bvo 10 Flashcards

1
Q

Zijn de onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Vaste instructies hebben tot doel de algemene taakomschrijving van de beveiliger in hoofdlijnen vast te leggen.
Stelling II: Instructies zijn nodig om gelijkvormig optreden te verkrijgen.

Uw antwoord:

Alleen stelling I is juist

Alleen stelling II is juist

Beide stellingen zijn juist

Beide stellingen zijn onjuist

A

beide zijn juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het nut van instructies?

Uw antwoord:

men kan zich erachter verschuilen

iedereen kan dan naar eigen inzicht handelen

er gaat een goede repressieve werking van uit

iedere beveiliger zal bij zijn optreden op gelijke wijze optreden

A

iedere beveiliger zal bij zijn optreden op gelijke wijze optreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke wijze kan men bereiken dat er eenheid in optreden van de beveiligers is?

Uw antwoord:

door een goede functiebeschrijving

door een goed bedrijfsreglement

door goede instructies

door dezelfde opleiding

A

door goede instructies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke van de onderstaande zaken wordt omschreven in een specifieke instructie?

Uw antwoord:

de verplichting tot het dragen van een goedgekeurd uniform

het verbod om wapens bij zich te dragen tijdens de dienstuitvoering

het optreden bij een brand

wie opdrachten aan u mag geven

A

het optreden bij een brand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke van de onderstaande eisen die gesteld worden aan beveiligers zijn voorgeschreven in de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus ?
Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn!

Uw antwoord:

Zelfstandig kunnen optreden

Toestemming van de korpschef van de regiopolitie

Integer zijn

Voldoende vakbekwaam zijn

A

Toestemming van de korpschef van de regiopolitie

Voldoende vakbekwaam zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Van een goede beveiliger wordt verwacht dat hij zijn werk goed blijft uitvoeren ondanks het feit dat er vaak veel weerstand of onbegrip is tegen zijn optreden.
Stelling II: Een goede mentale instelling wordt bevorderd door conflictsituaties in een vroeg stadium goed te bespreken.

Uw antwoord:

Alleen stelling I is juist

Alleen stelling II is juist

Beide stellingen zijn juist

Beide stellingen zijn onjuist

A

beide zijn juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke van de onderstaande handelingen draagt NIET bij tot een goede ‘security-awareness’.

Uw antwoord:

Rapporteren van ongewenst gedrag.

Motiveren van beveiligingsmaatregelen.

Personeel betrekken bij keuze beveiligingsmaatregelen.

Voorlichting geven over beveiligingsmaatregelen.

A

Rapporteren van ongewenst gedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Morele schuld kan alleen ontstaan als er een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden waarbij persoonlijk letsel is ontstaan.
Stelling II: Morele schuld kan men voorkomen door altijd preventief te blijven denken en doen.

Uw antwoord:

Alleen stelling I is juist.

Alleen stelling II is juist.

Beide stellingen zijn juist.

Beide stellingen zijn onjuist.

A

alleen stelling 2 is juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De beveiligingsdienst is het ‘visitekaartje’ van de ondeneming. Welke wijze van optreden draagt hiertoe bij?

Uw antwoord:

Goede vakkennis hebben.

Altijd klaar staan voor uw collega.

Goede omgangsvormen hebben naar klanten.

Precies volgens de regels werken.

A

Goede omgangsvormen hebben naar klanten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Indien een werknemer zijn medewerking weigert aan een visitatie, kunt u als beveiliger hem hiertoe dwingen.
Stelling II: De controle op de naleving van de bedrijfsregels moet alleen uitgevoerd worden door de beveiliging.

Uw antwoord:

Alleen stelling I is juist.

Alleen stelling II is juist.

Beide stellingen zijn juist.

Beide stellingen zijn onjuist.

A

beide stelling onjuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke van de onderstaande zaken zijn terug te vinden in een tijdelijke instructie?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk!

Uw antwoord:

de tijdstippen waarop de diverse ronden gelopen moeten worden

op welke wijze er een visitatie uitgevoerd moet worden

hoe te handelen bij een incident van tijdelijke aard, zoals bijvoorbeeld een brand

de aanpassing van de werkzaamheden gedurende een verbouwing

Volgende

A

de aanpassing van de werkzaamheden gedurende een verbouwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vraag 13

Agent steekt geld bekeuringen in eigen zak
Fraude ? Rotterdam ? 5 oktober
De dienst Interne Zaken van de politie in Rotterdam heeft een 54-jarige politieman van het eigen korps aangehouden. De man uit Capelle aan den IJssel wordt verdacht van verduistering van geld afkomstig van bekeuringen. Het geld dat de politieman in eigen zak stak, was afkomstig van bekeuringen die hij uitdeelde aan buitenlandse verkeersovertreders. Hoeveel de man heeft verduisterd en hoe lang hij deze praktijk heeft volgehouden, wil de politie niet zeggen.
Bij bovenstaande voorbeeld is er sprake van een inbreuk op de …………………………………..

Uw antwoord:

geloofwaardigheid

integriteit

loyaliteit

zelfdiscipline

A

INTEGRITIET

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De waarden en normen die gelden voor een goede uitoefening van een beroep, noemen we de

A

beroepsethiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indien men zich houdt aan de doelstelling van het bedrijf, is er sprake van

A

loyaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly