Chalmers boek Flashcards

1
Q

wat is het probleem van waarneembare feiten?

A
  1. waarnemingen verschillen
  2. alleen een feit is niet genoeg voor een uitspraak.
  3. waarnemingen passen altijd in bepaalde kaders, als het buiten deze kaders gaat kan een persoon het niet waarnemen

feiten en kennis hebben elkaar nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom zijn waarneembare feiten handig in de wetenschap?

A
  1. onafhankelijk, van tevoren waargenomen
  2. zintuigelijk toegankelijk voor iedereen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een onbetrouwbare manier van waarnemen? wat is hiervoor een oplossing

A

passief of particulier waarnemen (individueel)

oplossing hiervoor zijn toetsen, actief waarnemen, hulpmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat wordt bedoeld met nieuwe toetsen?

A

toetsen die testen of iets falsifieerbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet een experiment? wat is hier het gevaar van?

A
  1. invloed van feiten meten
  2. correcte feiten checken
  3. andere effecten uitsluiten

vaak teveel waarde gehecht aan een experiment, vergeten dat wetenschap altijd feilbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen deductief en inductief? noem van beide een voorbeeld

A

deductief: logische redering- van groot naar klein. “allee nederlanders eten kaas” “guus is een Nederlander” “guus eet kaas”

inductief: onlogische redenering, uit random feiten een conclusie trekken “3 zwanen zijn wit” zwaan 4 is wit” “alle zwanen zijn wit”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wie was Karl Popper?

A

hij bedacht dat theorie feilbaar moest zijn (het moet fout kunnen zijn), dit heet het falsifactionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat houdt het falsifactionisme in?

A

dat een theorie feilbaar moet zijn, Karl Popper. hiervoor moeten theorieën helder geformuleerd zijn. je moet hier echt iets bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de kritiek op Karl Popper?

A

hij zegt zelf niet duidelijk over welk deel van de theorie falsifieerbaar moet zijn en spreekt zijn eigen theorie daarmee tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe ga je van een ware theorie naar een toetsbare theorie?

A
  1. je hebt een onverklaarbare waarneming
  2. je stelt een falsifieerbare hypothese op
  3. je bewijst dat de hypothese niet klopt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat houdt een paradigma verschuiving in? wie heeft dit bedacht?

A

wetenschappers onderzoeken binnen een bestaand kader (paradigma). totdat deze verschuift, er wordt iets ontdekt wat ze in dit kader niet kunnen verklaren. op dat moment ontstaat er een paradigmaverschuiving, een revolutie. belangrijk voor innovatie en bijslijpen wetenschap

theorie van Kuhn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wie was Lakatos?

A

kwam met alternatieve onderzoeksprogramma voor Kuhns paradigma’s. had kritiek op Kuhn en Popper (zie andere cards)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe zag Lakatos de wetenschap?

A

als een programmatische ontwikkeling van de implicaties van fundamentele principes. met als doel waarnemingen verklaren en voorspellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waaruit bestond het onderzoeksprogramma van Lakatos?

A

fundamentele (harde kern van wetenschap) en minder fundamentele (twijfels mogelijk) onderzoeksgebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is positieve en negatieve heuristiek?

A

heuristiek: regels die als leidraad dienen bij het oplossen van problemen

positief: hoe je wel moet werken binnen onderzoeksprogramma: hoe men weerlegbare varianten/beschermende gordel moet wijzigen en verfijnen

negatief: hoe je niet moet werken binnen onderzoeksprogramma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer is het onderzoeksprogramma van Lakatos succesvol?

A
  1. voorspellende waarde is natuurlijk (Lakatos) en niet alleen bedacht (poppers)
  2. programmatisch gewerkt
  3. heuristiek moet coherent zijn, iets mag zichzelf niet tegenspreken
17
Q

wat wordt bedoelt met de harde kern en de beschermende gordel?

A

harde kern is wetenschap die zo erg is bewezen dat het een feit is. beschermende gordel zijn delen van die wetenschap die falsifieerbaar zijn

18
Q

wat is de kritiek op lakatos zijn onderzoeksprogramma?

A
  1. wanneer is iets de harde kern?
  2. geeft geen duidelijke antwoorden
  3. niet betrouwbare onderzoeksmethoden
19
Q

wat is de anarchistische kennistheorie? wie heeft dit bedacht?

A

Fayerabend. ieder mens moet los zijn van beperkingen. wetenschappers moeten zich losmaken van paradigma’s en beperkingen. gehoor geven aan subjectieve wensen