College 7 Flashcards
Trauma
Twee betekenissen: eenmalige gebeurtenissen & terugkerende gebeurtenissen
Gevolgen van trauma?
Stress, evt PTSS
PTSS kenmerken
Intrusieve (opdringende beelden) herinneringen/belevingen, vermijding, negatieve veranderingen denken en stemming, veranderingen in fysieke en emotionele reacties
Verdere voorwaarden PTSS
schokkende gebeurtenis meegemaakt (indirect of direct), langer dan een maand klachten
Complexe PTSS
- kenmerken PTSS
2. bijkomende problemen: sociale problemen, negatief zelfbeeld/opvattingen, emotieregulatieproblemen
Window of tolerance
Hoe iemand stress aan kan. Goed: stress blijft binnen raam. Slecht: stress gaat buiten raam en raam wordt smaller.
- kan leiden tot trauma
- raam groter maken door kalmeren en laten zien dat die persoon veilig is, hoe het kind zichzelf kan kalmeren en wat emoties zijn en hoe onder woorden te brengen
2 soorten arousal
Hypo en hyper arousal
hypo arousal
hartslag omlaag, kind trekt zich terug, sluit zich af en vermijd situaties. Kind lijkt onbereikbaar/emotieloos/passief.
Hyper arousal
hartslag omhoog, kind prikkelbaar en nerveus, krijgt pijn, raakt overspoelt door emoties en lichamelijke reacties. Maakt een agressieve of angstige indruk.
Dose-respons effect
hoe groter de dosis (blootstelling aan trauma) is, hoe ernstiger het effect
Subjectieve beleving
hoe jij het hebt ervaren en hoe je erbij denkt.
Vb: het is een storm, of we storten neer.
Risicofactoren trauma
Angst voorafgaand aan gebeurtenis, klachten/psychopathologie voor gebeurtenis, onveilige gehechtheid, klachten bij ouders/minder beschikbare ouders, GEBREK AAN VEILIGE EN ONDERSTEUNENDE OMGEVING NA TRAUMA
Social thinning
kind verliest sociale contacten door traumatische ervaringen
Protectieve/beschermende factoren
Uitleg/psycho-educatie over gebeurtenis, klachten/symptomen normaliseren, sociale steun, traumasensitief reageren, omgeving die signalen herkent, zelfregulate/effortful control
traumasensitief reageren
gedragsproblemen snappen, net een laagje dieper kijken, traumabril opzetten
Effortful control
zelfregulatie
Regressie
terugvallen naar jonger gedrag
preverbaal trauma
traumatische ervaringen voordat het kind in staat is goed verbaal te communiceren
Soorten interventies
Gericht op ondersteuning/bevordering ontwikkeling: goede pleegzorg, supportgroepen, protectieven factoren thuis en op school.
gericht op direct verwerken/opruimen trauma: TG-CGT, schrijftherapie, EMDR