Chapter one sentences Flashcards
Ik ben Alex
I am Alex / My name is Alex
Heeft iedereen het boek en de cd?
Does everyone have the book and the cd?
Wie ben jij?
Who are you?
Heb je het boek?
Do you have the book?
Wanneer heb je pause?
When is your break?
Hij geeft twee dagen les en ik drie.
He teaches two days and I three.
We luisteren naar de tekst.
We listen to the text.
Waar woon je?
Where do you live?
Woont u ook en Utrecht?
Do you also live in Utecht?
Ik kom uit de Verenigde Staten.
I am from the United States.
Ik woon in Voorburg.
I live in Voorburg.
We gaan verder met de les.
We will continue with the lesson.
Hebben jullie al pause?
Have you taken a break yet?
Ik luister naar de docent.
I listen to the teacher.
Luister je nu naar de tekst?
You listen now to the text?