Chapter 4 - Theories of cognitive development Flashcards
Wat zijn de 5 theories of cognitive development
- Piaget’s theory
- Information-processing theory
- Core-knowledge theory
- Sociocultural theories
- Dynamic systems theory
Piaget’s ontwikkeling continu
Assimilation, accomodation en equilibration
Piaget’s ontwikkeling discontinu
- Sensomotori stage
- Preoperational stage
- Concrete operational stage
- Formal operational stage
Object permanence
Kinderen weten dat een object bestaat zelfs als het niet in zicht is
A-not-B error
Kinderen gaan voor dezelfde verstopplek A zelfs als ze zien dat het voorwerp op verstopplek B ligt
Symbolic representations
Een voorwerp, woord of gedachte dat symbool staat voor iets anders. Zo wordt een stok een paard
Egocentrisch
Niet in staat zijn om dingen te zien vanuit een ander perspectief
Centration
Jonge kinderen focussen zich op één uitspringend kenmerk van iets
Conservation concept
Het behouden van gewicht/volume/aantal bij veranderingen
Limited-capacity processing system
Zo wordt het kind gezien bij de information-processing theory, als een soort computer
Information-processing theory bepaalde limitaties moeten worden overkomen
- Het vergroten van de hoeveelheid informatie die tegelijk kan worden verwerkt -> encoding
- Het vergroten van de processnelheid -> myelination & synaptogenesis
- Vekrijgren van nieuwe strategieën -> rehearsal & selective attention
Working memory
Actieve memory, wordt gelimiteerd door capaciteit en tijd dat het kan worden opgeslagen zonder het te updaten
Long-term memory
Bestaat uit de kennis door het leven heen verkregen, heeft geen limieten
Executive functioning
Beheert gedrag en gedachten processen
De prefrontale cortex speelt hier een belangrijke rol in
Encoding
Het coderen en sorteren van informatie zodat het later terug te vinden is
Content knowledge
Als je ergens al kennis over hebt is het gemakkelijker om hier nieuwe informatie over op te nemen aan gezien je ‘kapstokjes’ hebt
Core-knowledge theory
Beweert dat kinderen innate capabilties hebben, ze hebben niet alleen kennis maar ook leermechanismes waardoor ze informatie van evolutionair belang snel kunnen leren
Domain specific
Core-knowledgde zegt dat kennis wordt geordend in domeinen, zo kunnen kinderen informatie van elkaar scheiden
Core-knowledge Nativism
Kinderen worden geboren met substantiële kennis dat van evolutionair belang is, en ze hebben het vermogen om nieuwe kennis gemakkelijk op te doen in domeinen
Core-knowledge theories Constructivism
Kinderen hebben gespecialiseerde leercapaciteiten waardoor ze zonder moeite leren over domeinen van evolutionair belang, maar ze geloven in tegenstelling tot nativisten dat de kennis rudimentair is
Sociocultural theories
mensen en de omgevingscultuur hebben een grote impact op de ontwikkeling van het kind
Guided participation
Iemand helpen met iets waar de een meer kennis over heeft dan de ander
social scaffolding
Een proces waarbij een volwassenen en anderen met een grotere expertise de fysieke en sociale omgeving organiseren om kinderen te helpen leren
Dynamic systems theories
De ontwikkeling van verschillende ingewikkelde systemen over tijdperiodes.
Waar staat dynamic systems voor
Dynamic staat voor de voortgang die op elk moment verschilt
Systems stelt dat het kind een systeem is met vele subsystemen