Chapter 8 Flashcards

1
Q

2 Externe ontwikkelingen

A

Economische globalisering en liberalisering van markten
De Europese economische en politieke integratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 interne ontwikkelingen

A

Vergrijzing en ontgroening
Sociaal culturele differentiatie en individualisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 Reguleringsmechanisme

A

Liberalisme
Socialisme
Democraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

AOW word gefinancierd via

A

Omslagstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Omslagstelsel

A

Werkenden van nu betalen premies om uitkeringen van ontvangers te betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Liberalisme

A

Vrijheid in denken staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 hoofdstromen binnen liberalisme

A

Klassiek
Sociaal
Definiëren vrijheid allebei anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe definiëren klassiek liberalisme vrijheid

A

Afwezigheid van dwang en bemoeienis van anderen
Negatief, als vrijheid van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe definiëren sociaal liberalisme vrijheid

A

positief, vrijheid tot,
Mensen zijn pas vrij als ze de mogelijkheid hebben tot zelf ontplooiing
Tot eigen gekozen invulling leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Klassiek liberalisme over overheid

A

Kleine overheid die burgers beschermd maar verder niet bemoeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociaal liberalisme over overheid

A

Grotere overheid
Die mensen mogelijkheid bied te ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Grondlegger Liberalisme

A

John Locke 1632 - 1704

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn uitgangspunten John Locke

A

Natuurrechten van mens
Natuurtoestand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Natuurrechten van de mens zijn

A

Recht op leven
Vrijheid en bezit
Samengevat pas property

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Natuurtoestand

A

Waarin mens leeft zonder bemoeienis overheid
Mens in absolute zin vrij meer property
is niet zo veilig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De staat in de ogen van Locke

A

Product van sociaal contract
overeenkomst die mensen met elkaar sluiten met duidelijk doel beschermen van hun leven, vrijheid en bezittingen

17
Q

Liberalisme staat dus voor:

A

Vrijheid van het individu, streeft naar kleine overheid.
Markt als mechanisme zorgt voor een zo groot mogelijke welvaart

18
Q

Wat staat centraal in christen democratisch denken

A

Solidariteit of naastenliefde

19
Q

Christendemocratie staat voor

A

Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Antwoorden maatschappelijke kwesties
Niet alleen van markt of overheid maar van maatschappelijke verbonden in de samenleving

20
Q

Kernwaarde socialisme

A

Gelijkheid

21
Q

Wat bestuurde Marx in das kapitaal

A

Werking van het kapitalisme
Legt uit waarom kapitalisme tot een revolutie zou leiden

22
Q

Wat is de essentie van het kapitalisme

A

Eigenaars streven naar hoogst mogelijke winst

23
Q

Concentratietheorie

A

Extra investeren kunnen grote bedrijven kleine bedrijven kapot concurreren of overnemen

24
Q

2 klassen die volgens Marx tegen over elkaar zullen staan

A

Bourgeoisie en arbeiders

25
Q

Sociaal democraten geloven

A

mogelijkheid om via politiek democratisch met behulp overheid en samenleving met meer sociale gelijkheid te creëren

26
Q

Voordelen marktwerking

A

Keuze vrijheid klant en concurrentie tussen aanbieders met efficiëntie tot gevolg

27
Q

Voordelen van de overheid

A

Gelijke toegankelijkheid van iedereen

28
Q

Thomashuizen

A

Kleinschalige woonvoorziening voor mensen met een verstandelijke beperking

29
Q

Hoge mate arbeidsparticipatie gewenst

A

Grote financieringsbasis voor de uitkeringen en voorzieningen voorouders

30
Q

Wat hield exploitatie financiering in

A

Dat instellingen klanten diensten aanboden en dat de overheid daarvoor betaalde

31
Q

Problemen overheidsregulering

A

Financieel
Economisch
Democratisch

32
Q

Gelijkheidsbeginsel

A

Gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden

33
Q

Kernopdracht maatschappelijk werk

A

Het tot recht laten komen van een persoon in wisselwerking met zijn sociale omgeving