D1 test je kennis over de wetenschappelijkheid van de psychologie Flashcards

1
Q

Wat betekent het criterium ‘objectief waarneembaar’?

a) andere verklaringen voor hetzelfde verband worden uitgesloten
b) de methode van onderzoek ligt op voorhand vast, zodat die herhaald kan worden
c) de bevindingen zijn onafhankelijk van de onderzoeker die het fenomeen waarneemt

A

c) de bevindingen zijn onafhankelijk van de onderzoeker die het fenomeen waarneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent het criterium ‘systematische observatie’?

a) de bevindingen zijn onafhankelijk van de onderzoeker die het fenomeen waarneemt
b) de methode van onderzoek ligt op voorhand vast, zodat die herhaald kan worden
c) andere verklaringen voor hetzelfde verband worden uitgesloten

A

b) de methode van onderzoek ligt op voorhand vast, zodat die herhaald kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bekent ‘éénduidigheid’ binnen wetenschappelijk onderzoek?

a) de methode van onderzoek ligt op voorhand vast, zodat die herhaald kan worden
b) andere verklaringen voor hetzelfde verband worden uitgesloten
c) de bevindingen zijn onafhankelijk van de onderzoeker die het fenomeen waarneemt

A

b) andere verklaringen voor hetzelfde verband worden uitgesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een vrouw heeft, volgens haar arts, een ontsteking van de zenuw ter hoogte van haar lies en heeft sindsdien voortdurend zin in sex. (gva 12/09/2009) Is het verband dat die lieszenuw voor seksuele appetijt staat, nu wetenschappelijk bewezen?

a) ja, want onafhankelijke variabele, zin in seks, blijft zich steeds herhalen
b) nee, want het is nog maar door één arts waargenomen
c) ja, want de afhankelijke variabele, zin in seks, blijft zich steeds herhalen
d) nee, want het is nog maar bij 1 persoon waargenomen

A

d) nee, want het is nog maar bij 1 persoon waargenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tegen welk criterium voor wetenschappelijkheid wordt er gezondigd wanneer de de volgende uitspraak leest: ‘ Depressieve jongeren verklaren eenzamer te zijn dan hun klasgenoten’.

a) éénduidige uitspraak
b) objectiviteit
c) systematische observatie

A

b) objectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een uitspraak is niet wetenschappelijk als:

a) er slechts 1 observatie mogelijk is
b) er slechts 1 persoon de observatie deed
c) er slechts 1 verklaring is

A

a) er slechts 1 observatie mogelijk is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ik wil weten welke kleur van lippenstift me het meest aantrekkelijk maakt. Iedere dag stift ik mezelf met een andere kleur. Daarbij let ik op het aantal keer dat anderen me aankijken.

Wat is de onafhankelijke variabele in dit experiment?

a) het aantal keer andere je aankijken
b) het aantal dagen
c) de kleur lippenstift

A

c) de kleur lippenstift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tegen welk criterium van wetenschappelijkheid wordt er gezondigd als je het volgende leest: ‘We ontdekten bij toeval dat jongere ratten sneller de weg door een doolhof leren dan van oudere ratten’.

a) éénduidige verklaring
b) systematische observatie
c) objectiviteit

A

b) systematische observatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tegen welk criterium van wetenschappelijkheid wordt er gezondigd wanneer je het volgende leest: ‘we denken dat de verhoogde criminaliteit te verklaren is door de verstedelijking of door milieuvervuiling.

a) éénduidige uitspraak
b) objectiviteit
c) systematische observatie

A

a) éénduidige verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welk discussiethema past bij deze uitspraak:
Kan ik vanuit mijn steekproef uitspraken doen over de gehele bevolking?

a) betrouwbaarheid
b) validiteit
c) significantie
d) representativiteit binnen het onderzoek

A

d) representativiteit binnen het onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk discussiethema past bij deze uitspraak:
Beïnvloed de onafhankelijke variabele wel voldoende de afhankelijke variabele?

a) validiteit
b) significantie
c) representativiteit binnen het onderzoek
d) betrouwbaarheid

A

b) significantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk discussiethema past bij deze uitspraak:
Kom ik tot dezelfde resultaten als ik mijn experiment over de tijd herhaal?

a) validiteit
b) significantie
c) representativiteit binnen het onderzoek
d) betrouwbaarheid

A

d) betrouwbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk discussiethema past bij deze uitspraak:
Meet ik wel wat ik wil meten?

a) significantie
b) betrouwbaarheid
c) validiteit
d) representativiteit binnen het onderzoek

A

c) validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke onderzoeksmethode is een verklarende onderzoeksmethode?

a) experiment
b) survey
c) gevalstudie

A

a) experiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke uitspraak over ‘forensische psychologie’ is juist?

a) In de forensische psychologie wordt de kennis van psychologie toegepast op recht en rechtspraak.
b) Forensische psychologie bestudeert afwijkende gedragingen en is een deelgebied van de psychopathologie.
c) Forensische psychologie is een deelgebied van de theoretische psychologie.

A

a) In de forensische psychologie wordt de kennis van psychologie toegepast op recht en rechtspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Om een beeld te vormen van psychosociale problemen bij 15-jarige Antwerpse jongeren, nemen de CLB’s vragenlijsten af. Welke uitspraak is juist?

a) de vragenlijst kan een verklaring geven voor depressies bij deze jongeren
b) dit is een voorbeeld van een survey
c) dit is een voorbeeld van corelatieonderzoek

A

b) dit is een voorbeeld van een survey

17
Q

Een onderzoek uit 2015 geeft aan dat er een positieve correlatie bestaat bij adolescenten met een statische mindset over persoonlijkheid (=het idee dat mensen niet echt kunnen veranderen) en het ontwikkelen van depressieve klachten.
Welke uitspraak over dit onderzoek is juist?

a) een statische mindset veroorzaakt de ontwikkeling van depressie klachten
b) adolescenten met een statische mindset over persoonlijkheid vertonen zelden depressieve klachten
c) het ontwikkelen van depressieve klachten is de afhankelijke variabele

A

c) het ontwikkelen van depressieve klachten is de afhankelijke variabele