BS 1 voedingsstoffen Flashcards
voedingsmiddelen
alles wat je eet of drinkt
voedingsstoffen
6 groepen: eiwitten, koolhydraten, suikers, water, vetten, mineralen, vitaminen
bouwstof
stoffen die worden gebruikt voor de vorming van organische moleculen bij de voortgezette assimilatie
brandstoffen
voedingsstoffen die energie kunnen leveren voor de dissimilatie/ verbranding
eiwitten
ketens van enkele tientallen tot meer dan duizend aminozuren, dienen als bouwstof.
essentiële aminozuren
aminozuren die mensen niet of in onvoldoende hoeveelheden zelf kunnen vormen. Moeten in het voedsel zitten
koolhydraten
belangrijke brandstoffen in je lichaam, vooral als brandstof en bouwstof
voedingsvezels
koolhydraten die niet kunnen worden verteerd door enzymen van de mens
vetten
lipiden, dienen vooral als brandstof maar ook als bouwstof
triglyceriden
vetten en oliën die opgebouwd zijn uit een glycerolmolecuul en 3 vetzuurmoleculen
verzadigd vetzuren
alle bindingsplaatsen zijn van de C-atomen bezet door waterstofatomen
onverzadigde vetzuren
niet alle bindingsplaatsen van de C-atomen zijn bezet door waterstofbruggen, op deze plekken wordt een dubbele binding gemaakt.
essentiële vetzuren
moeten in het voedsel aanwezig zijn, het lichaam kan deze voldoende zelf maken
cholesterol
een vet dat je voor een klein deel binnenkrijgt via voeding, het meeste wordt aangemaakt via de lever
mineralen
anorganische stoffen zoals calcium, fosfor, kalium en natrium. heb je nodig om processen in je lichaam goed te laten te verlopen