De Lactatie Flashcards

1
Q

welke functies hebben het lacteren/zogen buiten het voeden van het jong?

A
  • moeder-jong binding
  • overdracht passieve immuniteit
  • stimuleren ontwikkeling jong
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

is lacteren een energieslorpend proces?

A

ja het vereist 60-80% van de totale energie voor 1 reproductiecyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke glucose transporter bevat de uier?

A

een GLUT 1/3 transporter. Deze is insuline onafhankelijk waardoor ze altijd toegang heeft tot de glucose in het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het gevolg van de insuline onafhankelijkheid van de uier?

A

hierdoor kan de uier metabole prioriteit krijgen voor de andere organen van het moederdier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is het belangrijk om te weten hoeveel klieren een bepaalde diersoort per tepel heeft?

A

Ja dit is zeer belangrijk wanneer we een mastitis willen behandelen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

op welke 2 manieren kan je een mastitis behandelen?

A

je kan dit systemisch doen (via de bloedbaan) of topicaal (dit is lokaal ingebracht) dit kan enkel wanneer er 1 klier per tepel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat beschermt een niet-lacterende uier tegen infecties?

A

een keratineplug die het slotgat sluit en zo opklimmende infecties verhinderd (niet-specifieke afweer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de rosette van Fürstenberg?

A

dit is een veneuze ring die aan de basis van de tepel loopt, let op aanwezigheid van dit bloedvat bij tepel amputatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bespreek de melkader of uiervene

A

deze is enorm groot en zal 1/3 van de veneuze retour op zich nemen vanuit de uier. Zal subcutaan lopen en uitmonden in de vena cava cranialis. Deze vene wordt vaak gebruikt voor injecties of bloedafname. Let wel op de hygiene!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bespreek de bezenuwing van de uier

A
  • de tepel is sterk bezenuwd
  • de bloedvloei en spieractiviteit in de uier wordt bepaald door de sympaticus (stress!)
  • klierweefsel bevat geen bezenuwing
  • geen PS in uier!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de mammogenese?

A

de ontwikkeling van de uier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de mammogenese bestaat uit 3 fasen, de welke?

A

foetale, puberteit en dracht fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er tijdens de foetale fase van de mammogenese?

A

er ontstaat uit het ectoderm bilateraal een melklijst met daarop melkklierknoppen, dan zal er de vorming zijn van een tepel gepaard met een onderliggende vetophoping. De afvoergangen ontwikkelen volledig oiv foetaal prolactine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is heksenmelk?

A

hierbij gaan pasgeborenen lacteren door de hoge concentraties hormonen van het moederdier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bespreek de mammogenese van geboorte tot adult

A
  • de eerste maanden is er isometrische groei
  • van 3 maanden tot 1 jaar is er allometrische groei -> uier groeit 2 tot 4x sneller dan rest van het lichaam
  • competitie tussen vetdepots en klierweefsel dat begint te groeien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bespreek het effect van oestrogenen op de ontwikkeling van de uier

A
  • zorgt voor groeien en vertakken van afvoergangen

- vormen van lobuli aan het einde van de afvoergangen

17
Q

bespreek het effect van groeihormoon en glucocorticoiden op de ontwikkeling van de uier

A

ontwikkeling melkafvoergangen

18
Q

bespreek het effect van progesteron en prolactine op de ontwikkeling van de uier

A

ontwikkeling en differentiatie van de alveoli

19
Q

is het noodzakelijk dat er vet aanwezig is in de melkklier?

A

ja deze is noodzakelijk voor de normale ontwikkeling van de afvoergangen en secretorisch epitheel (belang van lokale groeifactoren)

20
Q

bespreek de mammogenese van de dracht en begin van de lactatie

A

allometrische groei tijdens dracht -> volledige uitbouw melkklier (deze is al voltooid na de eerste helft van de dracht)
tijdens de tweede helft van de dracht is er productie van het eerste secreet
hoge steroidenconcentraties zorgt voor opregulatie van het klierweefsel

21
Q

wat voor hormoon receptors bevat het klierweefsel?

A

steroidenreceptors

22
Q

wat is de lactogenese

A

het opgang komen dan de melksecretie

23
Q

wat is de galactopoiese

A

het op gang houden van de melksecretie

24
Q

welke hormonen zijn belangrijk bij de lactogenese?

A

cortisol (differentiatie van RER en golgi)

prolactine (productie caseine, andere melkeiwitten en alfa-lactalbumine die de lactose synthese stimuleert)

25
Q

welke hormonen zijn belangrijk bij de galactopoiese?

A

oxytocine (door de zuigreflex/melken)
prolactine (door zuigreflex/melken)
insuline en GH (IGF-1 in de uier voor klieren)
thyroxine en cortisol (onderhouden secretoire activiteit kliercellen)