr
desalniettemin
nichtsdestoweniger
respectievelijk
beziehungsweise
verder
ferner
op de een of andere manier
irgendwie
zo weinig
sowenig
en toch
und doch
inbegrepen
inbegriffen
ooit
irgendwann
inmiddels
indessen
te allen tijde
jederzeit
zodra
sobald
allang
längst
voor zover
insofern
laatst
letztens
volgens
zufolge
zolang
solange
elke keer
jedesmal
alsmede
sowie
telkens
jeweils
zo dikwijls
sooft
kortdurend
kurzzeitig
en wel
und zwar
hierbij
hierbei
hierop
hierauf
hierdoor
hierdurch
hierheen
hierhin
hiervoor
hierfür
heden ten dage
heutzutage
eruit
heraus
omhoog
herauf
hierheen
herbei
over
herüber