CVC verzorgen Flashcards

1
Q

Wanneer wordt een CVK geplaats?

A

Voor langdurig toedienen van vloeistoffen via een grote ader (vene) in de bloedbaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvan zijn CVK gemaakt?

A

polyurethaan of siliconen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordelen en nadelen polyurethaan of siliconen.?

A

Polyurethaan voordeel: dunwandig en sterk zijn.
Siliconen voordeel: betere biocompatibiliteit (acceptatie door het lichaam)
Nadeel van siliconen is dikwandig zijn, waardoor de flow beperkt is in relatie tot de buitendiameter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Soorten katheters?(6)

A
  • Katheters voor kortdurend, middellang en langdurig gebruik
  • Katheters met één of meerdere lumina
  • getunnelde en ongetunnelde katheters
  • Katheters met en zonder cuff
  • Katheters met een open of een gesloten kathetertip
  • Antimicrobiële katheters die mogelijk het risico op kathetergerelateerde infecties verkleinen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kortetermijnkatheters?(2)

A
  • Niet getunnelde sleutelbeenader- (subclavia) katheter

- Niet getunnelde halsader- (jugularis) katheter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Middellange- of langetermijn?(1)

A

-Niet getunnelde Peripheral Inserted Central Catheter (PICC)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe lang blijft een middellange- of langetermijn ongeveer zitten?

A

Ongeveer 3 weken tot 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Langetermijnkatheters?

A

Zijn voorzien van een subcutaan manchet (cuff) en worden ‘getunneld’ ingebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe lang blijven langetermijnkatheters zitten?

A

Langer dan 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn getunnelde CVK’s?

A

Die worden, voordat ze in het bloedvat komen, eerst (minimaal 5 cm) onder de huid door geschoven.
De cuff hecht zich vast in de huid en beperkt het binnendringen van bacteriën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een PICC lijn?

A

Lange veneuze katheter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe lang is een PICC lijn?

A

Varieert (Groshong PICC is 50-70 cm lang).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar wordt de PICC lijn ingebracht?

A

Wordt ingebracht en opgeschoven in een grote vene in de bovenarm. De lengte van het deel van de katheter in de cliënt is afhankelijk van de punctieplaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de naaf (hub)?

A

Het overgangspunt tussen de katheter en het (de) aansluitpunt(en) van de PICC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bepaald een katheters met open en gesloten kathetertip?

A

Dit bepaalt de mate waarin er contact is tussen het bloed en de infusievloeistof en er dus kans is op verstopping.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke aders wordt een CVK ingebracht? (in volgorde van toename infectierisico)(3)

A
  • Sleutelbeenader (vena subclavia)
  • Halsader (vena jugularis)
  • Liesader (vena femoralis)
17
Q

Hoe wordt vastgesteld of de CVK goed zit?

A

Via röntgenfoto.

18
Q

Waarin ligt de tip van de dialysekatheter en waarom?

A

Meestal in de rechteratrium (boezem) van het hart, in verband met de benodigde bloedstroom

19
Q

Waarin wordt de PICC lijn ingebracht?

A

In een grote vene in de arm en opgeschoven naar de overgang van de vena cava superior met het rechteratrium.

20
Q

Indicaties centraal veneuze infusie?(6)

A
  • Toedienen van medicatie die schadelijk is voor de vaatwand (sommige antibiotica’s, pijnstillers, cytostatica).
  • Gelijktijdig kunnen toedienen van onverenigbare medicatie, door meerdere lumina te gebruiken.
  • Langdurige medicijntoediening (zoals lasix, antibiotica, ketamine en morfine).
  • Slechte intraveneuze situatie van de perifere vaten van de cliënt.
  • Hoge osmolariteit (>500 mOsm) of pH waarde (<5 of >9) van het medicijn.
  • Totale parenterale voeding.
21
Q

Wat is een cuf?(5)

A
  • Een manchet of bandje rond de CVK.
  • Vergroeit met het subcutane weefsel en voorkomt dat katheter losraakt.
  • Voorkomt dat bacteriën tussen het katheteroppervlak en het subcutane weefsel binnendringen.
  • Dient bij een getunnelde katheter ter fixatie.
  • De getunnelde katheter met cuff wordt de eerste 10 dagen gefixeerd met een hechting.
22
Q

Waar hangt de keuze van de katheter vanaf die wordt ingebracht?(6)

A
  • Soort vloeistof die toegediend moet worden
  • Duur van de behandeling
  • Volume van de toe te dienen vloeistoffen en verenigbaarheid van de toe te dienen geneesmiddelen
  • Conditie van de vaten van de cliënt
  • Behandelschema (intermitterend of continu)
  • Behandeling thuis of in het ziekenhuis
23
Q

Contra-indicatie inbrengen CVK? (5)

A
  • Pijn
  • Afwijkingen aan de arm of huid
  • Verwijderde lymfeklieren in de oksel (okselkliertoilet)
  • Vaatafwijkingen
  • Shunt (in overleg met de arts)
24
Q

Wat zijn complicaties bij CVK?(5)

A
  • Pneumothorax
  • Infectie
  • Luchtembolie
  • Verstopping
  • Verplaatsing
25
Q

Pneumothorax

?

A

Er kan een longtop aangeprikt zijn. klachten zijn kortademigheid en pijn op de borst.

26
Q

Luchtembolie?

A

Luchtembolie
Door het verschil van druk in de grote ader waarin de katheter ligt en de druk van de buitenlucht kan lucht aangezogen worden in het bloed. Dit risico bestaat wanneer er een open verbinding is tussen de katheter en de buitenlucht. Een luchtembolie verstoort de bloedsomloop. Verschijnselen zijn een lage bloeddruk en onregelmatige ademhaling.

27
Q

Luchtembolie voorkomen?

A
  • Klem de katheter zo snel mogelijk af met een connector (naaldloos afsluitdopje).
  • Laat de cliënt plat op de rug liggen en vraag de cliënt met de mond op de hand blazen. Schakel zo nodig een arts in.
  • Klem een beschadigde katheter direct af tussen de beschadigde plek en de insteekplaats.
  • Stop de toediening.
28
Q

Wat is het Pinch off-syndroom?

A

De CVK wordt afgekneld tussen het sleutelbeen en de eerste rib. Hierdoor loopt de CVK onregelmatig of is het al of niet doorlopen van de infuusvloeistof afhankelijk van de houding van de cliënt. De CVK moet verwijderd worden vanwege risico op afscheuren en risico op embolie.

29
Q

Klachten bij verplaatsing?

A

Pijn in nek, arm of tussen de schouderbladen tijdens de inloop van vloeistoffen kan hierop wijzen. Als de katheter zich buiten het bloedvat bevindt, moet deze verwijderd worden. Raadpleeg de arts.

30
Q

Welke CVK kan thuis verwijderd worden en welke niet?

A

Niet-getunnelde CVK’s kunnen in de thuissituatie worden verwijderd. De getunnelde CVK wordt in het ziekenhuis verwijderd.

31
Q

Complicaties na het verwijderen van een CVK?(4)

A
  • Nabloeding
  • Luchtembolie
  • Er blijft een rest van de katheter achter in het lichaam
  • Weerstand
32
Q

Wat te doen bij weerstand?

A

Dit wordt mogelijk door een vaatspasme veroorzaakt. De kans hierop is bij een PICCatheter wat groter omdat het vat dunner is. Wacht ongeveer 15 minuten, zorg voor een rustige omgeving, voeg eventueel warmte toe, bijvoorbeeld met warme doeken. Probeer het dan opnieuw. Lukt het nog niet, raadpleeg een arts.

33
Q

Wat te doen om luchtembolie te voorkomen bij verwijdering CVK?

A

De kans op aanzuigen van lucht vermindert als de centraal veneuze katheter verwijderd wordt tijdens expiratie (uitademing) en in Trendeleburg stand ligt. Laat de cliënt eerst inademen, dan de adem even vasthouden. Bij de uitademing wordt de katheter in een vloeiende beweging verwijderd. Laat de cliënt plat op de rug liggen, leg de cliënt zo mogelijk in Trendelenburg (hoofdeinde van het bed omlaag).

34
Q

Aders PICC lijn?(4)

A
  • Vena basilica
  • Cephalica
  • Mediana cubiti
  • Brachialius