Criminaliteit Flashcards

1
Q

Ongeschreven regels

A

Regels voor goed gedrag die nergens op papier staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geschreven regels

A

Regels die in reglementen of wetten staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Rechtsregels

A

Regels in de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarden

A

Een principe of uitgangspunt dat je belangrijk vindt in het leven (1 woord)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Normen

A

Afspraken over hoe mensen zich moeten gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Criminaliteit

A

Het geheel van gedragingen dat door de wet strafbaar gesteld wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Strafbaar feit / Delict

A

Staat in wetboek van strafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wetboek van strafrecht

A

Hierin staan de meest strafbare feiten beschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wegenverkeerswet

A

Wet over verkeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Opiumwet

A

Wet over drugs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wet op de economische delicten

A

Wet over economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Overtreding

A

Lichte schending van de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Misdrijf

A

Zware schending van de wet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Huis van bewaring

A

Hier kun je opgesloten worden voor een overtreding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hechtenis

A

Van een overtreding kun je maar 1 jaar vastgehouden worden => Huis van bewaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Uittreksel justitiële documentaire / Strafblad

A

Dit krijg je als je een misdrijf begaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zware criminaliteit

A

Ernstige vormen van criminaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Georganiseerde criminaliteit

A

Drugshandel / prostitutie / mensen smokkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Veelvoorkomende criminaliteit

A

Meest zichtbare delicten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Sociaal probleem

A

Veel mensen hebben er last van, er zijn verschillende meningen over, de massamedia bemoeit zich ermee en ze praten erover in de politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Publieke opinie

A

De mening die het grootste deel van de bevolking over een kwestie heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Politiek probleem

A

De overheid moet de openbare orde handhaven en zorgen voor de veiligheid in de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Politieke agenda

A

Ze praten erover

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Materiële kosten

A

Kun je berekenen in geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Immateriële kosten
Niet in geld uit te drukken
26
Morele verontwaardiging
Als iets je rechtsgevoel betast
27
Normvervaging
Verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden
28
Eigenrichting
Dat mensen voor eigen rechten gaan spelen
29
Sensatie
Een hoge nieuwswaarde
30
Stereotype
Bepaald beeld bij een doelgroep
31
Beeldvorming
Massamedia zorgen ervoor dat bepaalde groepen in de maatschappij vaker in verband met criminaliteit worden gebracht
32
Politiestatistieken
Statistieken die de politie heeft over misdaad
33
Aangiftebereidheid
Hoe snel je bereid bent aangifte te doen
34
Selectieve opsporing
Als agenten meer gaan controleren dan ontdekken en registreren ze ook meer
35
Slachtofferenquêtes
De overheid doet jaarlijks een onderzoek onder de burgers om te kijken of ze ooit slachtoffer zijn geweest
36
Daderenquêtes
Word gevraagd of je ooit iets strafbaars heb gedaan
37
witteboordencriminaliteit
Deze daders hebben een hogere status
38
Socialisatie
Hoe mensen worden opgevoed bijv
39
Recidivist
Een persoon dat steeds opnieuw strafbare feiten ondergaat
40
Groepsdruk
meedoen met wat je vrienden willen
41
Sociale controle
Mensen letten op wat andere doen
42
Pakkans
Hoe groot de kans is dat de dader wordt opgepakt
43
Gelegenheidsmotief
Van de gelegenheid gebruik maken om delict te plegen
44
Rechtsstaat
De regels en plichten van burgers en van de overheid zijn vastgelegd in de grondwet
45
Rechtsbescherming
Burgers worden beschermd tegen een te grote overheidsmacht en tegen willekeur door de overheid
46
Rechtshandhaving
Het handhaven van de rechtsorde
47
Grondwet
Voorschrijft hoe de overheid en de burgers met elkaar om moeten gaan
48
Grondrechten
De belangrijkste rechten die in onze samenleving gelden
49
Rechtszekerheid
Elke burger moet weten wat hem te wachten staat bij het plegen van een delict
50
Rechtsgelijkheid
Ook moet elke burger erop kunnen rekenen dat hij niet anders zal worden behandeld
51
Onafhankelijke rechters
De rechterlijke macht beoordeelt of wetten goed worden nageleefd
52
Parlementaire democratie
Burgers hebben invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd
53
Trias Politica
De scheiding van de politieke macht in drie onderdelen
54
Wetgevende macht
Stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden
55
Uitvoerende macht
Zorgt ervoor dat wetten worden uitgevoerd en nageleefd
56
Rechterlijke macht
Beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uitspraak in conflicten
57
Onafhankelijke en onpartijdige rechters
Hierdoor kunnen burgers vertrouwen op een eerlijk rechtsproces
58
Ongelijke behandeling
Discriminatie
59
Klassenjustitie
Mensen uit de hogere sociale klassen worden bevoorrecht boven mensen uit de lagere sociale klassen
60
Strafrecht
Alle wetten en regels over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden
61
Verdachte
Een redelijk vermoeden is dat je schuldig bent aan een strafbaar feit
62
Noodweer
Sprake van zelfverdediging
63
Overmacht
Je wordt vrijgesproken
64
Ontoerekeningsvatbaar
Iemand weet niet wat hij doet
65
Jeugdstrafrecht
Strafrecht voor kinderen tot 12 jaar
66
Ondertoezichtstelling
Er wordt een gezinsvoogd aangewezen die thuis met de ouders over de opvoeding komt praten
67
Adolescentenstrafrecht
Jongeren van 16-23 zijn nu te veroordelen als minderjarige of als volwassene
68
In hoger beroep gaan
De zaak wordt opnieuw bekeken door een hogere rechter
69
Verjaren
Je kunt niet meer vervolgd worden als het misdrijf te lang geleden is
70
Vrijspraak
Je kan niet meer voor dezelfde misdrijf voor de rechter worden gebracht
71
Inverzekeringstelling
Verlengde vasthouding
72
Voorlopige hechtenis
Als de verdachte langer dan 6 dagen vastgehouden moet worden
73
Handhaven van de openbare orde
Verantwoordelijkheid burgemeester, denk aan optreden bij rellen
74
Hulpverlening
Bijvoorbeeld het opsporen van de ouders van een verdwaald kind of afhandelen verkeersongelukken
75
Opsporing
Als er een strafbaar feit is gepleegd onderzoekt de politie wat er precies gebeurd is en wie het heeft gedaan
76
Preventie
Maatregelen om misdaad te voorkomen
77
Dienstverlening
Zoals advies geven en service bieden.
78
Bevoegdheden
Handelingen die de politie in bepaalde situaties mag doen
79
Staande houden
Iemand laten stilstaan en naar zijn naam en adres vragen
80
Aanhouden
Meenemen naar het politiebureau
81
Vasthouden
Gebeurd als de kans bestaat de zaak anders niet wordt opgelost
82
Fouilleren
De kleding en het lichaam van een verdachte onderzoeken
83
Rechter-commissaris
Rechter met speciale taken
84
Officier van justitie
Een speciale ambtenaar die namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hem kan eisen
85
Openbaar Ministerie / OM
Alle officieren van justitie bij elkaar
86
Proces-verbaal
Een officieel schriftelijk verslag
87
Opsporingsonderzoek
Hiermee start het proces-verbaal
88
Strafdossier
Wordt aangemaakt met behulp van het proces-verbaal en opsporingsonderzoek
89
Seponeren
Afzien van verdere rechtsvervolging
90
Schikken
De ovj biedt transactie aan. Meestal een geld boete
91
Transactie
Schikking
92
Vervolgen
Komt een rechtszaak
93
Openbare aanklager
De ovj vertegenwoordigt op dat moment het openbaar ministerie
94
Dagvaarding
De oproep om voor de rechter te verschijnen
95
Rechtbank
Een van de 3 rechterlijke instanties
96
Gerechtshof
Als ze in hoger beroep gaan.
97
Hoge raad
Het hoogste rechtsorgaan in ons land. Hier ga je heen als ze in cassatie gaan
98
Civiele sector
De civiele rechter behandeld zaken tussen burgers
99
Sector bestuursrecht
Behandeld zaken tussen burgers en de overheid
100
Sector strafrecht
Behandelen overtredingen en misdrijven
101
Sector kanton
De kantonrechter behandeld lichte overtredingen
102
Politierechter
Overtredingen en lichte misdrijven waarvoor max 1 jaar gevangenisstraf op staat komen bij hem
103
Meervoudige kamer
Zware misdrijven worden door 3 rechters bekeken
104
In cassatie gaan
Als ze in hoger beroep gaan na een uitspraak van het gerechtshof
105
Jurisprudentie
Het geheel aan rechterlijke uitspraken
106
Aanklacht / Tenlastelegging
Het deel van de dagvaarding waarin staat waarvan het OM de verdachte beschuldigd
107
Getuigen
Mensen die iets hebben gezien of gehoord wat met de zaak te maken kan hebben
108
Meineed
Als ze niet eerlijk zijn in de rechtszaak
109
Spreekrecht
Hierdoor mag het slachtoffer een verklaring afleggen
110
Requisitoir
Een toespraak waarin de OvJ de feiten op een rij zet, zijn mening geeft over het bewijs en op grond daarvan een bepaalde straf eist
111
Pleidooi
Hierin verdedigd hij de verdachte
112
Vonnis
Een uitspraak van de rechtbank
113
Bij verstek
Als een verdachte veroordeeld wordt maar niet aanwezig is
114
Juryrechtspraak
De burgers die in de jury zitten bepalen of iemand schuldig / onschuldig is
115
Wraak en vergelding
De geliefden van het slachtoffer vinden geen straf hoog genoeg. Tand om tand, oog om oog.
116
Genoegdoening
Het slachtoffer voelt zich beter door een straf
117
Afschrikking
De straf moet de dader afschrikken zodat hij dit niet nog een keer doet
118
Beveiliging van de samenleving
Als de crimineel gevangen zit kan die geen last zijn in de samenleving
119
Eigenrichting
Dat mensen voor eigen rechter gaan spelen
120
Resocialisatie
Heropvoeding
121
Strafmaat
De hoogte van de straf die de rechter kan geven
122
Hoofdstraf
De 4 hoofdstraffen zijn: 1) Geldboete 2) Hechtenis 3) Gevangenisstraf 4) Taakstraf
123
Geldboete
De meest voorkomende straf. Voor kleine overtredingen
124
Hechtenis
Benaming voor de vrijheidsstraf voor overtredingen. Max 1 jaar in huis van bewaring
125
gevangenisstraf
Benaming voor de vrijheidsstraf voor misdrijven.
126
Taakstraf
Werkstraf of leerstraf. Vooral voor heropvoeding
127
Bijkomende straf
Bijkomende straffen worden alleen in combinatie met de hoofdstraf opgelegd. altijd te maken met het delict.
128
Terbeschikkingstelling / TBS
De rechter veroordeeld iemand tot tbs wanneer hij hem niet / verminderd toerekeningsvatbaar acht.
129
Ondertoezichtstelling
Vooral voor een minderjarige verdachte.
130
Recidive
Iemand valt telkens terug in crimineel gedrag.
131
Asocialisatie
De W+N zijn heel anders in een gevangenis
132
Reclassering
Helpen en begeleiden verdachten en veroordelen om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen
133
Criminaliteitsbeleid
Beleid hoe je om moet gaan met criminaliteit
134
Repressieve maatregelen
Bestrijden criminaliteit
135
Preventieve maatregelen
Voorkomen criminaliteit
136
Effectiviteit
Of het beleid werkt
137
Wenselijkheid
Of de mensen het met het beleid eens zijn
138
Prioriteiten
Welke vormen van criminaliteit het eerst aangepakt moeten worden
139
Vervolgingsbeleid
De manier waarop justitie misdrijven vervolgd
140
Snelrecht
De afspraken over criminaliteit die de minister van veiligheid en justitie en de officieren van justitie maken
141
Lik-op-stukbeleid
Snelrecht
142
Gevangenisbeleid
Verzameling afspraken over de behandeling en opvang van gevangenen
143
Preventiebeleid
Beleid om criminaliteit tegen te gaan
144
Jeugdbeleid
Justitie wil de jeugdcriminaliteit terugdringen door meer toezicht en controle
145
Anti-spijbel beleid
Ouders worden betrokken. Regering wil onderwijs verbeteren
146
Halt bureaus
Richten zich op jonge daders die voor het eerst een lichte overtreding / misdrijf hebben begaan.