Christelijke dogmatiek H3: De die-ene God Flashcards
In welke rubriek wordt doorgaans eerst over het wezen en de eigenschappen van God gesproken?
Bij de godsleer (theology proper). Pas later wordt daaraan toegevoegd dat God de drie-enige God is. Op deze manier wordt vooral de transcendentie, de verhevenheid van God benadrukt.
Waarom heeft de triniteitsleer het laatste kwart van de twintigste eeuw onder theologen een comeback gemaakt? En van welke gedachte kwamen zij terug?
Omdat ze de oecumenische betekenis van het trinitarisch belijden als onderscheidend en onderling verbinden kenmerk van christenen uit allerlei denominaties wereldwijd herontdekten.
Ze kwamen terug van de gedachte dat de Drie-eenheidsleer een latere uitvinding zou zijn onder invloed van het Grieks-hellenistische milieu van de vroege kerk.
De triniteitsleer staat niet in de Bijbel. Wat vinden we wel in de Bijbel?
Prototrinitarische patronen: bouwstenen en stippellijnen voor een uitgewerkte leer van de Drie-eenheid van God.
Wat zijn alternatieven voor wanneer de triniteitsleer niet aangenomen wordt?
- Gedachte dat God niet alleen één is, maar ook volstrekt enkelvoudig.
- Aannemen dat er meerdere goden zijn
- Modalisme: God is één persoon die zich in drie vormen laat kennen
- Subordinatianisme: de Vader staat net iets hoger dan de Zoon en de Geest.
Waarom zijn de alternatieven van de triniteitsleer suboptimaal?
Omdat ze geen recht doen aan het geheel van complexe data die om een verklaring vragen.
Het optreden van Jezus in het NT is geheel en al…
…theocentrisch. Dit betekent dat alles wat Jezus doet en zegt erop gericht is dat wij God de plaats geven die Hem toekomt.
De Heilige Geest kent verschillende manieren van verwijzen. Welke zijn dat?
Grieks: onzijdig
Hebreeuws: vrouwelijk
Johannes-evangelie: mannelijk
Waarom is er de triniteitsleer?
Niet om op abstracte manier te beredeneren hoe God in elkaar steekt. Het gaat allereerst over de consequent volgehouden samenwerking van Vader, Zoon en Geest in het plan om schuldige mensen deel te geven aan Gods koninkrijk en daarmee aan het eeuwige leven.
Wat zijn Jezus en de Heilige Geest niet?
Instrumenten die ene rol spelen in het handelen van de Vader als de enige werkelijke God. Ze zijn niet puur heildseconomische werkelijkheden, dus twee verschillende aspecten van de manier waarop God zich met ons inlaat.
Wat is de economische triniteit?
Hoe God naar buiten toe handelt
Wat is de immanente triniteit?
Hoe God in wezen is
Welke begrippen zetten zich sinds Tertullianus door in het Westen?
- Trinitas (Drie-eenheid)
- Persona (persoon)
- Substantia (wezen)
Welke begrippen zetten zich door in het Griekstalige oosten?
Hypostasis (zijnswijze) en oesia (wezen), die niet van elkaar worden onderscheiden.
Wie brengen wel een onderscheid aan tussen de begrippen hypostatis en oesia? En hoe formuleren ze dat? En waar heeft die formulering toe geleid?
Cappadocische kerkvaders, Basilius van Caesarea, Gregorius van Nysse en Gregorius van Nazianze (allen rond 350).
Zij formuleren het zo dat de VAder, de Zoon en de Geest een en hetzelfde wezen (oesia) vormen, maar dan wel als drie personen (hypostaseis).
Deze formulering heeft in 381 door het concilie van Constantinopel geleid tot overname van de formulering, en is daarmee de kortste formulering van het trinitarisch dogma.
Waar zorgt het gebruik van het begrip hypostasis voor?
Enerzijds dat de opvatting dat God slechts drie verschillende maskers opzet, wordt afgeweerd.
Anderzijds maakt de beklemtoning van Gods ene oesia (wezen) duidelijk dat hypostasis (persoon) niet gelijk staat met ons begrip van individu. Het gaat bij God niet om drie zelfstandige individuen, maar om drie ‘personen’ die niet los van elkaar gedacht kunnen worden.
Waar bouwt de beslissing van Constantinopel in 381 op voort?
Op wat in 325 tijdens het concilie van Nicea is beleden aangaande Jezus, namelijk dat deze van hetzelfde wezen (homo-oesios) is met de Vader. Hiermee werden Arius c.s. weersproken, die Jezus zagen als ‘het eerste schepsel’, wezenlijk onderschieden van God.
De soteriologie is in het geding bij deze discussie: kan Jezus ons helpen omdat Hij ons heeft voorgedaan hoe we ons tot God moeten wenden> Of schiet die opvatting wezenlijk tekort en kunnen we alleen gered worden doordat God in hoogst eigen persoon de kloof tussen Hem en de zondige mens overbrugt?
Na Nicea was er een lange periode van doorgaande discussie, verwarring en verdeeldheid. Welke vraag kwam daarbij naar voren?
De vraag naar het wezen van de Geest. Een geest die niet God zelf is, zou automatisch aan de kant van de schepselen staan en daarmee manipuleerbaar zijn. Wanneer de Geest echter helemaal aan Gods kant staat, kan Hij ons door de Zoon inlijven in de gemeenschap met de Vader. Daarom moet de Geest dus voluit, als een eigen ‘persoon’, tot het goddelijke wezen behoren.
Welk soteriologisch inzicht heeft uiteindelijk in 381 tot de afronding van het trinitarisch dogma in Constantinopel geleid?
Het inzicht dat de Geest voluit als eigen ‘persoon’ tot het goddelijke wezen behoort. Dit soteriologische inzicht speelde een grote rol in de inspanningen van Athanasius en de Cappadociërs die uiteindelijk hebben geleid tot de belijdenis dat de Geest ‘Here is en levend maakt’ en ‘samen met de Vader en de Zoon verheerlijkt wordt’.
Welke verdenking rees?
Dat de ‘sociale metafoor’ die de Cappadociërs tebruikten toch tot tritheïsme zou leiden (leer dat er drie goden zijn.) Wanneer nadruk ligt op hoe drie personen relaties onderhouden ontstaat al gauw de indruk dat het om 3 goden gaat.
De kerkvaders hebben tegenover deze verdenking beklemtoond dat de eigenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest beperkt is tot hun oorsprongsrelaties. De Zoon komt door verwekking (generatio) voort uit de Vader, de Geest komt door uitgaan of uitblazing (processio of spiratio) voort uit de Vader (en volgens de westerse kerk ook uit de Zoon).
Welke term treffen we bij Johannes Damascenus rond 745 aan?
perichorese
Hiermee is aangeduid dat Vader, Zoon en Heilige Geest over en weer bij elkaar ‘inwonen’ en voortdurend elkaar wederzijds doordringen en omringen.
Deze term was er bij de Cappadociërs en bij Athanasius niet, maar het gedachtegoed dat Vader, Zoon en Geest overlappende cirkels zijn wel.
In het westen werd de eenheid van God zeker sinds Augustinus sterker benadrukt dan de drieheid. Hoe zag Augustinus dat?
Voor hem blijft God vooral het hoogste, niet-samengestelde Zijn, meer dan de persoonlijke gemeenschap van Vader, Zoon en Geest (die hij niet ontkent overigens).
Welke grondregel handhaafde de Reformatie?
de werken van de drie-enige God naar buiten (dus naar de schepping toe) zijn ongedeeld. Vader, Zoon en Geest vullen elkaar in perichoretische wederzijdsheid volmaakt aan in hun handelen.
De indivisa-regel mag dus niet alle verschil wegdrukken, zoals dit in de westerse traditie wel vaak dreigde te gebeuren.
Dit gevaar wordt tegengegaan door de leer van toeschrijvingen (appropriationes), ontwikkeld door Hugo van St. Victor: de Vader is specifiek betrokken bij de schepping, de Zoon bij de verlossing, de Geest bij de heiliging. De volmaakte liefde van God kan niet bestaan zonder een gemeenschap van drie personen (tussen twee van hen zou egoïstisch zijn)
In 1054 voltrok zich de al eeuwen dreigende breuk tussen de kerk van het Westen en die van het Oosten, het ‘grote schisma’. Wat was hiervan het gevolg?
Op een schrijnende manier kwam aan het licht hoezeer er onderlinge verwijdering was ontstaan inzake de triniteitsleer. De westerse kerk was aan de geloofsbelijdenis van Nicea geleidelijk het woordje ‘filioque’ (‘en van de Zoon’) gaan toevoegen. De Geest gaat in het eeuwig wezen van God net zo goed uit van de Zoon als van de Vader.
Wat waren de redenen voor het schisma tussen Oosterse en Westerse kerken?
Oosterse kerk vond dat het westen de eigenheid van de Vader aantastte waardoor de Geest een ondergeschikte plaats zou krijgen.
Westen had de neiging om de hypostatische eigenschappen (de specifieke eigenschappen van elk van de drie goddelijke personen) te laten vervloeien.
Het Oosten poneert een structuurverschil tussen de economische en de immanente of ontologische triniteit en kan daarmee uiteindelijk komen tot een tweespalt tussen de ervaarbare ‘energieën’ of eigenschappen van God enerzijds en Gods onkenbare eeuwige wezen anderzijds. Dat maakt de oosterse theologie apophatisch. We kunnen dan over God alleen in ontkenningen spreken.