De analyse Flashcards
Een jaarrekening is een opsomming van een groot aantal financiele gegevens. Om betekenis hieraan te geven moeten deze met elkaar in verband worden gebracht, dit doen we dmv een kengetal: een absoluut getal of verhoudingsgetal dat een bepaalde situatie op een bepaald moment weergeeft.
Noem de vier groepen van kengetallen.
- liquiditeitskengetallen
- solvabiliteitskengetallen
- rentabiliteitskengetallen
- activiteitskengetallen
Wat is het voordeel van het werken met kengetallen?
Het voordeel van het werken met kengetallen is dat we een veelheid van informatie op bondige wijze samenvatten, waardoor bijvoorbeeld een ontwikkeling in de tijd of vergelijking met andere bedrijven in dezelfde branche mogelijk wordt.
Wat geven de liquiditeitskengetallen weer?
De groep van liquiditeitskengetallen geeft de mate weer waarin de organisatie in staat is om op korte termijn aan haar direct opeisbare betalingsverplichtingen te voldoen.
Onder korte termijn wordt het komende jaar verstaan.
Stelling: Liquiditeit is van belang voor de oordeelsvorming over betalingsrisico’s.
Licht deze stelling toe.
Een organisatie met een slechte liquiditeitspositie wordt als risicovoller ervaren dan een organisatie met een goed liquiditeit.
Welke kengetallen vallen onder de liquiditeitskengetallen?
Noem deze 3.
- Current ratio
- Quick ratio
- Nettowerkkapitaal
Waarvoor wordt de current ratio gebruikt?
En wat zegt deze norm? (te weten 1,3)
De current ratio is de verhouding tussen alle vlottende activa (voorraden + vorderingen + liquide middelen) en delen door de kortlopende schulden.
Wanneer er aan de norm van 1,3 wordt voldaan, wil dat zeggen dat de kortlopende schuld volledig kan worden betaald uit de liquide middelen
Waarvoor wordt de quick ratio gebruikt?
En wat zegt deze norm (te weten 1)
De quick ratio is de verhouding tussen de vlottende activa (voorraden + vorderingen + liquide middelen) excl. de voorraden delen door de kortlopende schulden.
Wanneer er aan de norm van 1 wordt voldaan, wil dat zeggen dat de kortlopende schuld volledig uit de liquide middelen en de vorderingen kunnen worden betaald.
Wat kun je zeggen over de verhouding tussen de current ratio en de quick ratio?
Een nadeel van de current ratio is de veronderstelling dat voorraden op korte termijn kunnen worden omgezet in liquide middelen.
Bovendien is het de vraag of de voorraden het balansbedrag opleveren indien ze eventueel noodgedwongen verkocht worden.
Om de invloed van deze voorraden te vermijden bij de vlottende activa kan daarom gebruik worden gemaakt van de quick ratio.
Waarom maakt men gebruik van de berekening van het nettowerkkapitaal en niet alleen van de current en quick ratio?
Het nadeel van de current en quick ratio’s is dat ze makkelijk te manipuleren zijn. Wanneer er expres in het laatste kwartaal geen openstaande rekening worden betaald en daarmee gewacht wordt tot na 1 januari stijgen de liquide middelen enorm. Hierdoor lijkt het alsof het bedrijf een betere liquiditeit heeft dan in werkelijkheid het geval is.
Wat is het nettowerkkapitaal (NWK)?
Nettowerkkapitaal = de vlottende activa (incl.voorraden+ liquide middelen) minus kortlopende schuld (oftewel kort vreemd vermogen)
Wat betekent een positief nettowerkkapitaal?
Dit betekent dat aan de kortlopende schulden kan worden voldaan.
Wat is solvabiliteit?
Doormiddel van de solvabiliteit wordt gekeken of een organisatie in staat is om op korte en lange termijn aan haar schulden te kunnen voldoen. Een organisatie is solvabel als ze bij opheffing in staat is om de schulden te kunnen betalen.
Het is de verhouding tussen het vreemd vermogen (kort en lang) en het eigen vermogen.
Solvabiliteit wordt ook aangeduid als weerstandsvermogen: is een organisatie bestand tegen slechte tijden en in staat deze te overleven?
Ook de term leenvermogen wordt wel gebruikt, hoe beter de solvabiliteit, des te meer mogelijkheden de organisatie heeft om nieuw vreemd vermogen aan te trekken.
Welke kengetallen vallen onder de solvabiliteitskengetallen?
Noem deze 3.
- solvabiliteit
- debt ratio
- rentedekkingsfactor oftewel interestdekking
Wat wordt er berekend met de debt ratio?
De debt ratio wordt berekent dmv het vreemde vermogen te delen door het totale vermogen.
(LET OP: voorzieningen worden ook als vreemd vermogen beschouwd)
Hoe hoger de schuld, des te lastiger het wordt om rente en aflossing te betalen in economisch moeilijke tijden.
Een te hoge debt ratio geeft dus een zwakke solvabiliteit weer.
Wat is een veelgebruikte norm bij de debt-ratio?
De 1/3-2/3 regel.
1/3 deel van het vermogen moet eigen vermogen zijn en 2/3 deel mag vreemd vermogen zijn. De debt ratio mag dus niet boven de 67% uitkomen, voor het gemak wordt de grens van 70% gehanteerd.
Wat geeft de rentedekkingsfactor (oftewel interestdekking) aan?
Deze ratio geeft aan hoe vaak uit het bedrijfsresultaat de rente kan worden betaald.
Daartoe wordt het bedrijfsresultaat en de rentelasten op elkaar gedeeld.
Wat zegt een hoge rentedekkingsfactor over een bedrijf?
Dat zelfs in geval van een drastische teruggang van het bedrijfsresultaat is rentebetaling geen probleem.
De solvabiliteitsnorm voor not-for-profitorganisaties wordt anders berekent dan bij winstorganisaties.
Hoe werkt dit?
Omdat voor dit type organisaties een hoog bedrijfsresultaat geen streven is, evenmin als het bezit van veel eigen vermogen (anders lopen ze subsidies mis)
Daarom wordt het eigen vermogen gerelaeerd aan de omzet: hoe groter de organisatie, hoe groter de omzet en dus ook hoe groter het eigen vermogen moet zijn.
Eigen vermogen gedeeld door de omzet = 8%
(zorgsector meestal 18% als norm)
Wanneer is een organisatie financieel solide?
Indien de liquiditeit en de solvabiliteit voldoende zijn.
Noem de vier mogelijke posities van liquiditeit en solvabiliteit. Licht de posities toe.
- Liquiditeit voldoende / Solvabiliteit voldoende (financieel solide)
- Liquiditeit onvoldoende / Solvabiliteit voldoende
(financieel solide aangezien er ondanks onvoldoende liquiditeit er voldoende solvabiliteit (leenvermogen) er wellicht vrij gemakkelijk vreemd vermogen op lange termijn kan worden aangetrokken waarmee het liquiditeitsprobleem opgelost kan worden) - Liquiditeit voldoende / Solvabiliteit onvoldoende
(het komende jaar kan het bedrijf nog overleven wegens de liquiditeit, maar tegenslag kan niet meer opgevangen worden door de solvabiliteit en er is dus geen leenvermogen meer. - Liquiditeit onvoldoende / Solvabiliteit onvoldoende
(financieel niet solide, echter wanneer we ook de kasstroom in beschouwing nemen kunnen we de conclusie aanpassen .Een organisatie met positie 4 die een positieve kasstroom weet op te wekken zal haar liquiditeit en solvabiliteit snel zien verbeteren)
Wat voor invloed heeft het kasstroom overzicht op de mogelijke positie van liquiditeit en solvabiliteit?
Wanneer we ook het kasstroom overzicht in beschouwing nemen bij het bepalen van de positie kan het volgende gebeuren.
Een organisatie met positie 4 die een positieve kasstroom weet op te wekken zal haar liquiditeit en solvabiliteit snel zien verbeteren.
Een organisatie met positie 1 met een jaarlijkse negatieve vrijekasstroom zal op termijn gaan afglijden naar positie 2 en later positie 3.
Wat wordt er weergegeven met de rentabiliteitskengetallen?
De mate van winstgevendheid.
Hierbij wordt de winst gerelateerd aan de omvang van het vermogen dat nodig was om die winst te bereiken.
Er is sprake van onderscheid tussen twee soorten rentabiliteit (de mate van winstgevendheid).
Noem deze twee.
- Rentabiliteit van het totale vermogen (de mate van winstgevendheid van het totale vermogen)
- Rentabiliteit van het eigen vermogen (de mate van winstgevendheid van het eigen vermogen)
Waar bestaat het totale vermogen uit?
Dit bestaat uit vreemd vermogen en eigen vermogen.