dagelijkse activiteiten (daily activities) Flashcards
het huishouden
household
het huishouden doen
household chores
de planten water geven
water the plants
de post opruimen
tidy up the mail
de vuilniszakken buiten zetten
taking out the garbage bags
in de tuin werken
working in the garden
boodschappen doen
shopping, groceries
naar de markt gaan
go to the market
een fiets repareren
repair a bike
de auto wassen
wash the car
huiswerk maken
do homework
de was doen
do laundry
de was ophangen
hang the laundry
de kleding strijken
ironing the clothes
de kleding opvouwen
folding clothes
persoonlijke verzorging
personal care
een douche/bad nemen
take a shower/bath
tanden poetsen
brush teeth
haren kammen
combing hair
nagels knippen
clipping nails
ogen opmaken
eye makeup
créme op de huid smeren
putting lotion on the skin
de kinderen in bad doen
bathe the children
de kinderen naar bed brengen
putting the children to bed