cycli Flashcards
plaats, doel, begin en eindproducten
gluconeogenese
novosynthese van glucose uit niet-carbohydraatsubstanties (aminozuren, lactaat, pyruvaat…), houden bloedglucosespiegel op peil wanneer glucose uit voedsel volledig geoxideerd is, vooral in lever en nieren, niet in hersenen en spiercellen, irreversibele stappen van glycolyse omzeilen
cori-cyclus
spier secreteert lactaat -> lactaat omgezet tot glucose in lever -> glucose gebruikt door spier, erythrocyten gebruiken enkel deze cyclus voor energievoorziening
glycogeenafbraak
glycogeenketen stapsgewijs afgebroken tot 4 glycosylresten voor vertakking, 3 glycosylresten op lineaire keten, alfa-1,6-binding gehydrolyseert => lineaire keten -> opnieuw fosforylase, glucose-1-P => glucose-6-P => glucose (lever)
glycogeensynthese
primer -> alfa-1,4-glycosidische binding door glycogeensynthase -> alfa-1,6-glycosidische binding door branchign enzym => vertakking
leverfosforylase
leveriso-enzym: b-vorm bijna niet actief, gefosforyleerde vorm actief
spierfosforylase
rust: inactieve b-vorm, beweging => cAMP => allosterische activatie b-vorm => adrenaline & spierstimulatie => overgang a-vorm
eiwitafbraak (protease-activiteit, spijsvertering)
eiwitten -> oligopeptiden (pepsine in maag)
-> tripeptiden/dipeptiden/aminozuren ((chymo)trypsine in dunne darm)
-> opgenomen door mucosacellen uit darmkanaal, naar bloed gebracht
-> vrije AZ opgenomen door plasmamembraan van weefselcellen
oxidatieve fosforylatie
elektronen opgenomen door elektronendragers, gereduceerde vormen transfereren hoog-potentiaal-elektronen naar O2 via elektronentransportketen, energie omgezet in chemische energie van ATP-binding, binnenste membraan mitochondrion
glycolyse
doel: deel van chemische energie extraheren uit glucosemolecule
‘emergency pathway’, 2 mol ATP per glucosemolecule, anaerobe degradatie van glucose tot pyruvaat (of ethanol/lactaat), aanloop naar aerobe oxidatie van koolhydraten, gebeurt in cytosol
alcoholische fermentatie
glucose -> ethanol, glucose-afbraak in afwezigheid van O2, doel: NAD+ regenereren zodat glycolyse onderhouden kan worden
lactaatvorming
glucose -> pyruvaat -> lactaat, tijdelijke oplossing voor regeneratie van NAD+, als er voldoende O2 is, wordt lactaat opnieuw geoxideerd tot pyruvaat
oxidatieve pathway
Krebscyclus + elektronentransportketen, aerobe weg
fructose-1-fosfaat-pathway
fructose -> glyceraldehyde-3-fosfaat => in glycolyse
galactose in glycolyse
galactose -> glucose 1-P
Krebs-cyclus (citroenzuurcyclus)
oxaalacetaat + acetyl-coA -> CoA + elektronentransporters
doel: elektronentransporters voor elektronentransportketen en energie
aeroob (aerobe condities nodig om FAD en NAD+ te regenereren)
in matrix van mitochondrion
ATP-synthese
protonen stromen door cytosol naar matrix => aantrekking-repulsie => roteren => periodische elektrische velden geïnduceerd => actieve centrum ondergaat 3 verschillende toestanden (omzetting door energie-inbreng van de protonenstroom)
malaat-aspartaatpendelsysteem
in hart en lever, cytoplasmatisch NADH-elektronen in mitochondriën brengen, malaat kan door mitochondriale membraan, terug naar cytosol als aspartaat
ATP-ADP-translocase
ATP en ADP op selectieve wijze over membraan getransporteerd, gedreven door membraanpotentiaal, gekatalyseerd door ATP-ADP-translocase
pentosefosfaatroute
parallel met glycolyse en Krebs-cyclus, vormt NADPH voor reductieve biosynthetische reacties, hexosen omzetten in pentosen (belangrijk voor nucleosiden), zeer hoog in vetcellen, hoog in erytrocyten, lever, melkklieren, testes, bijniercortex, vetzuursynthese
niet-oxidatieve tak pentosefosfaatroute
overmaat ribose-5-P converteren naar bruikbare intermediairen (C6, C3)
biosynthese en afbraak Glutamaat
alfa-ketoglutaraat + ammonium + proton + NAD(P)H <=> glutamaat + water + NAD(P)+ (glutamaatdehydrogenase) - REVERSIBEL
biosynthese en afbraak alanine
pyruvaat + glutamaat <=> alanine + alfa-ketoglutaraat (alanine-trans-aminase) - REVERSIBEL
biosynthese en afbraak aspartaat
oxaalacetaat + glutamaat <=> aspartaat + alfa-ketoglutaraat (aspartaat-transaminase) - REVERSIBEL
biosynthese en afbraak asparagine
aspartaat + glutamine + ATP -> aspargine + glutamine + AMP + PPi + proton (asparaginesynthetase)
asparagine -> aspartaat (asparaginase)