Cataract Flashcards
Geef 5 risicofactoren voor cataract.
Leeftijd, UV-licht, roken, glycosylering bij verhoogde bloedsuikerspiegels, trauma, uveïtis, hoge myopie, lokale medicatie, intra-oculaire tumoren, diabetes, galactosemie, ziekte van Fabry, hypocalciëmie, steroïden, chloorpromazine, congenitale rubella, dystrophia myotonica, atopische dermatitis, syndroom van Down, syndroom van Löwe, X-stralen.
Geef 2 risico’s van congenitaal cataract.
1) Amblyopie
2) Secundair glaucoom
Wat is capsulorhexis en waarbij wordt het gedaan?
Openen van het lenskapsel adhv pincet of laser ivm cataractextractie (ICCE).
Geef 3 complicaties na cataract-chirurgie.
1) glasvochtverlies
2) irisprolaps
3) dropped nucleus
4) cystoid macula-oedeem
5) endoftalmitis
6) post-operatief astigmatisme
7) nastaar (posterior capsular opacification)
8) netvliesloslating
8) cornea oedeem (decompensatie)
Hoe en waar ontstaat er een posterior capsular opacification na cataract-extractie?
Nastaar = troebel worden van achterste lenskapsel tgv migratie van achtergebleven epitheelcellen hiernaartoe. Leidt tot visusverlies, “cloudy vision”, glare (verblinding). Herstel dmv Nd-YAG laser capsulotomie.
JA/NEEN
Kan macula-oedeem ontstaan na een cataract-operatie?
JA: vochtophoping in netvlies thv centrum macula, vaker igv glasvochtverlies. (Irvine-Gass syndrome)
JA/NEEN
Kan staar glare veroorzaken?
JA
JA/NEEN
Kan staar een verandering in de brilsterkte veroorzaken?
JA: vooral hoge myopie igv cataract thv nucleus.
JA/NEEN
Kan staar veroorzaakt worden door hypocalciëmie?
JA
JA/NEEN
Kan staar weer terugkomen na een operatie?
NEEN: nastaar <=> staar.