college 1 Flashcards
ontstaan ecologische modellen
bronfenbrenner te veel aandacht aan gedrag van kinderen in te korten niet representatieve situaties, hij wou rel life situaties
ecologisch model
stelling 1= proximale processen= interacties met omgeving door dit te herhalen zorgt voor effect van ontwikkeling
stelling 2= effect van proximale processen verschillen per persoon
echologisch model bronfenbrenner
micro= kind directe omgeving, buren ouders, school
meso= relatie tussen omgevingfactoren va kind met elkaar en verbanden
exo= bv indirecte invloed die werk van ouders op ouders heeft en dus weer op kind
macro= nationaliteit, politiek, waarden en normen cultuur
chrono= tijd, veranderende omgeving historische context
genetische erfelijkheid bronfenbrenner
de manier waarop genotype word omgezet in fenotype kind komt door proximale processen
kagitcibasi waarde kind voc= value of children
door economische ontwikkeling neemt waarde kind toe en ook kosten dus minder kinderen
1. economisch/utilistisch= kind materiele voordelen hebben, old age security dus zorgen voor ouders etc
2. psychologisch= gezelligheid en voldoening
3. sociale waarde= sociale acceptatie wanneer mensen kinderen krijgen en ook familie tradities die worden doorgegven, naam die word overgegven bij jongen dan
voc shifted
eerst vooral economsch/utitlistische waarde maar door socioeconomische ontwikkelingen voor old age security is dit omlaag gegaan en de psychologische waarde omhoog gegaan.
model of family change, 3 gezinspatronen onderscheiden
family model of interdependence= minder ontwikkelde, platelandse gebieden, families zijn psychologisch en matereel meer afhankelijk van elkaar, meer collectivistisch= related self
2. family model of independence= meer westerese individualistische landen= seperate self
3. family model of psychological interdependence= stedelijke, ontwikkelde culturen waar er wel verbinding is, beetje van beide hierin is onderlinge afhankelijk op emotioneel gebied belangrijk en materiele onafhankelijk ook= autonome- related self
175 vs 2003 voc
economische redenen naar psychologische redenen
- voorkeur jongens naar meisjes
- minder verwwachtingen van hulp kinderen
- gewenste kwaliteiten= rekening houden ouders en goede persoon naar minst belangrijkst
- veel minder kinderen
keller blikken op comptentie
technological intellegence= logisch na kunne denken over relaties in een probleem= formele operatationele fase piaget, dit is een manier om te kijken naar competentie. zelfontplooing en sociale bijdrage, competentie is bijdragen aan samenleving vooraal afrika.
keller twee vormen competentie
indepent en interdepent, beide vormen bestaat de rol van familie en sociaal contact maar amnier erop verschilt. of psychologische interdepentie dus dat agency bij kinderen belnagrijk is maar psycholosch afhenkelijk.
apprentice model of infancy keller
kindern en ouders relatie als expert en lerende, interdependent opvoeding= nadruk op familirealties en materiele en emotionele afahnkelijkheid, idelaen zijn harmonie, respect en hierarchie, interpersoonlijke nabijheid en wamrte om normen en waarden te accepteren
nso in kameroen duitsers middenklasse stedelijk in onderzoek keller
nso interdependent cultuur= borstvoeding als lichaamscontact, lichamelijke ontwikkeling, overnemen van taken als vorm van interdependence
apprentice model
nso belangrijk om de motorische pontwikkelin te stiumleren dus moder als expert en kinderen als leerking, cognitieve ontwikkeling gestimuleerd door objecten en praten
ontwikkelingperspectieven apprentice model of infancy
kinderen leren aandact geven aan hun verzorgers en leren sociale vaardigheden door contact ouders en brusjes
equality model of infancy keller
kind gezien als gelijkwaardige partner in sociale communicatie. independetn ontwikkeling= focus op emotioneel positieve communicatie, vel tijd alleen dooorbrengen zelfstandig, cognitieve ontwikkeling door child directed speecg, oogcontact, huidige tijdsgeest info opvoeding.