Colloquial 2 - Part 2 Flashcards
1
Q
Variable
A
Afwisselend
2
Q
Keep in mind, remember, retain
A
Onthouden / onthield / onthouden
3
Q
To produce, result
A
Opleveren / opgeleverd
4
Q
Surprised
A
Verbaasd
5
Q
To surprise
A
Verbazen / verbaasd
6
Q
As many as
A
Maar liefst
7
Q
To encounter problems
A
Tegen problemen aanlopen
8
Q
To represent the interests of
A
Opkomen voor de belangen van
9
Q
To come under threat
A
In het gedrang komen
10
Q
To worry
A
Piekeren / gepiekerd
11
Q
Nutrient, food
A
Het voedsel
12
Q
Heavy, hefty
A
Zwaar
13
Q
To be involved with
A
Gemoeid zijn met
14
Q
To place an order with
A
Een bestelling doen bij
15
Q
To attach
A
Aanhechten