College 3: The evolving mind & measuring the mind Flashcards
1
Q
Charles Darwin (1809 - 1882)
A
- Grote impact op Westers wereldbeeld
- Naturalistisch perspectief onderzoek
- Common ancestor theory
- Combinatie met ideeën Lamarck en Malthus -> evolutieproces van soorten via natuurlijke selectie
- Malthus: struggle for existence
- Drie kenmerken van evolutietheorie
- Expression of the emotions; link met biologische psychologie (en rol van evolutie)
2
Q
Lyell (1797 - 1875)
A
- Geoloog
- Onderzoek naar geologische tijd; huidige kenmerken van de aarde niet a.g.v. plotselinge gebeurtenissen maar gelijkmatige processen over een lange tijd
3
Q
Ussher
A
- Oude ideeën over schepping van de aarde (1600)
- Uitrekenen van exacte datum van de schepping volgens teksten uit de Bijbel
4
Q
Lamarck (1744 - 1829)
A
- Ideeen over evolutie voor Darwin; planten en dieren soorten ontstaan door overerving verworven eigenschappen (door interactie met de omgeving)
- Werkt niet voor eigenschappen die niet verworven zijn
- Gewoonte -> instinct (Lamarckiaans proces)
5
Q
Malthus
A
- Ideen over bevolkignsgroei, economie en armoede
- Armoede = onvermijdelijk
- Meer nazaten dan beschikbare hoeveelheid voedingsstoffen en materialen -> altijd sprake van een gebrek
6
Q
Wallace
A
- Zelfde ideen als Darwin over evolutietheorie
- Leidde tot versnelde publicatie van OTOOS
- Delen ideen met andere wetenschappers via Royal Society
7
Q
Herbert Spencer
A
- Voorafgaand aan Darwin
- Ideen over constante evolutie (meer evolutie, is ook verbetering)
- Niet-organische systemen
- Altijd van eenvoudig naar complex (via competitie en SOTF)
- Natuurlijk proces en effect op maatschappelijke status quo -> rol van hogere lagen bevolking
- Onderdeel van fundamentele theorie Sociaal Darwinisme
8
Q
Galton
A
- Whenever you can, count
- Ontwikkeling Eugenetica; selective breeding + verschil tussen groepen en individuen m.b.t. aanpassing op ‘sociale competitie’
- Onderzoek naar stambomen van genieen; bewijs vinden voor erfelijkheid
- Meten fysiologische maten voor intelligentie (voor genetische aspecten, want genetica bepaald intelligentie)
- Onderzoek naar persoonskenmerken en link tussen fysieke eigenschappen en genetica
9
Q
De Candolle
A
- Nature vs nurture debat -> nadruk op belangrijke rol van omgeving; bepalen bijzondere capaciteiten
- Onderzoeken van beide factoren via self-questionnaire methode (vragenlijst RS; vaststellen verband tussen fysiologische kenmerken en grote/intelligentie hersenen)
- Relatie tussen westerse democratie en mensen met hoge mentale capaciteiten