Cat W Flashcards
Wanneer moet gebruik gemaakt worden van dimlicht?
In de nacht.
Overdag bij slecht zicht.
In tunnels.
Wanneer moet gebruik gemaakt worden van groot licht.
In de nacht.
Geen tegenliggers.
Wanneer moet gebruik gemaakt worden van het mistlicht voor?
Bij mist sneeuw of regen dat zorgt voor een zicht van 200 meter.
Wanneer moet gebruik gemaakt worden van het mistlicht achter?
Bij mist of sneeuw dat zorgt voor zicht van 50 meter.
Wanneer moet gebruik gemaakt worden van het achterlicht en kentekenlicht.
Altijd als er andere verlichting aan staat.
Welk licht moet aanstaan als er overdag een laagstaande zon van achteren schijnt?
Van je dimlicht.
Welke verlichting moet aanstaan als je je auto buiten de BK op de rijbaan parkeert en het nacht is of als het overdag mag slecht zicht is?
Stadslicht en achterlicht.
Is kentekenplaatverlichting alleen verplicht aan de achterkant of ook aan de voorkant?
Alleen aan de achterkant.
(Aan de voorzijde mag het kenteken niet verlicht zijn).