Christelijke dogmatiek H5: waarom komt U ons hinderen? over openbaring. Flashcards

1
Q

Wat zijn de zeven kenmerken van wat christelijk gesproken openbaring mag heten?

A
  1. Zij betreft een zelfonthulling van God in een persoonlijke ontmoeting
  2. Zij maakt gebruik van velerlei middelen
  3. Zij wordt gemeten aan de Bijbel als criterium
  4. Zij maakt ons tot andere mensen
  5. Zij is niet primair een epistemologische, maar een soteriologische categorie. Dat wil zeggen dat zij niet slecht een intellectuele uitbreiding van ons kennisbereik, maar vooral een existentiële ervaring van redding met zich meebrengt.
  6. Zij vindt plaats in de bedding van intuïties, gebeurtenissen, ervaringen, verlangens en tegenspraak
  7. Zij leidt binnen in een nieuwe werkelijkheid, ze voert over de drempel naar een nieuw levenshuis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zijn we op aangewezen voor onze kennis van God?

A

Zijn initiatief om zich te laten kennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom hebben de auteurs van de CD het hoofdstuk over openbaring na het hoofdstuk over de Drie-eenheid geplaatst?

A

Omdat we in de geloofspraktijk altijd eerst met God in aanraking komen of met mensen die over God spreken. Door eerst over Drie-eenheid en daarna over openbaring te spreken wordt de vraag naar openbaring gesteld binnen de cirkel van het christelijk geloof en niet in een neutraal voorportaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In de achttiende eeuw meende men al veel van God te kunnen weten vanuit de menselijke rede en de schepping. Waar overtuigde Kant hen echter van?

A

Dat de rede niet in staat is om uitspraken over een transcendente God te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was het standpunt van Hegel?

A

Dat de goddelijke Geest zich ontvouwt in de geschiedenis en in de menselijke geest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar knoopte de theoloog Schleiermacher bij aan?

A

Het grondbesef van afhankelijkheid dat elk mens verbindt met het goddelijke.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat ontstond er uit de theorieën van Kant, Hegel en Schleiermacher?

A

Het leidde tot uitdijende prolegomena met een sterk wijsgerig uitgewerkte openbaringsleer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom wordt in de CD pas in het dertiende hoofdstuk uitdrukkelijk over de geloofspapieren gepraat?

A

Omdat de openbaringsinhoud belangrijker is dan openbaringsbegrip.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is een openbaring niet een gebeurtenis die elke geloofsdaad overbodig maakt?

A

Omdat je ervaringen, zoals een openbaring, kunt duiden op een manier waar God niet aan te pas komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe spreekt Berkhof in het verband van openbaring en ervaring?

A

Over de aardsheid van de openbaring of de indirectheid (het bemiddelde karakter) van de openbaring. We zijn als mensen afhankelijk van onze zintuigen om te kunnen waarnemen. God maakt dan ook in zijn openbaring gebruik van onze aardse ervaringswereld. Openbare gebeurtenissen komen tot ons in onze binnenwereldlijke ervaringswerkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk accent legt Calvijn ook in zijn accomodatieleer?

A

Dat openbare gebeurtenissen tot ons komen in onze binnenwereldlijke ervaringswerkelijkheid. God past zich aan onze belevingswereld aan. We krijgen volgens Calvijn niet in beeld wie God ‘op zichzelf is’ maar ‘hoe Hij is ten opzichte van ons’. Vanwege dit aardse, bemiddelde karakter van de openbaring zijn ervaringen van openbaring nooit eenduidig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke claim maakt het christelijk geloof?

A

Dat er een God is die zich van buitenaf in deze wereld kenbaar maakt en daarbij aardse verschijnselen gebruikt door deze transparant te maken tot op zichzelf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar kenmerkt openbaring zich volgens de CD door?

A

aardsheid
indirectheid
verborgenheid (openbaring heft niet alle verborgenheid op, we krijgen niet ineens een totaalbeeld van God)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke manieren/modellen van openbaring zijn er?

A
  1. Cognitieve proposities:
    Overlevering via geopenbaarde waarheden. Protestants: door de Bijbel.
  2. Verbale communicatie
    God spreekt. Taalhandelingen. Karl Barth: drievoudige gestalte van het Woord van GOd, dat tot ons komt in geïncarneerde, geschreven en verkondigde vorm. Christus is het Woord in eigenlijke zin. Bijbel is het Woord over het Woord. Verkondiging is het Woord over het Woord over het Woord.
  3. Persoonlijke ontmoeting
    Presentie, relationeel gebeuren. Brunner werkte dit uit. Als God zich openbaart draagt Hij vooral zijn aanwezigheid over.
  4. Historische gebeurtenissen
    Pannenberg (had moeite met OL van KB): openbaring als geschiedenis. Gods daden in de heilsgeschiedenis lopen vooruit op zijn uiteindelijke openbaring in de toekomst.
  5. Religieuze ervaringen
    God laat zich pas echt kennen in de subjectieve ervaringswerkelijkheid.
  6. Menselijk bewustzijn
    We moeten af van de gedachte dat openbaring berust op een soort bovennatuurlijk ingrijpen van God.
  7. Godsdienstige traditie
    God openbaart zich door de geschiedenis heen steeds duidelijker en tilt ons begripsniveau steeds verder omhoog.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat bedoelt Bavinck met ‘algemene openbaring’?

A

Dat God overal en voor iedereen toegankelijk blijk geeft van zijn macht, majesteit en goedheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘bijzondere openbaring’?

A

Specifieke dingen die God openbaart aan specifieke mensen

17
Q

Laat God zich volgens artikel 2 van de NGB universeel kennen?

A

Ja, maar de Bijbel is nodig voor de kennis van onze redding.

18
Q

Waartussen is een spanningsveld? Hoe kijkt Karl Barth daar tegenaan?

A

het universele (tot alle mensen komende) en het particuliere (tot bepaalde mensen beperkte) van de openbaring van God.
Karl Barth stelt dat er uiteindelijk maar één openbaring is, namelijk Gods openbaring in Christus.

19
Q

Met wie kwam Karl Barth in conflict?

A

Brunner. Barth was zeer radicaal, terwijl Brunner in het voetspoor van Calvijn een genuanceerde positie innam.

20
Q

Welke drieslag heeft Alan Race gemaakt wanneer het gaat om religies?

A
  1. Exclusivisme: De eigen religie is de enige ware
  2. Inclusivisme: Andere religies kunnen dankzij de genade van Christus ook delen in de genade
  3. Pluralisme: de waarheids- en heilsopvattingen van de verschillende religies vormen evenzovele complementaire deelwaarheden.

Hier is steeds meer kritiek op gekomen.

21
Q

Wat is belangrijk in de interreligieuze dialoog?

A

Er moet iets op het spel staan: de waarheid moet niet bij voorbaat gerelativeerd worden.