C4 Flashcards

1
Q

Een blik ananas

A

Une boite d’ananas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een bakje aardbeien

A

Une barquette de fraises

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een kartonnen doos

A

Une boite en carton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een glazen fles

A

Une bouteille en verre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Per kilo, per 100 gram, per liter, per stuk, per eenheid

A

Le kilo, les 100 grammes, le litre, la pièce, l’unité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Olijven in bokaal / in bokalen

A

Des olives en bocal / en bocaux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een metalen doos

A

Une boite en métal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een tube tandpasta

A

Un tube de dentifrice

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een koffer met zakjes thee

A

Un coffret avec des sachets de thé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een flesje parfum

A

Un flacon de parfum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Een houten kist voor flessen iwjn

A

Une caisse en bois pour des bouteilles de vin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De niet verpakte thee, in bulk

A

Le thé en vrac

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een potje yoghurt

A

Un pot de yogourt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een blikje spuitwater

A

Une canette d’eau gazeuse / pétillante

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Een vat

A

Un fut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een leren zetel

A

Un divan en cuir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Een (arm)stoel in stof

A

Un fauteuill en étoffe

18
Q

Een das in zijde

A

Une cravate en soie

19
Q

Een katoenen hemd

A

Une chemise en coton

20
Q

Een wollen jas

A

Un manteau en laine

21
Q

Een horloge in zilver en goud

A

Une montre en argent et en or

22
Q

Een lamp in kunststof

A

Une lampe en (matière) plastique

23
Q

Een betonnen vloet

A

Un plancher en béton

24
Q

Een balk in staal

A

Une poutre en acier

25
Q

Een kookpot in inox

A

Une casserole en inox

26
Q

Een porseleinen bord

A

Une assiette en porcelaine

27
Q

Een pallet

A

Une palette

28
Q

Gegolfd karton

A

Du carton ondul&

29
Q

Een financiële korting

A

Une réduction financière / un escompte

30
Q

Een handelskorting

A

Une réduction commerciale

31
Q

Een hoeveelheidskorting, een getrouwheidskorting

A

Une remise

32
Q

Een afslag, rabat

A

Un rabais

33
Q

Een eindejaarskorting, een eindeseizoenskorting, …

A

Une ristourne

34
Q

De solden

A

Les soldes

35
Q

Een korting toestaan van 5%

A

Accorder une réduction de 5%

36
Q

Contant

A

Au comptant

37
Q

Op termijn

A

À terme

38
Q

Betaling 30 dagen einde factuur

A

Paiement dans les 30 jours / à 30 jours

39
Q

Betaling 60 dagen einde factuur

A

Paiement dans les 60 jours / à 60 jours

40
Q

Op krediet

A

À crédit, à tempérament