Colleges week 4 Flashcards
Wat is natrekking? (art 5:3) - art. 5:20 - art. 5:14 lid 1 (sheet 23)
Natrekking is het natrekken van wie de eigenaar is van een goed, hoofdregel vastgelegd in art. 5:3 -> de eigenaar van de zaak is in beginsel eigenaar van alle bestanddelen van die zaak.
onroerende zaken: art. 5:20
roerende zaken: art. 5:14 lid 1
lid 3: criteria voor het bepalen wie de eigenaar is. waardecriterium; wat is het meest waard
en verkeersopvatting
als geen der zaken als hoofdzaak is aan te merken, kan er eventueel gemeenschap, in dit geval mede-eigendom, ontstaan (art. 3:166 e.v.); zie art. 5:14 lid 2 (evenredigheidscriterium)
Wat zijn de drie opties in het volgende voorbeeld?
A is eigenaar van een kostbare ring (€ 5.000,-) en B is eigenaar van een zeer kostbare edelsteen (€ 50.000,-); er ontstaat een eenheid van ring en edelsteen
in het gegeven voorbeeld zijn in beginsel drie oplossingen van het probleem mogelijk:
- de edelsteen is hoofdzaak en trekt de ring na; B wordt eigenaar van het geheel (art. 5:14 lid 1 i.v.m. lid 3 aanhef: waardecriterium)
- de ring is hoofdzaak en trekt de edelsteen na; A wordt eigenaar van het geheel (art. 5:14 lid 1 i.v.m. lid 3 slot: verkeersopvatting)
- geen der zaken is als hoofdzaak aan te merken; A en B worden mede-eigenaars van het geheel, A voor 1/11 en B voor 10/11 (art. 5:14 lid 2: evenredigheidscriterium)
de parlementaire geschiedenis van art. 5:14 noemt als voorbeeld een oude auto waarin een kostbare nieuwe motor wordt geplaatst; naar het oordeel van de minister is de oude auto de hoofdzaak die de kostbare nieuwe motor natrekt, en niet omgekeerd (oplossing 2 derhalve)
de gene die na natrekking het eigendom van zijn zaak verliest kan recht hebben op schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162) of ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212)
welke entiteiten zijn overdraagbaar? (sheet 25)
overdraagbaarheid (art. 3:83) gaat logischerwijs vooraf aan overdracht (art. 3:84)overdraagbaar zijn:
- eigendom
- beperkte rechten 3. vorderingsrechten
Wat zijn de uitzonderingen op overdraagbaarheid? (sheet 25)
uitzonderingen op overdraagbaarheid:
- wet verzet zich tegen overdracht
- aard van het recht verzet zich tegen overdracht
- beding tussen schuldeiser en schuldenaar sluit over- draagbaarheid uit (geldt alleen voor vorderingsrechten)
Wat zijn de vereisten voor overdracht krachtens art. 3:84 lid 1 (sheet 26)
- geldige titel
- levering, bestaande uit
a. goederenrechtelijke overeenkomst van overdracht en
b. leveringshandeling waarin overeenkomst van overdracht wordt uitgewerkt (formaliteiten) - beschikkingsbevoegdheid
let op verschil tussen overdracht en levering: overdracht is de door levering bewerkstelligde rechtsovergang, met andere woorden: overdracht is geen rechtshandeling, doch een rechtsgevolg, anders gezegd: het eindresultaat van de optelsom van 1, 2 en 3, hierboven genoemd
Wat is het verschil tussen een causaal stelsel van overdracht (NL) en een abstract stelsel (DE)?
(sheet 27)
causaal stelsel (NL): de titel moet geldig zijn (dus niet nietig of vernietigd) wil levering effect sorteren. de titel is de oorzaak voor de levering (art. 3:84 lid 1)
Abstract stelsel:
levering sorteert effect ondanks ongeldige titel.
Wat zijn de leveringshandelingen bij verschillende aarden van goederen?
(sheet 28)
- onroerende zaken en andere registergoederen:
notariële leveringsakte en inschrijving in de openbare registers (art. 3:89 lid 1 en 4 i.v.m. art. 3:16 e.v. en Kadasterwet) - roerende zaken, niet-registergoederen: bezitsverschaffing
(art. 3:90 i.v.m. art. 3:114 en 115) - vorderingsrechten op naam: authentieke of onderhandse akte en mededeling aan debiteur (art. 3:94 lid 1) dan wel authentieke of geregistreerde onderhandse akte zonder mededeling aan debiteur (art. 3:94 lid 3)
- Restbepaling: akte (art. 3:95)
wat is het verschil tussen privaatrechtelijke aanduiding en de kadastrale aanduiding?
(sheet 29)
eigendom gaat op grond van art. 3:89 pas over door inschrijving, dus niet reeds door notariële leveringsakte (vgl. art. 35 lid 1 Fw)
notariële leveringsakte bevat privaatrechtelijke en kadastrale aanduiding van onroerende zaak
privaatrechtelijke aanduiding is plaatselijke aanduiding: huis met tuin, staande en gelegen aan … (volgen straat, huisnummer en gemeente)
kadastrale aanduiding: kadastrale gemeente, sectie (volgt hoofdletter), nummer
wat houd het negatieve stelsel van openbaarheid in?
paar punten van belang:
- als men niet in de openbare registers als rechthebbende staat vermeld, is men in ieder geval niet door overdracht rechthebbende geworden. Want inschrijving is een CONSTITUTIEF vereiste voor overdracht.
- evt is men wel door een andere wijze van verkrijging bijv. natrekking, rechthebbende geworden
- als men wel als rechthebbende in de openbare registers staat vermeld, betekend dit nog niet dat men ook daadwerkelijk rechthebbende is.
- (bovendien kán vernietiging wel worden ingeschreven, maar verplicht is dit niet; zie de facultatieve inschrijving van art. 3:17 lid 1 aanhef en onder e)
negatief stelsel wordt gemitigeerd door derdenbeschermingsbepalingen (art. 3:24-27, 36 en 88)
Wat is het verschil tussen openbare en kadastrale registers?
sheet 31
er moet onderscheid worden gemaakt tussen kadastrale en openbare registers; kadastrale registers hebben publiekrechtelijke (oorspronkelijk fiscale, denk aan grondbelasting) betekenis en openbare registers hebben privaatrechtelijke betekenis; beide soorten registers worden gehouden door dienst KADOR, ressorterend onder ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Wat is het specialiteitsbeginsel?
Het feit dat je elke afzonderlijke onroerende zaak specifiek zal moeten omschrijven met de privaatrechtelijke en de kadastrale aanduiding om de levering rechtmatig te maken. Je kan dus niet al je onroerende goederen in een keer zonder specifieke aanduiding aan een ander overdragen.
Wat is het verschil tussen eigendom, bezit en houderschap?
eigendom: het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben
houderschap: heeft de feitelijke macht over het goed bijv. de huurder bij een huur overeenkomst.
bezit: zit als het ware tussen houderschap en eigendom in.
- feitelijk element: heeft de feitelijke macht over het goed. Bij voorbeeld van dief een gestolen fiets die hij in zijn bezit heeft
- geestelijk element: de bezitter heeft ook de pretentie rechthebbende te zijn. in het voorbeeld van de dief, doet deze zich voor als rechthebbende. Hij is te kwadertrouw want hij weet dat hij geen rechthebbende is, maar toch doet hij zich zo voor.
hoe gaat levering van roerende zaken wanneer de vervreemder houder is en hoe wanneer de vervreemder bezitter is? (sheet 32)
levering van roerende zaken geschiedt d.m.v. bezitsverschaffing (art. 3:90);
is de vervreemder bezitter: levering vind plaats dmv bezitsoverdracht (art. 3:114).
is de vervreemder houder: de levering vind plaats d.m.v. bezitsverschaffing (art. 3:113 lid 1)
In welke drie gevallen is voor bezitsoverdracht een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende?
(sheet 32)
(art 3:115)
a. traditio constituto possessorio (levering d.m.v. bezitsafspraak)
b. traditio brevi manu (levering met korte hand)
c. traditio longa manu (levering met lange hand)
Wat is het verbod van interversie?
sheet 32
kan een houder, behalve d.m.v. feitelijke machtsverschaffing (daadwerkelijke overhandiging, terhandstelling), ook zonder feitelijke handeling (art. 3:115 aanhef) bezit verschaffen? c.p.: neen, wegens verbod van interversie (art. 3:111)