Colleges week 2 Flashcards

1
Q

Wat zijn de verschillende wijze waarop een overeenkomst vernietigt kan worden?
(sheet 60)
art. 3:49 BW

A

Wijze van vernietiging (art. 3:49 BW)
- ofwel door een buitengerechtelijke verklaring dus buiten rechte (art. 3:50 lid 1 BW))
*relativering van deze vernietigingsmogelijkheid: beide partijen moeten erin berusten (art. 3:50 lid 2 BW)
-ofwel door een rechterlijke uitspraak, dus in rechte (art. 3:51 lid 1 BW)
twee opties:
1. art. 3:51 lid 2: rechtsvordering tot vernietiging instellen.
2. zich beroepen op een vernietigingsgrond bij weg van verweer of exceptie (art. 3:51 lid 3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tot wie dient vernietiging te worden gericht?
zie art. 3:56 BW ivm art. 3:50 lid 1 en 3:51 lid 2 BW
(sheet 61)

A

zie art. 3:56 BW ivm art. 3:50 lid 1 en 3:51 lid 2 BW:

  1. wederpartij (wanneer het een meerzijdige rechtshandeling betreft)
  2. geadresseerde wanneer het een eenzijdige gerichte rechtshandeling betreft.
  3. zij die onmiddellijk belanghebbenden zijn bij de instandhouding van de rechtshandeling in geval van een eenzijdige niet-gerichte rechtshandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
Wanneer verjaart de rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling? drie punten bij van belang.
(sheet 62)
art. 3:52 lid 1 aanhef en onder a-d BW
- (art. 3:306)
-  (art. 3:52 lid 2 BW)
- (art. 3:51 lid 3)
A

de rechtsvordering tot vernieling van een rechtshandeling verjaart na 3 jaar (art. 3:52 lid 1 aanhef en onder a-d BW)

  1. dit is een afwijking van de algemene verjaringstermijn van 20 jaar (art. 3:306)
  2. na verjaring kan ook niet meer buiten rechte worden vernietigd (art. 3:52 lid 2 BW)
  3. de verjaringstermijn geldt niet in geval van vernietiging bij weg van exceptie, dit mag ten allen tijde (art. 3:51 lid 3)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe krijg je je fiets (voorbeeld) terug wanneer de koopovereenkomst is vernietigd? (twee mogelijkheden) (belang faillissement)
(sheet 63)

A
  1. Je kan de fiets met een zakelijke actie revindiceren (art. 5:2 BW) (hierdoor ben je separatist buiten een evt faillissement)
  2. Je kan de fiets met een persoonlijke actie terugvorderen uit onverschuldigde betaling (art. 6:203)

*Belang faillissement:
Is de gene waar jij jou fiets aan hebt verkocht failliet, dan kies jij uiteraard voor de revindicatie; kies je namelijk voor de actie uit onverschuldigde betaling, dan heb je slechts een concurrente vordering in het faillissement van de persoon waar je je fiets aan hebt verkocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
Hoe voorkom je een overeenkomst waarvan je weet dat de wederpartij grond heeft tot vernietiging?
(sheet 64)
1. art. 3:54 lid 1 en 6:230 lid 1 BW
2. art. 3:54 lid 2 en 6:230 lid 2 BW
3. art. 3:55 lid 1 BW
A

Vernietiging kan op de volgende wijzen worden voorkomen:
1. wederpartij stelt tijdig wijziging gevolgen rechtshandeling voor, die nadeel op afdoende wijze opheft (art. 3:54 lid 1 en 6:230 lid 1 BW)

  1. rechter wijzigt gevolgen rechtshandeling ter opheffing van nadeel (art. 3:54 lid 2 en 6:230 lid 2 BW)
  2. bevestiging, dit is afstand doen van het recht om een beroep op een vernietingsgrond te doen (art. 3:55 lid 1 BW)
  3. termijnstelling (art. 3:55 lid 2 BW)

NB: 1 en 2 zijn alleen van toepassing in geval van misbruik van omstandigheden en dwaling, dus niet in geval van bedreiging en bedrog (art. 3:44 en 6:228)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is convalescentie (bekrachtiging)? (art. 3:58)

sheet 66

A

Wanneer een overeenkomst aanvankelijk nietig is maar daarna wordt bekrachtigd waardoor het vervolgens toch geldig is. Vb. bekrachtiging van koopovereenkomst waarbij verkoper geen geldige titel had om te verkopen (verkocht boek van zijn vader) maar de vader overlijd kort daarna waarna de zoon de enige erfgenaam is en er dus toch een geldige overeenkomst is. hiervoor moet wel voldaan worden aan de vereisten van art. 3:58 lid 1.

NB: bevestiging (art. 3:55 lid 1) niet verwarren met bekrachtiging (art. 3:58 lid 1); in het eerste geval gaat het immers om een aanvankelijk vernietigbare rechtshandeling die door bevestiging definitief geldig en onaantastbaar is geworden, terwijl in het tweede geval een aanvankelijk van rechtswege nietige rechtshandeling door bekrachtiging definitief geldig en onaantastbaar is geworden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer is dwaling op grond van art. 6:228 NIET mogelijk?

slide 66

A

Indien de dwaling:

een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft.

voor rekening van de dwalende behoort te blijven in verband met:

a. de aard van de overeenkomst
b. de in het verkeer geldende opvattingen
c. de omstandigheden van het geval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betreft art. 6:248 lid & lid 2 BW (redelijkheid en billijkheid (sheet 67)

A

lid 1 betreft de aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid

lid 2 betreft de derogerende of beperkende werking van redelijkheid en billijkheid ook art. 6:2 6:216 alsmede art. 3:12 BW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen bekrachtiging convalescentie en bevestiging?

A

bij bevestiging gaat het om een aanvankelijk vernietigbare rechtshandeling die door bevestiging definitief geldig en onaantastbaar is geworden, terwijl in het geval van bekrachtiging een aanvankelijk van rechtswege nietige rechtshandeling door bekrachtiging definitief geldig en onaantastbaar is geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Betaling: door wie kan bevrijdend worden betaald?

sheet 68

A
  1. door debiteur zelf (evt. door middel van onmiddellijke vertegenwoordiger)
  2. door derde, mits hij handelt ter kwijting van debiteur (uitzondering: nakoming door derde is niet mogelijk indien inhoud of strekking van verbintenis zich daartegen verzet, zoals bij persoonlijke prestaties, bijvoorbeeld van kunstschilder of operazanger; zie art. 6:30 lid 1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Betaling: aan wie kan bevrijdend worden betaald?

sheet 69 en 70) (3 verschillende

A
  1. aan crediteur zelf
    • zie voor betaling aan handelingsonbekwame crediteur art. 6:31 (‘werkelijk voordeel’ kan van geestelijke, lichamelijke of financiële aard zijn)
    • zie voor betaling aan inningsonbevoegde crediteur, zoals in geval van vruchtgebruik (art. 3:210) of openbaar pandrecht (art. 3:246) op vordering: art. 6:33
  2. aan iemand die naast (bijv. gevolmachtigde) of in plaats van (bijv. wettelijk vertegenwoordiger, vruchtgebruiker of openbaar pandhouder) crediteur tot ontvangst bevoegd is
  3. aan iemand die onbevoegd is om prestatie te ontvangen, doch alleen in geval van:
    a. bekrachtiging (art. 6:32)
    b. gebaat zijn, dat wil zeggen: in vermogen zijn gevloeid van degene aan wie moest worden betaald (art. 6:32)
    c. art. 3:35, 36 en 61 lid 2
    d. art. 6:34 i.v.m. art. 6:36 en 37
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heten allen actoren bij het overhevelen van een vordering op een derde (dus bijv. C heeft schuld op A komt tot de overeenkomst deze vordering te leveren aan B, tegen betaling evt. ). en wie heeft dan verhaal op wie?
(slide 71)

A
  • A heet ‘cedent’ (oude crediteur)
  • B heet ‘cessionaris’ (nieuwe crediteur)
  • C heet ‘debitor cessus’ (debiteur)
  • levering door A aan B van vordering op
    C heet ‘cessie’ (art. 3:94 lid 1)

als cessie A-B aan C is medegedeeld (art. 3:94 lid 1), vervolgens C aan B heeft betaald en ten slotte koopovereenkomst A-B is vernietigd (art. 3:53 lid 1), heeft C ten onrechte aan B betaald (C had immers aan A moeten betalen); C kan zich echter beroepen op bescherming van art. 6:34 lid 2 en ware gerechtigde A heeft verhaal op B, die betaling zonder recht heeft ontvangen (art. 6:36)

NB: ‘aan die ander’ in art. 6:34 lid 2 hoort niet bij ‘betaling’, maar bij ‘tegenwerpen’; wetgever had dus beter kunnen redigeren als volgt: ‘kan de schuldenaar een inmiddels gedane betaling tegenwerpen aan die ander’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is opschorting tot nakoming?

A

wettelijke regeling in afdeling 6.1.7 (art. 6:52-57)

omschrijving opschortingsbevoegdheid in art. 6:52

speciesbepalingen:

retentierecht (art. 6:57 i.v.m. art. 6:52-56 en art. 3:290-295): het recht om jou deel van de overeenkomst op te schorten als je nog een vordering op de wederpartij hebt open staan.
exceptio non adimpleti contractus (art. 6:262 i.v.m. art. 6:264); wanneer de wederpartij haar verplichting niet na komt
onzekerheidsexceptie (art. 6:263 i.v.m. art. 6:264): wanneer er omstandigheden zijn die goede grond geven te vrezen dat de wederpartij haar verplichting niet kan na komen, bijv. dreigend faillissement.

NB: laatste twee excepties zijn slechts van belang in geval van wederkerige overeenkomsten (art. 6:261)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de mogelijke acties van de crediteur in geval van niet-nakoming, ondeugdelijke nakoming of te late nakoming?
(sheet 74)

A
  1. nakoming vorderen (art. 3:296)
  2. ontbinding (art. 6:265)
  3. vervangende schadevergoeding (art. 6:74, 87 en 95 e.v.)
  4. nakoming en aanvullende schadevergoeding (art. 3:296 en 6:74 en 95 e.v.)
  5. ontbinding en aanvullende schadevergoeding (art. 6:74, 95 e.v., 265 en 277)

NB: nakoming én ontbinding is uiteraard onmogelijk, behalve ingeval voor het verleden nakoming en voor de toekomst ontbinding wordt gevorderd (denk aan duurovereenkomsten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de twee verschillende vormen van tekortkoming (neutraal begrip)?
(sheet 76)

A
  1. toerekenbare tekortkoming (wanprestatie)

2. niet-toerekenbare tekortkoming (overmacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is er sprake van overmacht?

(sheet 76) (art. 6:75

A

zie art. 6:75: indien tekortkoming

1. niet is te wijten aan schuld (verwijtbaarheid) van debiteur
2. niet voor rekening (risico) van debiteur komt krachtens
	a. wet
	b. rechtshandeling
	c. verkeersopvattingen
17
Q

Wat is ingebrekestelling en daarop volgend verzuim?

sheet 77

A

ingebrekestelling is schriftelijke aanmaning waarbij debiteur redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld (art. 6:82 lid 1)

blijft nakoming binnen deze termijn uit, dan treedt verzuim in (art. 6:82 lid 1); belang: wettelijke rente is verschuldigd vanaf tijdstip verzuim (art. 6:119 lid 1)

in drie gevallen treedt verzuim zonder ingebrekestelling in (art. 6:83 onder a, b en c)

18
Q

Wanneer kan je een wederkerige overeenkomst ontbinden?

sheet 78

A

zie art. 6:265 e.v., in het bijzonder art. 6:265, 267, 269, 271 en 273

  • ontbinding alleen bij wederkerige overeenkomsten in de zin van art. 6:261 lid 1, behoudens toepasselijkheid van art. 6:261 lid 2
  • ontbinding bij iedere tekortkoming, dus bij wanprestatie én overmacht; in beginsel is voor ontbinding verzuim vereist (art. 6:265)
  • wijzen van ontbinding: buiten rechte (schriftelijke of elektronische verklaring) of in rechte (art. 6:267); let op verschil met buitenge-rechtelijke vernietiging, waarbij geen schriftelijke of elektronische verklaring is vereist (art. 3:50)
  • ontbinding heeft geen terugwerkende kracht en geen goederenrech-telijk effect; er ontstaan slechts ongedaanmakingsverbintenissen (art. 6:269, 271 en 273); let op verschil met vernietiging, waarbij wél sprake is van terugwerkende kracht en goederenrechtelijk effect (art. 3:53 lid 1)
19
Q

Wat heeft ontbinding niet?

A

ontbinding heeft geen terugwerkende kracht en geen goederen rechtelijk effect.

wel ongedaanmakingsverbintenissen
retro overdracht zie art. 6:271 BW.