Cardiologie en Nefrologie Flashcards

1
Q

Propranolol, metoprolol, sotalol

A

Bètablokkers

Blokkeren werking van bèta-receptoren –> lagere hartslag en handhaving normaal sinusritme, lagere bloeddruk, lagere contractiliteit. Sotalol is een niet-selectieve bètablokker die ook invloed kan hebben op het respiratoire systeem en de glucosewaarden.

  • Stabiele AP
  • Tachycardie
  • Ritmestoornis
  • Hypertensie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Amiodaron

A

Anti-aritmica klasse III

Remming in de SA-knoop, refractaire periode vertraagd, vertraagde geleiding door AV-knoop en bundel van His –> lagere en regelmatige hartslag

  • Aanhoudende VT/VF
  • Cardiomyopathie
  • Atriumfibrilleren
  • Profylactisch bij ernstige hartritmestoornis, wanneer andere therapieën niet effectief of gecontra-indiceerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Adenosine

A

Purine nucleoside

Vertraagt geleiding door de AV-knoop –> onderbreken van re-entry circuits –> normaal sinusritme herstellen

Paroxismale supraventriculaire tachycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Furosemide

Lisdiuretica

A
  • onderhoud bij hartfalen
  • oedeem t.g.v. hartfalen
  • leverziekte en nierziekte
  • longoedeem
  • acute hypercalciëmie
  • geforceerde diurese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly