Bronnentheorie, loonheffingen en resultaat uit overige werkzaamheden Flashcards

1
Q

Noem een aantal bronnen van belaste inkomen (7 bronnen)

A
  1. Winst uit onderneming
  2. Loon uit dienstbetrekking
  3. Resultaat uit overige werkzaamheden (WOR)
  4. Periode uitkeringen en verstrekkingen
  5. Inkomsten uit eigen woning
  6. Inkomen uit aanmerkelijk belang
  7. (inkomen uit sparen en beleggen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de vier kernbegrippen binnen de loonbelasting?

A

Dienstbetrekking, Inhoudingsplichtige, Loon, Loonheffingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de drie criteria voor het hebben van een dienstbetrekking

A

Persoonlijk arbeid, loon en gezagsverhouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem vier soorten inhoudingsplichtigen/werkgevers

A
  • Reguliere werkgevers
  • Verstrekkers uit vroegere dienstbetrekking (pensioenfondsen)
  • Verstrekkers van uitkeringen aan werknemers (UWV en verzekeringsmaatschappijen)
  • (Buitenlandse werkgevers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt loon in natura gewaardeerd?

A

WEV, waarbij soms waarderingsregels van toepassing zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt de werkkostenregeling in?

A

Met de werkkostenregeling kunt u als werkgever bepalen wat onbelast wordt vergoed aan uw werknemers. De WKR bestaat uit de vrije ruimte, gerichte vrijstellingen, nihil waarderingen en bijzondere waarderingsregels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly