Consequentialistische of utilitarisme theorieën Flashcards
Bentham:
het utilitarisme: twee standpunten
1) actutilitarisme
2) regelutilitarisme
Bentham:
actutilitarisme:
Handelingen staan ten dienste van het geluk(genot/vreugde).Door de gevolgen(consequentialisme) van een handeling onder beschouwing af te wegen weten we of een handeling leidt naar meer geluk. Een handeling moet het genot bevorderen.
Bentham:
regelutilitarisme:
Vertrekt vanuit de regels waaronder een handeling wordt gesteld. Door de gevolgen van een regel onder beschouwing af te wegen weten we of een regel leidt tot meer geluk. Een regel wordt eerst veralgemeend tot een universele regel al vorens de gevolgen af te wegen.
Bentham:
het nutsprincipe is het universele principe in het utilitarisme; leg uit
alle andere principes worden ervan afgeleid/geëvalueerd ten dienste van het nutsprincipe
De biografie van Bentham:
- opleiding jurist, advocaat maar verdiept zich in NW
(astronomie, scheikunde)
-pleit voor hervorming onderwijs
-reageerde tegen de kerk - aanhangers richten Londense universiteit op met basisprincipes:
*geen religieuze toelatingsvoorwaarden
*open voor mensen die weinig kansen hadden gekregen
*veel aandacht voor NW - pleit voor uitbreiding kiesrecht; sociaal geëngageerd; het grootste geluk voor het grootste aantal; zoveel mogelijk mensen laten participeren aan politieke besluitvorming
-aanhangers; Philosophical Radicals: opkomen voor representatieve democratie
-onder invloed van Franse verlichtingsfilosofen: begint aan groots onderzoeksprogramma ivm recht, politiek, moraal + ontdekt het utiliteitsprincipe
aanvankelijk kamergeleerde, maar correspondeerde ook met politieke prominenten zoals Mirabeau - ontwikkelt idee van Panopticion-gevangenis(Brits regering tijd interesseerde)
- kennis met Mill
Welk werk van Bentham is van groot belang ivm de moraalfilosofie?
Introduction to the principles of Morals and Legislation
Wat speelde zich in de tijd van Bentham af?
politieke revoluties in FR en AM, industrialisering, de verscherping van sociale ongelijkheid
Moraalwetenschap van Bentham:
vertrekkende vanuit een rationeel-empirische systematisering van het morele leven –> normatief systeem
mens is onderworpen aan twee wetten: pain & pleasure; determineren de mens in wat hij doet, zegt, denkt
- betrekking op lichamelijke en psychische gewaarwordingen
-!: aanvoelbaar, empirisch constateerbaar -> objectiveerbaar
goede/geluk= genot
slechte/ongeluk= pijn
dus goed/slecht; vervangen door nutsprincipe
nutsprincipe: eigenschap van handelingen die het genot bevordert en pijn vermindert ; normatieve criterium om juistheid van handelingen te bepalen
Volgens het utiliteitsbeginsel worden handelingen beoordeeld in functie van gevolgen die zij hebben voor de instanties waarop zij betrekking hebben:
*gemeenschap; fictief lichaam; bestaat niet als entiteit op zich; som van de individuele leden die haar samenstellen;
belang van de gemeenschap; som van de belangen van de afzonderlijke leden van de gemeenschap
*individu: erop gericht bij te dragen aan totaal van zijn genoegens en pijn te verminderen
handeling in overeenstemming met utiliteitsprincipe wanneer tendens het geluk van de gemeenschap te bevorderen( kan door 1/ meerdere personen gesteld worden)
-formele maatstaf om overheidsmaatregelen te beoordelen
Wat zijn de moeilijkheden van de uitspraak ‘ het grootste geluk van het grootste aantal’
1) de exacte inhoud van geluk; moet empirisch vaststelbaar zijn
2) betekenis van het ‘grootste aantal’; maximalisatie van welzijn voor zoveel mogelijk groepen/individu’s of verdeelsleutel( vorm van distributieve rechtvaardigheid)
Bentham dinstantieert zich van theorieën die beroep doen op sympathie en ascese om tot morele oordelen te komen; onpartijdigheid en medemenselijkheid niet mee gediend.
wat is ascese:
onthouding van eigenbelang; in strijd met menselijke natuur die steeds onderhevig is aan pijn/genot
altijd in strijd met genotsprincipe
Bentham dinstantieert zich van theorieën die beroep doen op sympathie en ascese om tot morele oordelen te komen.
wat is sympathie:
een zeer beperkte kring van mensen waarvoor iemand persoonlijke belangstelling heeft ; af en toe in strijd met genotsprincipe
Hoe wordt het utiliteitsprincipe verder geformaliseerd door Bentham?
pijn en genot; instrumenten van de wetgever 7 omstandigheden(graadmeters van pijn en genot): uitgangspunt van de genotscalcus; alle genietingen en pijnen optellen, daarna pijnen aftrekken van de som van de genietingen; som positief= geheel van handelingen/handeling in overeenstemming met utiliteitsbeginsel moraliteit: kwestie van berekenen van middelen in gegeven omstandigheden -> genot maximaliseren
1) intensiteit
2) duurzaamheid
3) zekerheid/onzekerheid
4) nabijheid/afstand
5) zuiverheid
6) aantal personen
7) vruchtbaarheid
intensiteit: graadmeter van pijn en genot:
kracht van de gewaarwording
duurzaamheid: graadmeter van pijn en genot:
het blijvende van de gewaarwording in de tijd