College 4: immuunsysteem Flashcards
Welke rol speelt immuunsysteem tussen stress en vatbaarheid bepaalde ziekten?
- Zorgen voor tegengaan verspreiding infectie
-Opsporen en verwijderen van kankercellen - Veroorzaken van een ontsteking
- Herstel en genezing van beschadigd weefsel.
-Verwijderen/opeten van beschadigd weefsel.
Uit welke twee vormen bestaat het immuunrespons?
Niet-specifiek en specifieke respons.
Niet-specifieke respons is…
het aangeboren immuunrespons dat niet verandert na herhaaldelijke bloedstelling.
Een specifieke respons is..
een aangeleerde immuunrespons die beter wordt na elke blootstelling met een specifiek pathogeen.
Wat is een lymfeklier?
Dit zijn kleine klieren door het het lichaam die zorgen voor een goede werking van het immuunsysteem en fungeert als filter voor vreemde stofjes en kankercellen.
Waaruit ontstaan bloedcellen?
Bloedcellen ontstaan in je beenmerg vanuit stamcellen die zich gaan differentiëren.
Wat zijn Erythocyten?
Rode bloedcellen-> deze brengen zuurstof naar lichaamsweefsel en worden aangemaakt in het rode beenmerg van grote botten.
Wat zijn leukocyten en welke vallen hieronder?
Dit zijn witte bloedcellen en deze zijn betrokken bij de bescherming tegen infectieziekten en vreemde indringers.
De volgende cellen vallen hieronder:
Phagocyten: eetcellen.
Welke cellen vallen er onder Phagocyten en welke functie hebben zij?
Granulocyten: eten vreemde stofjes op. Hierna gaan ze dood en vormen ze pus.
Macrofagen (in bloedbaan als inactieve monocyte)-> gaan naar een infectie en eten deze op. Kleine stukjes wat het heeft gegeten wordt aan de buitenkant geplaatst= antigenen.
Dendritische cellen: bevinden zich aan de kant waar het met de buitenwereld interacteert. Presenteren ook antigenen na eten vreemde stofjes.
Bloedblaadjes: stollen wondjes.
Lymphocyten: herkennen en verwijderen vreemde stofjes.
Wat zijn de functies van een immuunreactie?
- Tegengaan van infectieziekten, zoals: bacteriën (chlamyidia, salmonella etc), Virussen (HIV, corona) en protozoa (malaria, diadia etc.)
- Allergische reacties: heftige reacties op stoffen die dat normaal niett hebben.
- Auto-immuunziektes: het immuunsysteem gaat lichaamseigen cellen aanvallen.
- Cardiovasculaire ziekten: dichtslibben van de aderen.
- Kanker
- Psychosomatische aandoeningen: veroorzaakt door stress waarin het imuunsysteem een grote rol speelt.
Eigenschappen van een virus:
- bevat capsule/jasje met DNA en RNA.
- heeft geen eigen middelen -> mitrochondriën en endoplasmatisch reticulum om zichzelf te vermeerderen. –> hierdoor heeft het virus een hostel (=lichaamseigen cel nodig).
Hoe ziet een infectieverloop eruit?
- Virus dringt binnen.
- DNA of RNA order gerepliceerd.
- Gedeelte RNA/DNA wordt omgezet tot nieuwe eicellen
- Cel springt open of laat nieuwe virus los in het lichaam.
- Virus is klaar om andere cellen binnen te dringen.
Worden virussen altijd geactiveerd?
Sommige virussen worden alleen geactiveerd onder bepaalde omstandigheden-> temperatuur, stress etf.
Welke onderdelen van het aangeboren immuunsysteem kunnen voorkomen dat bacteriën en virussen binnendringen?
Huid, slijmvliezen, zuurgraad, secretie etc.
Complement systeem, NK-cellen, fagocytose (eetcellen) en onstekingsreactie.
Wat is het complement systeem van het immuunsysteem
onderdeel van immuunsysteem dat en aanvulling vormt op het vermogen van antilichamen en fagocytische cellen om antigenen uit een organisme te verwijderen, ontstekingen te bevorderen en het plasmamebraam van de ziekteverwekker aan te vallen.