Cluster 2 Flashcards

1
Q

problemen medische technologie

A

arts verliest vertrouwen in eigen klinisch oordeel
arts pt relatie verslechterd; pt meer objectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

opaak lichaam

A

ondoordringbaar
19e eeuw begon men lichaam door te dringen dmv auditief, visueel, numeriek, grafisch en chemisch
hierdoor toenemende objectivering pt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beperkingen big data

A
  • vervangt wetensch onderzoek niet
  • betekenis verbanden niet duidelijk
  • betrouwbaarheid discutabel
  • manipulatie
  • vicieuze cirkel doordat gegevens op internet komen waardoor mensen meer googelen
  • gegevens niet relevant
  • zeldzame situaties werkt niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hersendood

A

volledig en onherstelbaar verlies functies hersenen, incl hersenstam en verlengde merg
- essentieel voor orgaandonatie

criteria
- uitsluiten reversibele oorzaak
- hersenstamreflexen
- hoestprikkel
- ct scan
- eeg, apneutest

letsel moet dodelijk en bekend zijn en weten dat niet behandelbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vaststellen hersendood

A

anamnese en algemeen onderzoek
klinisch neurologisch onderzoek
aanvullend onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verspreidingsmodel/determinisme wetenschap
(standaardmodel)

A
  • stapsgewijs proces
  • onafhankelijke individuen
  • ontw wetensch en techn beinvloeden samenleving
  • wetenschap maakt technologie; deze komt in samenleving terecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vervlechtingsmodel

A

wetenschap, technologie en samenleving zijn vervlochten en wederzijds beinvloeding
- constructivistisch

kritiek: belangenverstrengeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geanticipeerde beslissingsspijt

A

iemand die test niet neemt maar vervolgens wel afwijking heeft, spijt dat hij test niet genomen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Latour en techniek

A

techniek niet neutraal; heeft script in zich - voorgeschreven programma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

marteriele rechtvaardigheid

rechtvaardigheidsprincipes

A

streeft naar een eerlijke verdeling van de materiële middelen, zoals inkomen, eigendom, gezondheidszorg, onderwijs en andere sociale goederen

utilisme, liberalisme, communitarisme, egalitarisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Utilitarisme

A

verdelen van middelen op een manier die het grootste totaal welzijn voor de samenleving oplevert,

gezondheidswinst voor zoveel mogelijk mensen, met zo min mogelijk kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

communitarisme

A

gemeenschap is belangrijk; zoveel mensen moeten deelnemen en samen beslissen wanneer iemand zorg krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Egalitarisme

A

gelijke toegang mogelijk tot zaken die ieder redelijk denkend mens zou willen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Liberalisme

A

iedereen verantwoordelijk voor eigen zorgbehoeftes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schaarste leidt tot oa:

prioritering

rantsoenering

A

= selectie behandelingen (basispakket of aanvullend)

= selectie patiënten (wachtlijsten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

QALY

A

gezondheidswinst
- kwaliteitscorrectie
- aggregatieprobleem
- inherente leeftijdsdiscriminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

rantsoenering manieren

A

chronologisch; wie eerst komt, wie eerst maalt
niet-medisch; leeftijd, sociale positie
medisch; urgentie, behoefte, succeskans
obv loting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

conflict kennisclaims/richtlijnen

A

door richtlijnen valt evidence based medicine weg; wordt niet meer naar uitkomst pt gekeken maar richtlijnen -> miss werkt behandeling wel bij individuele pt maar staat het niet in de richtlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

fasen voor nieuw gnm op de markt

A
  1. onderzoeksfase
  2. preklinische fase
  3. klinische fase
  4. registratiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

klinische trial fases

A
  1. veiligheid
  2. doeltreffendheid
  3. grote schaal
  4. post marketing surveillance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

criteria nieuw gnm

A

kwaliteit / reproduceerbaar
werkzaamheid / beter dan placebo, zelfde comparator
veiligheid / benefitrisk ratio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

toetsen gnm

A

CBG en EMA (europa)

23
Q

partijen betrokken nieuwe gnm

A

farmaceutische industrie
CBG
verzekeringsmaatschappij
patienten
overheid

24
Q

drijfveer nieuwe gnm

A

uitvinding
bedreiging
vraag
geld

25
Q

registratiedossier

A
  • chemisch/farmaceutisch dossier
  • preklinisch dossier
  • klinisch dossier
26
Q

SmPC

A

contract tussen registratieautoriteit en fabrikant gnm
> indicaties, CI, dosering, bijwerkingen, waarschuwing etc

27
Q

generiek middel

A

wanneer gnm wordt nagemaakt nadat patent verlopen is (lijkt op eerder gnm want zelfde dossier kan gebruikt worden)

28
Q

absoluut risico vs relatief risico

A

incidentie ziekte - verhouding aantal x behandelde groep vergeleken met placebogroep

29
Q

NNT

NNH

A

aantal pt dat behandeld moet worden om bepaalde ongunstige uitkomst te voorkomen

aantal pt dat behandeld moet worden om ongunstige effecten te zien bij 1 pt

30
Q

NNT berekenen

A

100/ARR

ARR = A/A+b - B/B+D x 100%

31
Q

off label voorschrijven

A

binnen beroepsgroep protocollen of standaarden voor + verplicht tegen pt zeggen

32
Q

marketing/artsen beinvloeden bepaald middel voorschrijven

A
  • gunstbetoon/cadeau
  • medical writing (artikel laten schrijven)
  • ghostwriting (zelf schrijven)
  • congressen en nascholing
  • artsenbezoekers
  • seeding trials
  • discussiegroepen
33
Q

FTO

A

farmaco therapeutisch overleg; tuussen huisartsen en apothekers

34
Q

formularium

A

afspraak over keuzemiddelen per praktijk, regio, zkh of land

35
Q

CGR

A

verantwoordelijk voor zelfregulering bij gnm reclame met focus op uitingen over receptgnm en financiele relaties

36
Q

trends 20e eeuw

A
  • wetensch vooruitgang
  • gestegen welvaart
  • gestegen levensverwachting
  • vergrijzing
  • chronisch zieken meer
  • meer staatsinterventie

> secularisering (men neemt heft in eigen hand, gezondheid is maakbaar)
gezondheid is een recht ipv gift
maakbaarheidsideaal
rationalisering en objectivering
individualisering

37
Q

klassieke grondrechten

A

18e eeuw had koning absolute macht > dit ter bescherming individuen; tegen inbreuk autonomie

  • vrijheid onderwijs
  • prive eigendom
  • godsdienst/levensovertuiging
  • mening
  • onaantastbaarheid

absoluut: onafhankelijk van welvaart land
overheid terughoudend

38
Q

sociale grondrechten

A

20e eeuw; participatierechten
- maatsch en culturele ontplooiing
- sociale zekerheid
- woon en werkgelegenheid
- bestaanszekerheid en welvaart
- onderwijs
- volksgezondheid bevorderen

niet absoluut: afhankelijk welvaart, kwestie van verdeling en dus politieke kwestie
overheid actief optreden

38
Q

zorg en politiek 19e eeuw

A
  • zelfredzaamheid en zelfontplooiing
  • economisch en militair belang
  • minimale staatsinterventie
39
Q

zorg en politiek 20e eeuw

A
  • verplichtingen staat jegens burger
  • verzorgings/solidariteitsideologie
  • vergaande staatsinterventie
40
Q

zorg en politiek 21e eeuw

A
  • zorg als recht
  • kater zorgkosten
  • zorgmarkt tussen solidariteit en zelfredzaamheid
  • participatiesamenleving?
41
Q

voorwaarden preventieve zorg

A

kennis; inzicht gezondheidsdeterminanten
aanvaarding kennis; acceptatie en maatregelen
implementatie; bereidheid en in staat leefregels opvolgen

42
Q

periodisering preventie

A
  1. hippocrates (verband omgeving en ziekte)
  2. genootschappen (overgang naar PH; aandacht gezondheidsdeterminanten op populatieniveau)
  3. sanitaire beweging
  4. medicalisering en interventiestaat (staat besef verplichting jegens burgers)
  5. risk society (staat trekt deels terug)
43
Q

meldplicht

A

acuut bij groep A
<24 uur bij zekerheid B1/2 en C, vermoeden B1 en bij vermoeden B1/2 met weigering onderzoek

44
Q

isolatie

A

voorzitter veiligheidsregio bij gegrond vermoden A ziekte

burgemeester bij B1 ziekte, vermoeden B1/2 of weigering onderzoek

45
Q

voorwaarden isolatie

A

-ernstig gevaar volksgezondheid (doelmatig)
- geen bereidheid tot opname
- geen andere manier (subsidiariteit)
- pt krijgt raadsman

46
Q

quarantaine

A

bij recent contact A ziekte, ernstig gevaar volkgsgezondheid of geen andere manier aard omvang gevaar vaststellen

> botsing individuele rechten en algemeen belang

47
Q

Wbo

A

doel: bescherming bevolking tegen onderzoek dat gevaar kan vormen

hoe: vergunning; deugdelijk, wettelijke regels, risk benefit

48
Q

kenmerken preventie

A
  • public health
  • gericht op populaties
  • interventies bij asymptomatische personen
  • veelal aanbod, geen verplichting
49
Q
A
50
Q

problemen preventie

A
  1. preventieparadox; individu heeft er minder aan dan groep, risico’s preventieonderzoek, duur
  2. ondermijnd door eigen succes
  3. medicalisering
51
Q

sense of coherence/mentaal stabiel zijn

A
  1. begrijpbaarheid > begrijp wat er gebeurt
  2. hanteerbaarheid > regie houden
  3. zinvol in levenscontext
52
Q

kenmerken nudge

A
  • bewuste poging gedrag beinvloeden
  • automatische gedragsprocessen
  • alternatieve keuze is reeel
  • keuzevrijheid
  • doelgerichtheid
  • compensatie voor gebrek capaciteit
  • aanmoediging gewenst gedrag
  • gericht op ongewenst gedrag
53
Q

soorten nudges

A

incencitive = dmv beloning

default = standaard tenzij anders aangegeven (donor)

salience and affect = boeken, fotos, films

norms and messenger = beinvloed door anderen

priming = onbewust

commitments and ego = consequenties als iemand niet aan afspraak houdt