Caput 1

Question 1

Flamma

Answer 1

Flammae v.
De vlam
Fr. La flamme

Question 2

Regina

Answer 2

Reginae v.
De koningin
rex, regia, regnum, regare, regius

Question 3

Grex

Answer 3

Gregis m.
De kudde

Question 4

Pastor

Answer 4

Pastoris m.
de herder
Ndl. De pastoor

Question 5

Incolumis

Answer 5

~, incolume ; incolumis
Ongedeerd

Question 6

Pascere

Answer 6

Pasco III
Weiden, hoeden, laten grazen

Question 7

Primum of primo

Answer 7

(Bijwoord)
Eerst, voor het eerst

Question 8

Quidem

Answer 8

(Bijwoord)
Wel(iswaar), tenminste, meer bepaald

Question 9

Quam

Answer 9

(Bijwoord)
Dan, zo…mogelijk

Question 10

Campus

Answer 10

Campi m.
De vlakte
Ndl. Een camping

Question 11

Alius…, alius…,

Answer 11

De ene …, een andere ….

Question 12

Alii…, alii…,

Answer 12

Sommige(n)…, andere(n)…

Question 13

Augere

Answer 13

Augeo II
1) doen groeien 2) vermeerderen

Question 14

Circum

Answer 14

+ acc.
Voorzetsel
Rondom P

Question 15

Ob

Answer 15

+acc.
Voorzetsel
1) tegenover P
2) wegens O/R

Question 16

Trans

Answer 16

+acc.
Voorzetsel
Over P

Question 17

Pro

Answer 17

+abl.
Voorzetsel
Voor, in plaats van /

Question 18

Sub + acc.

Answer 18

Voorzetsel
Tot onder R

Question 19

Sub + abl.

Answer 19

Voorzetsel
Onder P

Question 20

Discordia

Answer 20

Discordiae v.
De ruzie

Question 21

Forma

Answer 21

Formae v.
De vorm, de schoonheid
Fr. La forme

Question 22

Nuptiae

Answer 22

Nuptiarum v. Mv.
De bruiloft, het huwelijk

Question 23

Potens

Answer 23

~,~, ; potentis
Machtig
Lat. Potentia

Question 24

Iudicare

Answer 24

Iudico I
Oordelen
Lat. Iudex, iustus,…

Question 25

Regnare

Answer 25

Regno I Heersen Rex, regia, regina,…

Question 26

Officium

Answer 26

Officii o. De taak, de verplichting Eng. The Office

Question 27

Os

Answer 27

Oris o. De mond, (het gelaat)

Question 28

Non solum… sed etiam…

Answer 28

Niet alleen… maar ook…