Cortisol Flashcards

1
Q

typische symptomen hypercortisolisme

A
  • romp adipositas
  • spierzwakte
  • hypertensie
  • huidatrofie
  • overmatige haargroei
  • lage rugpijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

cortisol meten

A

kan niet op 1 moment afgenomen worden, want het wisselt heel erg door de dag heen en wordt pulsatief afgegeven; testen moeten dus herhaald uitgevoerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

testen voor diagnose hypercortisolisme

A
  • urineonderzoek cortisol (normaal <850 nmol/24uur)
  • dexamethason screeningtest (dexomethason toedienen, moet voor negatieve terugkoppeling op cortisol zorgen) (normaal cortisol is dan <50 nM)
  • cortisol dagritme (gedurende 24 uur om de paar uur bloedprikken, de twee waarden in de middag en avond moeten minder dan 75% zijn van de waarde in de ochtend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oriënterend labonderzoek voor hypercortisolisme

A
  • verhoogd Hb
  • hypokaliëmie en hypernatriëmie
  • verhoogd bloedsuiker en HbA1C
  • verlaagd LH en verhoogd FSH
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ziekte van cushing

A

hypercortisolisme veroorzaakt door een hypofyse adenoom dat ACTH produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

syndroom van cushing

A

hypercortisolisme veroorzaakt door een exogene oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zeggen ACTH-waarden over het soort hypercortisolisme?

A
  • verlaagd ACTH bij een bijniertumor
  • verhoogd ACTH bij een hypofysetumor
  • sterk verhoogd ACTH bij een ectopische tumor
    (normaalwaarde ACTH = onder 11 pmol/L)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

manieren om hypercortisolisme te krijgen

A
  • exogene injectie/ingestie/inhalatie van cortisol of glucocorticoïden (cortisol in medicijnen omdat het het immuunsysteem remt)
  • bijniertumor
  • injectie van acth (soms voor epilepsie)
  • ectopische neuro-endocriene tumor die ACTH produceert
  • hypofyse adenoom die niet reageert op negatieve terugkoppeling van cortisol
  • ectopische tumor die CRH produceert -> stim aanmaak ACTH
  • glucocorticoïd receptoren defect waardoor negatieve feedback ook niet werkt (vaak geen klinische verschijnselen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

CRH stimulatie test

A

CRH toedienen, op verschillende momenten cortisol in bloed bepalen
- hoeveelheid cortisol zou moeten toenemen als er sprake is van een hypofyse adenoom, een ectopische tumor reageert hier niet op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dexamethason remmingstest

A
  • dexamethason toedienen (is een synthetisch cortisol)
  • bij gezonde personen gaat dit negatieve terugkoppeling geveb -> CRH, ACTH en cortisol zullen dus dalen
  • bij een hypofyse adenoom zouden ze een beetje dalen, bij een ectopische tumor helemaal niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ziekte van Addison

A

wanneer je te veel ACTH aanmaakt maar te weinig cortisol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CRH

A

peptidehormoon dat in de hypothalamus geproduceerd wordt, gaat naar de hypofyse voorkwab -> stimuleert secretie ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ACTH

A

afgesplitst uit POMC, geproduceerd in de hypofyse -> gaat via de bloedbaan naar de bijnierschors

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

CRH-receptor

A

G-eiwit gekoppelde receptor, binding met CRH zorgt voor toename van cAMP -> meer secretie ACTH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ACTH-receptor

A

G-eiwit gekoppelde receptor, binding met ACTH zorgt voor verhoging cAMP -> meer cortisolproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

acute effecten regulatie cortisol

A

steroid acute regulatory eiwit wordt gefosforyleerd waardoor cholesterol het mito in kan -> zijketensplitsing cholesterol voor vorming cortisol

17
Q

landurige effecten regulatie cortisol

A

verhoogde opname en productie van cholesterol in de bijnier

18
Q

stress effect op HPA-as

A

verhoging afgifte CRH en vasopressine -> verhoogde afgifte ACTH -> verhoogd cortisol + stimulatie sympathicus, dus (nor)adrenaline

19
Q

effect cortisol bij stress

A
  • verhoging concentraties glucose, FFA en aminozuren in bloed
  • verhoging glucoseprod
  • toename glycogeenopslag in lever
  • toename glycogenolyse door glucagon en adrenaline
20
Q

effect langdurig hoog cortisol

A
  • afname spiermassa door verhoogde eiwitafbraak
  • degeneratie botten en huid
  • insulinespiegels stijgen permanent
  • diabetes
21
Q

cry1 en cry2

A

lichtreceptoren, bepalen ons dag/nachtritme; onze biologische klok wordt gelijk gezet met de tijden dat er licht is; hierop is het ritme van de cortisolspiegels ook gebaseerd

22
Q

vasopressine bij stress

A

ook wel ADH; wordt afgegeven uit hypofyse achterkwab aan bloedbaan; stimuleert ACTH-afgifte vanuit hypothalamus via vasopressine receptor; activeert aquaporines in de nier om meer water te reabsorberen

23
Q

te weinig vasopressine

A

diabetes insipidus