Circulatie 3 Flashcards

1
Q

Functies van de nier

slimstuderen blz 6

A
  1. Uitscheiden afvalstoffen
  2. EPO productie
  3. Omzetting naar actieve vorm Vit D
  4. Vochtbalans: osmoregulatie
  5. Natriumbalans: bloeddruk- en volumeregulatie
  6. Kaliumbalans
  7. Fosfaatbalans
  8. Zuur-basebalans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Chronische nierinsufficiëntie (CNI)

A
Irreversibele nierschade >3maanden:
1. Verlaagde nierfunctie
GFR < 60 mL/min
2. Factoren:
- Verhoogde albuminurie >200 mg/L
- Afwijkend urinesediment (cellen die niet in urine zouden moeten zitten. vb. ery's, cillinders)
- afwijkende elektrolyt of zuurbasehuishouding
- Afwijkend biopt (histologie)
- Structurele afwijkingen (beeldvorming)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

ASAT & ALAT

A

ASAT is een enzym komt voor in alle cellen; celschade. ALAT is een enzym dat ook voorkomt in alle cellen, maar in sommige meer dan in anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verklaring voor beloop CNI

A
  1. Brenner hypothese
    Door verlies van nefronen worden de resterende nefronen meer belast (glomerulaire hypertensie).
    De afferente arteriolen dilateren en de efferente arteriolen contraheren.
  2. Remuzzi-hypothese
    Proteinurie is de oorzaak van CNI. Er komen meer eiwitten in de tubulus terecht waardoor er littekenweefsel in de tubulus ontstaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

RAAS-remmers

A
  1. Renine remmers
  2. ACE-remmers
  3. Angiotensinereceptorblokkers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cystennieren

A

Symptomen:

  • Vermoeid
  • Hypertensie
  • Anemie
  • Disbalans calcium- en kalium

Cystennieren erven autosomaal dominant over. Vaak gepaard met aneurysma in de hersenen.

Behandeling:

  • Anemie: EPO toedienen
  • Calciumhuishouding: calciumsupplement met vitamine D, PTH remmers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Renale hypertensie (oorzaak + definitie)

A

Renale hypertensie wordt veroorzaakt in het nierparenchym:

  • Verhoogd ECV
  • Overactiviteit RAAS
  • Overactiviteit OSZ
Behandeling:
- Ace remmer
- Zoutbeperking
- Diureticum
(- B blokker om te voorkomen dat sympaticus actief wordt om de BP weer te laten stijgen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Renovasculaire hypertensie (definitie + oorzaak)

A

Renovasculaire hypertensie wordt veroorzaakt door een vernauwing in de nierarterie:

  • Artherosclerose
  • FMD (bindweefselziekte met lokale afluiting van nierarterie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Diabetische nefropathie

A

Symptomen:

  • Hoge bloedsuikerspiegel
  • Glomerulaire hyperfiltratie (door dilatatie aff arteriolen) / hypertensie
  • Microalbuminerie/ proteinurie
  • Retinopathie (DM type 1)
Behandeling:
- stricte bloedsuikerregulatie
serum-HbA1c <7,0%
- Ace remmer (om BP te verlagen)
- Eiwitarmdieet

Risicofactoren:

  • hyperglykemie
  • leeftijd
  • overgewicht/roken
  • aanwezigheid van retinopathie (!)
  • duur van diabetes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Normaalwaarden:

  • Bloeddruk
  • GFR
  • Plasma creatinine
  • Proteinurie
  • Albumine serum
A
Bloeddruk: <140/90
GFR: >90 mL/min
Plasma creatinine: 50 - 70 umol/L
Proteinurie: <30 mg per 24 uur of <20 mg/L
Albumine serum: 35-50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stadia van CNI

A

Stadium 1: Nierschade met normaal verhoogde GFR >90
Stadium 2: Nierschade met lichte GFR daling 60-89
Stadium 3: Nierschade met matige GFR daling 30-59
Stadium 4: Nierschade met ernstige GFR daling 15-29
Stadium 5: Nierfalen GFR<15

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hydronefrose

A

Nierstuwing (postrenaal)

Oorzaken:

  • nierstenen
  • blaascarcinoom
  • prostaat

Symptomen:

  • Hypertensie
  • Vergroot kelken-bekkensysteem

Behandeling:

  • Katheter
  • Als de obstructie snel wordt weggehaald, kan de nier volledig herstellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Symptomen nefrotisch syndroom

A
  • Renaal eiwitverlies > 3,5 gram/dag
  • Laag albumine serum (normaal 35-50)
  • Oedeem
  • Hypercholesterolemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Behandeling nefrotisch syndroom

A

Oedeem:

  • diuretica
  • zoutbeperking

Proteinurie:

  • zoutbeperking
  • Ace remmer
  • NSAID of cyclosporine

Hypercholesteromie
- statine

Trombosepreventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Normaalwaarden

  • K
  • Na
  • Ureum
  • HCO3-
  • Hb
A
K+: 3,8 - 5,0 mmol/L
Na: 20 - 40 mmol/L
Ureum: 3,0 - 8,0 mmol/L
HCO3-: 22 - 29 mmol/L
Hb: 7,4 - 8,7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Glomerulonefritis

A

Rapid Progressive Glomerulo nefropathy (RPGN) - Subacuut

Symptomen:

  • Urine is donker: hematurie
  • Oedeem
  • Proteinurie
  • Hypertensie

Oorzaak:
Bij keelontsteking: streptokokken
Bij UWI: E. coli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

aHemolytisch Uremisch Syndroom (aHUS)

A

Symptomen:

  • Nierinsufficientie
  • Anemie
  • Trombopenie
  • Hemolyse (kapot gaan van ery’s)
18
Q

Nefrotische nefropathie

A

Proteinurie, GFR in stand.

Subepithaal probleem: onder het epitheel komen immuuncomplexen te liggen ipv voetjes van de podocyt. Hierdoor wordt de podocyt als het ware opgetild en kunnen er eiwitten lekken.

Bovendien kan complement geactiveerd worden door immuuncomplexen. Complementen zijn toxisch voor epitheelcellen. Ze kunnen geen eiwitten meer tegenhouden.

19
Q

Nefritische nefropathie

A

Nierfunctiestoornis EN/OF sedimentafwijking. GFR verlaagd

Subendotheel probleem: onder het basaal membraan komen immuuncomplexen te liggen. Deze zijn zichtbaar voor immunoglobulines en ontstekingscellen in het plasma. Het endotheel wordt geactiveerd en wordt “ziek”. Het endotheel gaat zwellen, waardoor filtratie minder goed werkt. GFR daalt.

Ook kan door de activatie van ontstekingscellen beschadiging van de capillairwand optreden. Hierdoor kunnen ontstekingscellen in de urine komen. Onstekingscellen komen ook bij de podocyten. Dit kan leiden tot eiwitverlies.

MD cellen meten minder zouten en vocht. Het RAAS systeem wordt geactiveerd. Hierdoor ontstaat hypertensie.

20
Q

Allergische reactie op NSAID

A

Er gebeuren twee dingen:

  1. Toxische werking van het medicijn De toxische werking is dat de NSAIDs binden aan de tubuli en hierdoor wordt ook een afweerreactie opgeroepen.
  2. Allergische reactie: ontstekingscellen gaan op het medicijn zitten. Dit kan leiden tot bijv obstructie.

Symptomen:

  • Jeukende huiduitslag
  • Verhoging
  • Oedeem
  • Leuko’s in urine
  • Eosinefielen in urine
  • Nierinsufficientie
21
Q

GPA

A

RPGN. Voormalig ziekte van Wegener. Subacuut nierfalen

Overige symptomen:
- Hogere leeftijd > 55 j
- Algehele malaise
- Afvallen
- Gewrichts-, hart-, long-, huidklachten
- Nierfalen (oedeem, hypertensie, creatinine)
Pt voelt zich vaak al lange tijd niet lekker.

  • Erythocyturie
  • Proteinurie
  • ANCA’s
  • Neutrofielen

Vasculitis: ontsteking van de kleine bloedvaten.

Behandeling:

  • steroiden
  • cyclofosfomiden
  • plasmaferese
22
Q

Longembolie

A

Obstructie van pulmonale arterien door een embolus.

Symptomen:

  • Thoracale pijn of acute dyspneu
  • Palpaties
  • Hemoptoe
  • Tekenen van DVT
  • Tekenen van rechterhartfalen

Aanvullend onderzoek:
Wellscore >4 of Well score + Ddimeer –> CT

Behandeling:
- antistolling
(Dit kan meer dan drie maanden afhankelijk van de kans op recidief)

23
Q

Rechterhartfalen

A

Symptomen:

  • Tachycardie
  • Verhoogde CVD
  • Shock
  • Hypotensie
  • Collaps

Hieruit kan linkerhartfalen ontstaan. Zichtbaar op Xthorax (vergroot hart)

24
Q

Pneumothorax

A

Lucht in de pleuraholte waardoor er verlies van negatieve druk is en de long ineen klapt.

Symptomen:

  • Dyspneu
  • Moeite met doorademenen
  • Pijn op de borst

Lichamelijk onderzoek:

  • Auscultatie: verminderde of opgeheven ademgeruis
  • Perusussie: hypersonoor

Behandeling:

  • Indien klein: niets
  • Indien groot: O2 suppletie, heimlich klep, drain, chirurgie
25
Q

Soorten pneumothoraxen

A

Spontane pneumothorax

  • PSP
  • Secundair

Iatrogene pneumothorax (door medische ingreep)

Traumatische pneumothorax

26
Q

PSP

A

Geen onderliggend longlijden.

Oorzaak:

  • bleb (lucht onder pleura visceralis)
  • bullae (luchtophoping in longparenchym)

Predispitionerende factoren:

  • Jonge mannen (20-25 jaar)
  • Roken
  • Habitus (lang slank figuur)
  • Familie anamnese
  • Roken wiet
27
Q

Behandelingen pneumothorax

A
  1. Expectief (indien het een kleine pneumothorax is)
  2. O2 suppletie
  3. Heimlich klep: soort ventiel waardoor lucht er alleen uitkan, hiermee kunnen mensen gewoon naar huis.
  4. Drain
    Dit moet midclaviculair 2e IC. Drain kan pas verwijderd worden als lek dicht is en long ontplooit.
  5. Chirugie
    VATS en thorectomie
28
Q

Birt-Hogg-Dube syndroom

A

Dit is een ziektebeeld waarbij vaak een pneumothorax voorkomt.

Symptomen:

  • fibrofolliculomen (minitumoren in gezicht)
  • pulmonale cysten –> pneumothorax
  • niertumoren

Deze ziekte erft dominant autosomaal over.

29
Q

VCin

A

Inspiritoire Vitale Capiciteit
Pt ademt helemaal uit en daarna helemaal in.

Deze capiciteit is altijd iets groter dan de VCex

30
Q

VCex

A

Experitoire Vitale Capiciteit

Pt ademt helemaal in en dan helemaal uit.

31
Q

Syndroom van Alport

A

X chromosomaal overervende ziekte die nierschade oplevert bij jonge mannen.

Behandeling:

  • transplantatie
  • dialyse
32
Q

Peritonitis

A

Symptomen:

  • buikpijn
  • malaise
  • koorts
  • drukpijn
  • braken
  • diarree
  • troebele dialysevloeistof

Oorzaak:

  • S. Aureus
  • S. epidimis

Daarnaast ook nog:

  • enterokokken,
  • E. Coli
  • Candida
33
Q

Proximale tubulus

A

Isotone water en zoutresorptie. 60%

34
Q

Distale tubulus

A

Verdunnende segement: Na wordt hier uit de tubulus gehaald. Urine is hierna hypotoon.

35
Q

Lis van henle

A

Isotone water en zout resorptie (net iets meer zout, dus urine is nu hypotoon). Hier wordt de osmotische gradient opgebouwd.

36
Q

Syndroom van Bartter

A

Na/2chloride-cotransporter defect in Lis van Henle. Het lichaam werkt als lisdiuretica: veel natrium in de tubulus, weinig osmotische gradient. RAAS actief.

Voornamelijk verlies van Natrium –> slaperigheid etc

37
Q

Syndroom van Gitelman

A

Na/Cl cotransporter defect in distale tubulus. Aldosteron –> kaliumexcretie. Hierdoor ontstaat hypertensie.

Behandeling:
Kaliumsuppletie

38
Q

Ziekte van Addison

A

Symptomen:

  • Hyperkaliemie
  • Hyponatriemie
  • Hypotensie
  • Chronische vermoeidheid
  • Gepigmenteerde huid

Oorzaak: bijnierschorsinsufficientie

Behandeling:
- Hydrocortisol (cortisol kan ook binden aan aldosteron receptor)

39
Q

Anti-GBM glumerulone nefritis

A

Subacuut; RPGN.

Antistoffen binden aan basaalmembraan bij mannen tussen 20-40 jaar.

Symptomen:

  • ophoesten bloed
  • longontsteking
  • erythrocyturie
  • antistoffen
40
Q

Immuuncomplexglomerulonefritis

A

RPGN

  • IgA nefropathie
  • membraneuze nefritis (meest voorkomende oorzaak nefrotisch syndroom volwassenen)
  • Lupus nefritis (autoimmuun)
  • Post infectieus (meestal veroorzaakt door streptokokken)
41
Q

IgA nefropathie

A

RPGN
Neerslaande IgA complexen in de nier. Als het ook op andere plekken voorkomt is het vaak Henoch Schonlein

Symptomen:

  • Erythrocyturie
  • Proteinurie
  • IgA complexen

Henoch Schonlein:

  • buikpijn
  • gewrichtpijn
  • nierklachten
  • petechien op de benen

Behandeling:
Steroiden

42
Q

GPA

A

RPGN

Hoge leeftijd > 55 jaar
Algehele malaise
Afvallen
Voelt zich al lang niet lekker
Gewrichtsklachten hart huid luchtwegen

Het is een ontsteking van kleine bloedvaten (vasculitis)

  • Erythrocyten
  • proteinurie
  • ANCA’s (antistoffen die binden aan glomeruli)
  • Neutrofielen

Behandeling:
steroiden
cyclosfomiden
plasmaferese