college 6 Flashcards

1
Q

de rechterlijke macht

A

tot de rechterlijke macht behoren:
- rechtbanken (incl. sector kanton)
- gerechtshoven
- hoge raad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

geen rechterlijke macht maar wel met rechtspraak belast

A
  • de afdeling bestuursrechtspraak van de raad van state
  • het college van beroep voor het bedrijfsleven
  • de Centralen raad van beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onafhankelijke rechter tussen twee categorieën

A

persoonlijk en zakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

onpartijdige rechter tussen twee categorieën

A

subjectief en objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

persoonlijke onafhankelijkheid

A

rechtspositionele onafhankelijkheid
- benoeming voor het leven
ontslag op eigen verzoek of bereiken bij wet bepaalde leeftijd van >70 jaar
- schorsing en ontslag door gerecht van rechterlijke macht > hoge raad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zakelijke onafhankelijkheid

A

beslissingsvrijheid van de rechter
- geen ambt van andere kan aanwijzingen geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

subjectieve onpartijdigheid

A

persoonlijke instelling of overtuiging van de rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

objectieve onpartijdigheid

A

biedt rechterlijke instantie voldoende waarborgen om gerechtvaardigd twijfel aan onpartijdigheid uit te sluiten
- niet tegelijkertijd rechter-plaatsvervanger en advocaat of officier van justitie in hetzelfde arrondissement
- buiten de rechtszaal niet verbonden met een van de [artijden

  • bij gerechtvaardigde twijfel aan onpartijdigheid rechter –> wrakingsverzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

rechtsvorming, mag een rechter weigeren in een zaak te beslissen als de regels niet duidelijk zijn

A

de rechter die weigert recht te spreken, onder voorwendsel van het stilzwijgen, de duisterheid of de onvolledigheid der wet kan uit hoofde van rechtsweigering vervolgd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

rechterlijke uitspraak

A

concrete beslissing van de rechter bestaat uit rechtstoepassing, rechtsvinding en rechtsvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

grammaticale of taalkundige interpretatiemthode

A

kijken naar de letter van de wet en de taalkundige betekenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wetshistorische interpretatiemethode

A

kijken naar hoe de wet oorspronkelijk bedoeld is, bijvoorbeeld door de wetsgeschiedenis te analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

systematische interpretatiemethode

A

kijken naar het systeem van de wet en hoe dat ‘in elkaar haakt’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

teleologische interpretatiemethode

A

kijken naar hoe een wet in de maatschappij van vandaag de dag bedoeld is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

toetsingverbod

A
  • de rechter mag niet beoordelen of formele verdragen en wetten kloppen met de grondwet.
  • de rechter is wel bevoegd om een wet in formele zin te toetsen aan normen van EI-recht/internationaal recht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly