College 2 Flashcards
cross sectioneel survey
- Observaties op één punt in de tijd
- Hoe iets is op dat moment
- Generalisatie is ingewikkeld
- Je weet niet voor hoe lang dingen zo blijven
Longitudinaal onderzoek
- Observaties over een langere tijdsperiode
- Bijvoorbeeld trends, panel en cohort surveys
Trend survey
Verschillende mensen op verschillende tijdspunten
Panel survey
Vragenlijst onder telkens dezelfde deelnemers
Meerdere malen afgenomen
Cohort survey
Onderzoekers hebben een categorie waaraan deelnemers moeten voldoen
Niet telkens dezelfde mensen
Voeren regelmatig onderzoek binnen die categorie uit
Construct
Een theoretisch concept, thema of idee gebaseerd op empirische observaties
Variabele
Een meetbare eenheid
Conceptueel model
In een conceptueel model wordt de vraagstelling systematisch weergegeven
Algemene leidende gedachte waarin het streven schuilgaat om die gedachte uit te werken tot een theorie
Samenhang
Geen oorzaak gevolg, als de scores op de ene variabele veranderen, veranderen de scores op de andere variabele mee maar dit kan door een andere oorzaak komen
Causaliteit / causaal verband
Oorzaakgevolg verband, het een leidt tot het ander
Voorwaarden:
-Samenhang
-Onomstreden chronologische volgorde
-Afwezigheid van schrijnvariabele
Schijnverband
Samenhang die wordt veroorzaakt door een gemeenschappelijke oorzaak maar hebben onderling niet echt iets met elkaar te maken
Confound
Van invloed op zowel de determinant als de uitkomst, verstoord het verband
Meditatie
Indirect / tussenliggend effect
Moderatie
Effect is niet onder alle omstandigheden gelijk
Onafhankelijke variabele
X-variabele, de verklarende variabele “oorzaak”
Afhankelijke variabele
Y-variabele, de variabele die je wilt verklaren “gevolg”
Mediërende variabele / mediator
Indirect effect
Verklaart op welke manier twee variabele gerelateerd zijn
Modererende variabele / moderator
Een modererende variabele kan ervoor zorgen dat onder sommige omstandigheden het effect zwakker of sterker is
Nuanceert de relatie
Sotrende variabele (confound)
De gemeenschappelijke oorzaak die zorgt voor een schijnverband
Controlevariabele
Schakelt de confound uit in statistische variabele
Het zijn variabele waarin je niet geïnteresseerd bent, maar waarvoor wordt gecontroleerd, omdat ze de resultaten kunnen beïnvloeden
Populatie
De groep mensen, gebeurtenissen of dingen waarin je geïnteresseerd bent
Het wie of wat waar je aan het einde van je onderzoek iets over wilt kunnen zeggen
Steekproef
Een steekproef is de specifieke subgroep die je daadwerkelijk onderzoekt en waarvoor je data verzamelt
Kanssteekproef
Toeval bepaald het selectieproces, elk steekproefelement heeft een even grote kans om in het onderzoek mee te doen
Met deze techniek kan je later beter generaliseren
Het doel hiervan is een representatieve sample krijgen (een sample die de hele populatie waarvan het genomen is vertegenwoordigd)
Niet-kanssteekproef
Kans om geselecteerd te worden is onbekend. Heeft niet als goal om de hele onderzoekspopulatie te representeren. Kan worden gebruikt om mensen met abnormaliteiten of specifieke eisen te selecteren