4 Flashcards

1
Q

Welke van de onderstaande vragen is NIET van belang bij het vaststellen van de risico’s?

Resultaat: 0,00 van 1,00
Uw antwoord:
Juist antwoord:
Score:

de eisen die de overheid stelt

de aard van de risico’s
de aard van de risico’s

de kans op het ontstaan hiervan
de kans op het ontstaan hiervan

de gevolgen als deze ontstaan
de gevolgen als deze ontstaan

A

de eisen die de overheid stelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voordat een bedrijf een goed beveiligingsplan kan maken, zal er altijd eerst een risico-analyse gemaakt moeten worden.

A

risico-analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke van de onderstaande objecten vallen onder categorie I ?
Er kunnen meerdere antwoorden juist zijn !

Resultaat: 0,40 van 1,00
Uw antwoord:
Juist antwoord:
Score:

airco-installatie van computerzaal van bank
airco-installatie van computerzaal van bank
0,00

telefooncentrale van groot postorderbedrijf

stroomvoorziening van operatiekamer
0,00

liften van kantoorpand met 8 verdiepingen
liften van kantoorpand met 8 verdiepingen
0,20

verwarmingsinstallatie in verzorgingstehuis
verwarmingsinstallatie in verzorgingstehuis
0,20

A

telefooncentrale van groot postorderbedrijf
0,00

stroomvoorziening van operatiekamer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Om een goed overzicht te kunnen krijgen van alle aanwezige risico’s, moet men gebruik maken van een risicomatrix .

Resultaat: 0,00 van 1,00
Uw antwoord:
Juist antwoord:
Score:

A

risicomatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indien een object bij uitval zorgt voor nadelige gevolgen voor de onderneming, valt dit onder de schadecategorie ….

A

iii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tijdens een hevige sneeuwstorm waait het dak van een productiehal af, waardoor diverse machines stuk gaan.
Hier is sprake van een

A

natuurlijke oorzaak .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: Bij oudbouw kan het regelmatig voorkomen dat de vluchtwegen onoverzichtelijk zijn en daardoor problemen kunnen opleveren.
Stelling II: Indien een object erg afgelegen is en bovendien slechts een toegangsweg heeft, zal de toegangscontrole minder problemen opleveren.

A

beide stellingen zijn juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist?
Stelling I: In een beveiligingsplan worden uitsluitend organisatorische beveiligingsmaatregelen omschreven.
Stelling II: Het doel van een beveiligingsplan is te komen tot een goede organisatie van de beveiliging.

A

alleen stelling II is juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly