Casus 3; Marieke Flashcards

1
Q

Nature

A

Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijv. het genetisch materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Nurture

A

Alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, voornamelijk leefomgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ziekte concept

A

Bepaald hoe je je eigen problematiek ziet. Welk inzicht je daarop hebt. Bijv. Hoe wordt je ziek, waar wordt je ziek van, wat voor invloed heeft bijv. roken op de gezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychologische Ontwikkeling: Prenatale: Periode tussen de conceptie en de geboorte.

A

Ontstaan spontane bewegingen en basale reflexen.
14de week, foetus kromt de handen om iets wat met de handpalmen in contact komt. Dit is begin van de grijpreflex.
16de week de hersenen zijn volledig gevormd en de foetus kan pijn voelen.
Na de 27ste week de foetus kan geluiden buiten de baarmoeder horen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Psychologische Ontwikkeling: Neonatale: Eerste maand na de geboorte.

A

Aangeboren reflexen, houdingsreflex, grijpreflex, zuigreflex, stapreflex.
Reageert op smaak en geur.
Herkennen gezicht moeder. Optimale gezichtsscherpte van 30 cm. Ideaal voor het herkennen van gezichten.
Imitatie van uiteenlopende gedragingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Psychologische Ontwikkeling: Zuigelingenperiode

A

Onderscheiden mensen gezichten.
Waarnemen diepte, grote lijnen dezelfde visuele mogelijkheden als volwassenen.
7de week visuele en motorische coördinatie ontstaat die nodig zijn om oogcontact te onderhouden. Dit een belangrijk element bij het vormen van een relatie.
Onderscheiden kleuren. Geven de voorkeur aan voorwerpen met veel contrast, zoals zwart-witte ruiten of voorwerpen met contrasterende kleuren.
Intuïtieve gevoel voor cijfers, kunnen bijv. het verschil zien tussen een scherm met 10 en met 20 stippen.
Auditieve voorkeur voor de menselijke stem, boven andere geluiden. Ook hebben ze een voorkeur voor geluiden en ritmen hun eigen taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Psychologische Ontwikkeling: Adolescentie

A

Ze gaan steeds meer het leven leiden wat ze zelf voor ogen hebben. Ze gaan dan kijken en werken aan de toekomst.
Ze gaan anders en kritischer denken.
Het langetermijngeheugen wordt verder ontwikkeld.
Ze hebben een eigen mening die ze goed kunnen beargumenteren.
Ze ontwikkelen meer mensenkennis en inlevingsvermogen.
De taalontwikkeling stopt niet. Wel zie je dat ze sneller voor wat moeilijkere woorden kiezen en de straattaal minder gebruiken dan in de pubertijd.
Kunnen hun emoties uiten en plaatsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Psychologische Ontwikkeling: Volwassenen

A

Zelfstandigheid, wil werken aan eigen toekomst, verschillende mogelijkheden onderzoeken, op zichzelf wonen, settelen.
Relaties krijgen een vastere vorm en inhoud.
De volwassene leert zichzelf kennen door de verantwoordelijkheden in zijn leven en op zijn werk, hier door is hij ook beter in staat om eigen keuzes te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly