COPD Flashcards

1
Q

Wat wordt bedoelt met de fysiologische dode ruimte

A

Anatomische dode ruimte + niet werkende longblaasjes, in rust is deze inspanning dus groter dan tijdens inspanning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat dient de spirometer voor?

A

Longfunctie onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het deel van het dubbelgevouwen vlies dat grenst aan de longen heet het longvlies, benoemd de twee eventueel namen hiervoor

A

Pleura pulmonalis of Pleura visceralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De druk buiten de longen, maar nogsteeds binnen de thoraxholte heet

A

Interpleura druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een andere benaming voor Pneumothorax?

A

Klaplong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de afkorting van COPD

A

Chronic Obstrutive Pulmonary Disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak van COPD

A

Abnormale ontstekingsreactie van de longen op schadelijke deeltjes of stoffen, heeft een progressief verloop. Long emfyseem + Chronische bronchitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ontstaat Chronische bronchitis

A

Verminderd mucolicair transport (mechanisch, chemisch of infectueus)

  • Geremde trilharen
  • Afname aantal cilia
  • dikke pericilaire laag
  • visco-elastische samenstelling van mucus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een andere naam voor verminderd zuurstof in het bloed?

A

Hypoxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is longemfyseem

A

een abnormale verwijding van de alveolie, stevigheid en elatisciteit neemt af en wordt uitademen lastig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de symptomen van COPD

A
Dyspneu
ophoesten sputum
verlaagd inspanningsvermogen
verlaagede spierkracht
thorocale pijn
hyperinflatiestand (hooversign)
long mechanische verandering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het verschil tussen COPD en astma

A

COPD is niet reversibel, astma wel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de interventies diagnose voor inspanning vermogen bij COPD

A
  • Maximale inspanningstest (longarts)
  • 6MWT
  • Shuttle walk test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de interventie diagnose voor spierkracht bij COPD

A

HHD
Monddrukbepaling
1RM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Watis de interventie diagnose voor longfunctie bij COPD

A

Spirometer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de behandel mogelijkheden voor patiënten met een gestoord mucustransport

A

leren/hoesten en huffen
ademhalingsoefeningen
educatie/verbeteren therapietrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

PH normaal in het bloedwaarde is?

A

7.4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt met de ph waarde door meer CO2

A

Bloed verzuurt en daalt dus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat gebeurt er met hypoventilatie (weinig ademhaling)

A

Veel C02 en weinig O2, hierdoor ontstaat er hyperoxie en hypocapnie, dit leidt tot respiratoire acidose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het Bohr Effect?

A

Houdt in dat de hemoglobine minder affiniteit heeft met voorzuurstof, door het aan omliggende weefsel te geven.

heeft 4 redenen:

  • verhoging van het koolstofdioxidegehalte in bepaalde weefsels
  • er is een afname van PH waarde
  • de temperatuur stijgt
  • een stof met een hogere affiniteit komt in contact met het hemoglobine van verdrijft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de Haldine effect

A

Houdt in dat hemoglobine minder goed aan hemoglobine hecht waarbij verhoging van de zuurstofhgehalte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

3 verschillende celtypen van verschillende cellen in het bloed zijn?

A

trombocyten
leukocyten
erytrocyten (99% van de cellen)

23
Q

Wat zijn de belangrijkste functies van het bloed?

A

transport van O2
transport van CO2
transport van hormonen en voedingstoffen

24
Q

Waar zorgt de formatio reticularis voor?

A

autonome functies, zoals ademhalen, hartslagfrequentie, en pijn beleving

25
Q

ander woord voor bloedarmoede?

A

Anemie

26
Q

Waarom is het inademen middel de buikademhaling voordeliger dan middels de borstademhaling

A

Onderzijde van de long wordt daardoor geventileerd, hierdoor kleinere fysiologische dode ruimte

27
Q

Benoem de verschillende onderdelen van het respiratoire systeem en benoem hun functie. Het zijn er vier!

A
  1. Ventilatie (verversling van lucht)
  2. Diffusie (gasuitwisseling)
  3. Perfusie ( doorstroming lucht)
  4. Transport (O2 en CO2 in het bloed)
28
Q

Waarom is het beter om door de neus te ademen dan door de mond. benoem ook de functie

A

Via de neus heeft een verwarmend en filterend effect op de zuurstof. Dit zorgt voor betere bevochtiging en filtering

29
Q

De luchtwegen zijn opgesplitst in twee lucht wegen de onderste en de bovenste benoem deze

A

Bovenste,
neus, keel, bijholten, middenoor stembanden en luchtpijp

onderste
grote en kleine lucht wegen (bronchieen)
Het longweefsel (gladspierweefsel)
Longblaagsjes (aveoli)

30
Q

Welke spieren behoren van de ademhalings spieren en benoem hier ook de percentages bij

A
  1. Diafragma (75%)

2. intercostales (25%)

31
Q

Benoem de hulpademhalings spieren

A

Scalenus
sternocleidomastoideus
pectoralis major/minor
serratus anterior

32
Q

Benoem de uitademingsspieren

A
Intercostales interni (depressie van de rippen)
buikspieren (duwen de diagfragma omhoog)
33
Q

Beschrijf de ademhalingsbeweging

A

Ademhaling heeft te maken met drukverschillen in de longen en buiten de longen. Luchtstroomt van hogedruk naar lage druk.
bij inademing wordt het middenrig omlaag getrokken, waardoor de longen groter worden. Hierdoor wordt de luchtdruk in de longen lager. Dus stromen de longen automatisch vol met lucht. Door dat de druk in de longen hoger wordt dan buiten stroomt de lucht weer naar buiten = uitademing. Uitademing is een passief proces door de drukken die er in de longen ontstaat!!!

34
Q

Benoem de vier long volumes en wat het inhoud

A
VT = Teugvolume, de hoeveelheid in en uigeademde lucht in rust
IRV= inspiritoir reserve volume= de lucht die nog maximaal extra na normale inademing kan worden ingeademd
ERV= expiritoir reserve volume = de lucht die nog maximaal uitgeademd kan worden na een normale uitademing
RV= Rest volume = aanwezige lucht na maximale uitademing
35
Q

Uit welke Volumes bestaat de totale longcapaciteit (TC)

A

VT+IRV+ERV+RV

36
Q

Uit welke volumes bestaat de inspiatoire cpaciteit (hoeveelheid ingeademde lucht)

A

VT + IRV

37
Q

Wat is de benaming voor nuttige longinhoud en uit welke volumes bestaat deze?

A

Vitale capaciteit ERV+VT+IRV

38
Q

Welke plekken binnen het respiatoire systeem is er geen of beperkte diffusie van zuurstof

A

Anatomische en fysiologische dode ruimte

39
Q

Wat is de anatomische dode ruimte?

A

Het traject in van mond tot bronchili waar geen diffusie met het bloed plaatsvind

40
Q

Wat is de fysiologische dode ruimte?

A

De fysiologische dode ruimte is de anatomische dode ruimte + niet werkende aveoli. in rust is deze groter dan tijdens inspanning

41
Q

Benoem de twee verschillende longvliezen

A
Pleura pulmonaris (grenst aan de long)
Pleura parietalis (grenst aan de borstholte)
42
Q

Hoe noem je de druk buiten de longen maar in de thorax

A

interpleurale druk

43
Q

Een hyperinflatiestand bij COPD patienten wordt ook wel genoemd?

A

Hoover sign

44
Q

Wat is de normale Ph waarde in het Bloed

A

7,4

45
Q

Waar bindt O2 zich makkelijk aan?

A

Hemoglobine

46
Q

Waarom is het indamen middels de buikademhaling voordeliger dan middels de borstademhaling

A

Groter deel vd onderzijde van de long wordt daardoor geventileerd, Deze is beter doorbloed. Hierdoor heb je een kleinere fysiologische dode ruimte.

47
Q

Waarom is het voordeliger om bij gelijkblijvend Ademminuut volume (amv) dieper in te ademen?

A

Je slaat zo de anatomische dode ruimte over door diep in te ademen heb je hier geen last van en kan er makkelijk diffussie optreden?

48
Q

Waarom is het voordeliger om bij gelijkblijvend Ademminuut volume (amv) dieper in te ademen?

A

Je slaat zo de anatomische dode ruimte over door diep in te ademen heb je hier geen last van en kan er makkelijk diffusie optreden?

49
Q

Wat wordt er bedoeld met het restvolume? bij welke pathologie vindt hiervan een sterke toename plaats?

A

Het volume aan lucht wat nog in longen aanwezig is na volledige/maximale uitademing. COPD

50
Q

Wat is anemie?

A

Bloedarmoede, een te kort aan ijzer dit is nodig om hemoglobine aan te maken.

51
Q

Hoe kan een slechte voeding tot anemie leiden?

A

Ijzer is belangrijk voor de aanmaak voor hemoglobine, dit zit in bepaald groentes (bijvoorbeeld broccoli)

52
Q

waarom hebben mensen met COPD doorgaans een hogere hematrociet waarde?

A

Hematrociet waarde betekend de volume van het bloed, doordat deze mensen chronisch last hebben van hypoventilatie. hierdoor worden er meer rode bloedcellen aangemaakt om zuurstof te verplaatsen

53
Q

waarom hebben mensen met COPD doorgaans een hogere hematrociet waarde?

A

Hematocriet waarde betekend de volume van het bloed, doordat deze mensen chronisch last hebben van hypoventilatie. hierdoor worden er meer rode bloedcellen aangemaakt om zuurstof te verplaatsen