BS 2 Het verteringsstelsel Flashcards
verteringsproducten
de kleine moleculen die ontstaan doordat grote organische moleculen uit de voedselbrij worden afgebroken door enzymen
kringspieren
spieren die openingen sluiten, zitten in ze mond, anus, urinebuis en ogen
lengtespieren
spieren die organen kunnen verkorten, zitten in darmen, slokdarm en bloedvaten
darmperistaltiek
het afwisselend samentrekken van lengte- en kringspieren in de wand van het darmkanaal waardoor de voedselbrij wordt voortgeduwd, gekneed en gemengd met verteringssappen
verteringssappen
worden aan de voedselbrij afgegeven door verteringsklieren en bevatten enzymen
verteringsklieren
geven verteringssappen af aan de voedselbrij
mechanische vertering
kauwen en kneden en mengen (door darmperistaltiek) van de voedselbrij
chemische vertering
de bewerking van voedsel door enzymen in verteringssappen
huig
klein spiertje in de keel dat de neusholte afsluit bij slikken
strottenhoofd
kraakbeenstructuur in de keel die helpt bij ademhalen, slikken en stemvorming
strotklepje
sluit de luchtpijp af
slokdarm
verbindt de keelholte met de maag
maag
- tijdelijke opslagplaats van voedsel,
- sterk zuur milieu, door maagsap, waardoor bacteriën dood gaan,
- slijm beschermt de wand tegen het maagsap
maagportier/ pylorus
kringspieren bij de ingang en uitgang die het afsluiten
maagsap
wordt door maagsapklieren geproduceerd, zorgt voor een sterk zuur milieu waarin bacteriën doodgaan