College 2 Flashcards

1
Q

Motivatie theorieën

A

-instinct doctrine
-drive reduction theory
-arousal theory
-incentive theory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Instinct doctrine

A

Mensen worden gedreven door instinct. Niet aangeleerd gedrag en gewoontes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Drive reduction theory

A

Gedrag wordt gestimuleerd vanuit een fysieke of geen fysieke (secondary drive) need.
Cognitive dissonance theory, door gedrachten aan te passen gedrag aan passen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Arousal theory

A

Ons gedrag wordt gemotiveerd door de behoefte om een optimaal niveau van arousal te ervaren.
Hangt af van jouw persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Incentive theory

A

Gebaseerd op de leertheorie.
Positieve VS negatieve incentives (gevolgen van gedrag).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Intrinsiek gemotiveerd

A

Geen externe beloning, maar van eigen zelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Extrinsiek gemotiveerd

A

Je wordt van buiten af beloond door een ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maslov

A

Alleen wanneer je je basisbehoeftes hebt gevuld kan jij je pijlen zetten op gedrag op hoger niveau, niet hiërarchisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

4 basis emoties

A

Boos, bang, blij, bedroeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Oorzaken emoties

A

Nare belevingen.
Door de fysiologie van je lijf.
Gedachten kleuren jouw emoties en visa versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe meet je emoties

A

Hoe uit je ze en wat doet dat met je lijf? Universeel fysiek hetzelfde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Theoriën, hoe weet je wat je voelt?

A

James-Lange perifeer
Cannon-Bard central
Schachter-singer cognitive
Lazarus cognitive appraisal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

James-Lange perifeer

A

Je lijf reageerd met fysiologische reacties op een omgeving. Deze reacties worden door het brein benoemd als bepaalde emotie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cannon-Bard central

A

Fysiek en emotie staan los van elkaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Schachter-Singer cognitive

A

James heeft gelijk maar het is ingewikkelder, je moet de situatie die vooraf ging aan de fysiologische activiteit erbij betrekken.
Excitation transfer theory.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Excitation transfer theory

A

Door feest positieve emoties > leuke man tegenkomen > alle positieve emoties gelinked aan man niet aan feest > ochtend daarna leeft man niet op aan de realiteit.

17
Q

Lazarus cognitive appraisal

A

Interpretatie van situatie veroorzaakt je emoties. Hoe belangrijk is wat er nu gebeurd?