contigentietheorien Flashcards

1
Q
  • Wat zijn contigentietheorien over leiderschap?
A

Het gedrag van de leider is afhankelijk van de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • welk onderscheid had de oudste contigentietheorie over leiderschap, fiedler?
A

persoon georiënteerd of taak georiënteerd leiderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  • Wat bepaald of een leider persoons georienteerd is?
A

Hoe die aankijkt tegen zijn minst favoriete medewerker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  • Wat zijn de besluitvormingsstijlen van vroom en jago?
A

Dit zijn 5 manieren hoe een leider reageert van autocratische tot democratische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Model jago en vroom, welke factoren moet rekening gehouden worden als de situatie om meerdere situationele leiderschapsfactoren gebruikt maakt?
A

Kort mogelijk houden van de besluitvorming, maximaliseren van de ontwikkelingsmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  • Wat zijn vuistregels in het model van jago en vroom?
A

als toewijding belangrijk is, is participatie stijl belangrijk
als er meer informatie nodig is dan beschikbaar, AI vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • Hoe werkt het model van jago en vroom in de praktijk?
A

De complexiteit van de situatie is erg afhankelijk van de leiderstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  • Welke twee soorten leiderschap worden vergeleken bij de situationele leiderschapstheorie?
A

Directief en coachend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  • Wat is directief, situationele leiderschapstheorie?
A

Structuur bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  • Wat is coachend, situationele leiderschapstheorie?
A

Richt zich op de taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  • Wat is volgens de situationele leiderschapstheorie, SLT het belangrijkste voor het uitvoeren van de taken?
A

De ontwikkelingsrijpheid ( bereidheid tot zelfsturing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Wat stelt de situationele leiderschapstheorie?
A

Dat als medewerkers beter worden op een taak, ze er zelfstandig mee verder kunnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Wat blijkt uit onderzoek naar de SLT, situationele leiderschapstheorie?
A

Dat directief leiderschap beter is bij laag ontwikkelingsniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  • Wat is laisser-fraire leiderschap?
A

Een niet actieve leider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  • Wat is een reden dat SLT, situationele leiderschapstheorie, veel wordt gebruikt?
A

Het is een goede manier om leiders na te laten denken over hun gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
  • Wat stelt de situationele leiderschapstheorie over de competentie en betrokkenheid van medewerkers?
A

Hoe hoger de competentie hoe minder directief
Hoe hoger de betrokkenheid hoe minder ondersteunend.

17
Q
  • Wat maakt het dat contigentietheorien lastig zijn om goed te beoordelen?
A

Het is lastig om de mens los te zien van de situatie,
de werkelijkheid moet opgesplits worden in catagorien