Boeken vragen Flashcards

1
Q

Wat is de normale temperatuur van iemand? (nummer-nummer)

A

36,5-37,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij welke theorie hoort dit: de activiteit van wetenschappers is zoals het oplossen van een puzzel

A

Paradigmashift van Kuhn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij welke theorie hoort dit: de wetenschapper kijkt hoe een stukje past in een groter geheel, de stukjes van een puzzel die er al liggen

A

Paradigmashift van Kuhn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke theorie hoort dit: stukjes die niet goed passen, worden voorlopig terzijde gelegd

A

Paradigmashift van Kuhn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij welke theorie hoort dit: waarnemingen zijn afhankelijk van theoretische vooronderstellingen.

A

Falsificatie principe van Popper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij welke theorie hoort dit: waar we naar kijken, wordt bepaald door onze belangstelling

A

Falsificatie principe van Popper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke theorie hoort dit: waarneming als basis van wetenschap

A

Falsificatie principe van Popper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij welke theorie hoort dit: uitgangpunt is dat de techniek of de technologische innovatie niet alleen explans maar ook explandum is.

A

co-constructie van zorg en technologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke infectieziekte horen de volgende symptomen bij koorts bij kinderen: Hoesten, snotneus, zagen/piepen

A

Bovensteluchtweginfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het verloop van een acute bronchitis is (gevaarlijk/self-limiting)

A

Self-limiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij welke virale infectieziekte horen de volgende symptomen bij koorts bij kinderen: waterige, bloederige diarree

A

Gastro-enteritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij welke bacteriële infectieziekte horen de volgende symptomen bij koorts bij kinderen: Prikkelbaarheid, luierpijn, pijn bij oppakken, sufheid, voedingsproblemen, petechiën, purpura, hoofdpijn, misselijkheid, braken, bewusteloosheid, verwardheid, convulsies

A

Meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij welke bacteriële infectieziekte horen de volgende LO bevindingen bij koorts bij kinderen: Nekstijfheid, positieve tests: Kernig, Brudzinski

A

Meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de behandelingen bij meningitis? (2)

A

Antibiotica, preventieve meningokokken vaccinatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bij welke bacteriële infectieziekte horen de volgende symptomen bij koorts bij kinderen: Tachypneu, stotende ademhaling, intrekkingen

A

Pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke bacteriële infectieziekte horen de volgende LO bevindingen bij koorts bij kinderen: verminderd ademgeruis, vochtige rhonchi

A

Pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Bij welke bacteriële infectieziekte horen de volgende symptomen bij koorts bij kinderen: prikkelbaarheid

A

Urineweginfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarom is heesheid van meer dan 3 weken bij iemand die rookt, drugs doet of alcohol gebruikt een alarmsignaal bij heesheid?

A

Maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom is Heesheid met slikklachten, hemoptoë en pijn uitstralend naar oor een alarmsignaal bij heesheid? (2)

A

Larynx/hypofarynxcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom is Heesheid acuut ontstaan na trauma of operatie een alarmsignaal bij heesheid?

A

Complicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de pathologie van een neusverstopping?

A

Door infectie met een virus is er prikkeling van de slijmvliezen, waardoor de mucusproductie toeneemt en vermindering van de ciliaire functie en versterkte afscheiding van epitheliale cellen optreden. Door infiltratie van de submucosa met ontstekingscellen is er oedeemvorming, waardoor er zwelling is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is rinorroe?

A

Loopneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Bij welke ziekte horen deze symptomen bij een acute neusverstopping: Hoesten, keelpijn, algehele malaise, loopneus, koorts, conjunctivitis, pijn in de bijholten

A

Acute virale rinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wanneer komen de symptomen bij acute virale rinitis?

A

Wintermaanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Acute virale rinitis komt vaker voor in (open/gesloten) gemeenshappen

A

Gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn de verwekkers van acute virale rinitis? (3)

A

Rinovirus, coronavirus, para-influenzavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij acute neusverstopping: Rinorroe of verstopte neus met minstens 1 ander symptoom van neus/bijholten, maximaal voor 12 weken

A

Acute rinosinusitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat zijn de bacteriële verwekkers van acute rinosinusitis? (4)

A

Streptococcus pneumoniae, haemophilus influenzae, moraxella catarrhalis, staphylococcus aureus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij acute neusverstopping: Rinorroe of verstopte neus met minstens 1 ander symptoom van neus/bijholten, minimaal voor 12 weken

A

Chronische rinosinusitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij acute neusverstopping: Eenzijdige verstopte neus, prikkeling die licht onbehagen en lokaal is, stinkende, bloederige, purulente afscheiding

A

Corpus alienum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij chronische/recidiverende neusverstopping: oedeem, niesreflex, waterige/slijmerige rinorroe

A

Allergische rinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is een risicofactor voor allergische rinitis?

A

Atopisch syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welke soorten anatomische afwijkingen kunnen leiden tot chronische/recidiverende neusverstopping? (2)

A

Neusseptum, conchohypertrofie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij chronische/recidiverende neusverstopping: grijs bleke bol met een glad en weinig gevasculariseerd oppervlak, obstructie

A

Neuspoliep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij chronische/recidiverende neusverstopping: dubbelzijdige verstopping, hyperemie, tachyfylaxie, lokale irritatie

A

Medicamenteuze rinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat is een risicofactor voor medicamenteuze rinitis?

A

Misbruik van neusdruppels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Welke medicaties kunnen zorgen voor een chronische/recidiverende neusverstopping? (5)

A

Acetylsalicylzuur, NSAID’s, alfablokkers, vasodilatantia, ACE-remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij chronische/recidiverende neusverstopping: gevoel van neusobstructie, neusdoorgankelijkheid toegenomen

A

Atrofische rinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat is een risicofactor voor atrofische rinitis?

A

Neustrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat is epistaxis?

A

Neusbloeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij chronische/recidiverende neusverstopping: epistaxis, bloederige afscheiding

A

Maligne nasofaryngeale tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Wat zijn de risicofactoren voor een nasofaryngeale tumor? (2) (1 nummer-nummer)

A

50-60 jaar, man

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat is foetide afscheiding?

A

Stinkende afscheiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Waarom is het chronisch gebruik van decongestiva een alarmsymptoom bij een neusverstopping?

A

Medicamenteuze rinitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Waarom is persisterende eenzijdige bloederige afscheiding een alarmsymptoom bij een neusverstopping?

A

Tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Waarom is eenzijdige verstopping met foetide afscheiding bij kinderen een alarmsymptoom bij een neusverstopping?

A

Corpus alienum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Wat zijn de bacteriële verwekkers van Otitis media acuta met perforatie van het trommelvlies? (3)

A

Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Wat zijn de risicofactoren boor OMA met perforatie van het trommelvlies? (2) (1 nummer-nummer)

A

0-15 jaar, symptomen in winterperiode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Wat veroorzaakt een chronische otitis media?

A

Disfunctie van de buis van Eustachius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: trommelvliesperforatie, aantasting gehoorbeenketen, verlittekening/verklaking trommelvlies, gehoorsverlies

A

Chronische otitis media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: Gehoorsverlies, massa

A

Chronische otitis media cholesteatoma

52
Q

Wat is een cholesteatoom?

A

Laagsgewijs opgebouwde massa van keratine

53
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: pijn, zwelling, jeuk

A

Otitis externa op basis van een bacteriële of schimmelinfectie

54
Q

Wat zijn de risicofactoren bij otitis externa op basis van een bacteriële of schimmelinfectie (5)

A

Water, oorpeuteren, oorstukjes, zeep en shampoo

55
Q

Wat zijn de verwekkers bij otitis externa op basis van een bacteriële of schimmelinfectie? (2)

A

Pseudomonas aeruginosa, staphylococcus aureus

56
Q

Wat veroorzaakt een otitis externa op basis van een bacteriële of schimmelinfectie na zwemmen?

A

Pseudomonas aerigunosa

57
Q

Wanneer is er een schimmelinfectie bij een otitis externa op basis van een bacteriële of schimmelinfecite? (3)

A

Gebruik corticosteroïden, gebruik antibiotica, immuungecompromitteerde patiënten

58
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: vochtontwikkeling, puistjes, jeuk

A

Otitis externa op basis van eczeem

59
Q

Wat zijn risicofactoren bij een otitis externa op basis van eczeem (2) (1 nummer)

A

15+ jaar, zomerperiode

60
Q

Wat is de behandeling bij een otitis externa op basis van eczeem?

A

Combinatiepreparaten van antibiotica en steroïdbevattende oordruppels

61
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: destrucite bot en kraakbeen, hevige pijn, algemeen ziekzijn, zwelling rond oor

A

Otitis externa maligna

62
Q

Wat is de veroorzaker van otitis externa maligna?

A

Pseudomonas aeruginosa

63
Q

Wat is otitis externa maligna?

A

Een invasieve infectie

64
Q

Wat zijn de risicofactoren voor een otitis externa maligna? (2)

A

Diabetes, oude patiënt

65
Q

Bij welke ziekte horen de volgende symptomen bij afscheiding uit het oor: druk, pijn, gehoorvermindering

A

Overmatig cerumen

66
Q

Waardoor komt een facialisparese bij jeuk bij het oor?

A

Door arosie van het benige kanaal van de nervus facialis

67
Q

Waarom zijn hevige duizeligheid, misselijkheid, braken, nystagmus, snel progressief verhoorsverlies alarmsymptomen bij jeuk bij het oor?

A

Labyrintitis

68
Q

Waarom zijn verschijndelen van meningitis of intracraniale drukverhoging alarmsymptomen bij jeuk in het oor? (3)

A

Hersenabces, epiduraal abces, subduraal abces

69
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: Beginnende oorpijn, kan wisselen tussen links en rechts, algemeen ziekzijn, koorts, oedeem, rood/bomberend trommelvlies, otorrhoe, cholesteatoom

A

Otitis media acuta

70
Q

Wat zijn de bacteriële verwekkers van Otitis media acuta? (3)

A

Streptococcus pneumoniae, haemophilus influenza, moraxella catarrhalis

71
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende risicofactoren: recente verkoudheid, kinderen <2 jr, patiënten met syndroom van down, palatoschisis, gecompromitteerd immuunsysteem, recidief binnen 12 maanden, adenoïdhypertrofie, jonge leeftijd, man, winterseizoen, passief roken, gebruik van spenen, verblijf in kinderdagverblijven

A

Otitis media acuta

72
Q

Bij otitis media met effusie is er vocht achter het trommelvlies

A

Ja

73
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: rood trommelvlies, meerdere met vocht gevulde bullae

A

Myringitis

74
Q

Wat is een griepoor? (syn)

A

Myringitis

75
Q

Wat is een griepoor (def)?

A

Een tot het trommelvlies beperkte ontsteking

76
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: kortdurende pijn na lawaai

A

Lawaaitrauma

77
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: gehoorsverlies, duizeligheid na drukverhoging

A

Druktrauma (barotrauma)

78
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: Nat met exsudaatvorming, droog met schilfering, oorpijn, jeuk, otorroe

A

Otitis externa

79
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende risicofactoren: nauwe gehoorgang, eczeem, psoriasis, veel manipuleren aan de gehoorgang, contactallergie

A

Otitis externa

80
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: Pijn die toeneemt door drukverhoging, door druk op uitwendige oor of door tractie aan de oorschelp, oedeem

A

Furunkel

81
Q

Wat is de veroorzaker van een furunkel?

A

Staphylococcus aureus

82
Q

Wat is een furunkel?

A

Een ontsteking van een haarzakje

83
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: Lawaai, gekriebel, pijn

A

Insect in de gehoorgang

84
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: irritatie, zwelling, pijn, ontstekingsverschijnselen

A

Kraal of iets dergelijks in de gehoorgang

85
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: Heftige pijn van huid en kraakbeenvlies, zwelling en roodheid na trauma of infectie in oorschelp

A

Perichondritis

86
Q

Welke aandoening is bloemkooloor?

A

Perichondritis

87
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: blaasjes, jeuk oorschelp

A

Herpes zoster

88
Q

Waarom moet je opletten bij gerefereerde oorpijn?

A

Zeldzame maligniteit

89
Q

Wat is cariës?

A

Uitstralende pijn naar oor

90
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende symptomen: heesheid, slikproblemen, gewichtsverlies

A

Maligniteit

91
Q

Bij welke ziekte bij oorpijn horen de volgende risicofactoren: roken, familieanamnese, aziatische afkomst, alcoholmisbruik

A

Maligniteit

92
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende risicofactoren: roken, werken met chemische stoffen, reflux, gebruik van inhalatiemedicatie, chronische rinosinusitis, irritatie door rook en nicotine, chronisch alcoholmisbruik, langdurig verkeerd gebruik van de stem

A

Chronische laryngitis

93
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende symptomen: keelschrapen, voortdurend niet-productief hoesten, zuurbranden, globusgevoel, heesheid

A

Gastro-oesofageale reflex met gastrofaryngeale reflux

94
Q

Wat is reinke oedeem?

A

Een afwijking waarbij de stembanden sterk oedemateus gezwollen is of zijn

95
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende symptomen: stembanden zijn grijs, lage stem

A

Reinke-oedeem

96
Q

Wat is het risicofactor bij reinke oedeem?

A

Roken

97
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende symptomen: Oedeem, arytenoïdluxatie, stembandgranuloomm, heesheid

A

Door intubatie of andere traumata

98
Q

Wat zijn risicofactoren voor stemklachten bij intubatie of andere traumata? (2)
Intubatie en/of laryngoscopie

A

Intubatie en/of laryngoscopie

99
Q

Welke medicijnen kunnen voor stemklachten zorgen? (5)

A

Cumarinen, trombolytica, hormonale preparaten, antipsychotica, inhalatiemedicatie met corticosteroïden

100
Q

Wat zijn risicofactoren bij stembandnoduli? (2)

A

Zingen, schreeuwen

101
Q

Wat is een stembandpoliep?

A

Unilaterale zwelling op de stemplooi

102
Q

Wat zijn de risicofactoren bij een stembandpoliep? (1 nummer-nummer) (3)

A

20-50 jr, man, luid schreeuwen

103
Q

Wat is een contactulcus?

A

een ringvormige afwijking met een lichte ontstekingscomponent aan de mediale zijde van een van de stembanden

104
Q

Wat zijn de risicofactoren bij contactulcus of granuloom? (3)

A

Roken, verkeerd stemgebruik, gastro-oesofageale reflux

105
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende symptomen: wratachtige trosjes vooral op stembanden, kan leiden tot ademobstructie

A

Larynxpapillomatose

106
Q

Wat zijn de risicofactren bij larynxpapillomatose? (3) (1 nummer-nummer)

A

20-40 jr, HPV type 6 en 11

107
Q

Wat is een granuloom?

A

Wat is een granuloom?

108
Q

Bij welke ziekte bij stemklachten horen de volgende symptomen: heesheid, slikklachten, keelpijn met uitstraling naar oor, hoesten, benauwdheid, hemoptoë

A

Larynxcarcinoom

109
Q

Allochtonen hebben gemiddeld genomen een (slechtere/betere) gezondheid dan autochtonen

A

Slechtere

110
Q

Surinamers, Turken en marokkanen krijgen bij de huisarts (minder vaak/vaker) een recept mee dan nederlanders.

A

Vaker

111
Q

Turken en marokkanen gebruiken ook (minder/meer) geneesmiddelen dan autochtonen met dezelfde sociaaleconomische achtergrond

A

Meer

112
Q

Antilliaanse migranten gebruiken juist significant (minder/meer) medicijnen dan andere etnische groepen

A

Meer

113
Q

Terwijl migranten (minder vaak/vaker) een recept krijgen dan autochtonen, rapporteren zij dat ze minder vaak medicijnen op recept gebruiken.

A

Vaker

114
Q

Migranten gebruiken ook (minder vaak/vaker) vrij verkrijgbare medicijnen

A

Minder vaak

115
Q

Antillianen gebruiken vrij verkrijgbare medicijnen (net zo vaak/vaker) als autochtonen

A

Net zo vaak

116
Q

Pijnstillers gebruikt minder vaak/vooral door turken

A

Vooral

117
Q

Welke populaties gebruiken vaak antidepressiva/antipsychotica? (3)

A

Marokkanen, surinamers, antilliaanse mannen

118
Q

Welke populaties gebruiken vaak maag-darm medicatie? (2)

A

Turken en Marrokkanen

119
Q

Welke populaties gebruiken vaak antidiabetica? (3)

A

Marrokkanen, Surinamers, Hindostanen

120
Q

Welke bevolkingsgroep heeft meer klachten van: Maag-darmkanaal, ogen, bewegingsapparaat, luchtwegen, sociale problemen

A

Turken

121
Q

Welke bevolkingsgroep gebruikt minder vaak de volgende medicijnen dan autochtonen: Hart- en vaataandoeningen, antibiotica, medicijnen tegen huidziekten, middelen tegen allergie, hormonen

A

Turken

122
Q

Artsen schrijven (minder snel/sneller) een recept uit voor turken dan voor Nlers

A

Sneller

123
Q

Marokkanen hebben (minder/meer) gerapporteerde gezondheidsklachten dan autochtonen

A

Meer

124
Q

Welke bevolkingsgroep heeft meer klachten van: Maag darm, ogen, bewegingsapparaat, luchtwegen, huid, hoofdpijn, CZS klachten

A

Marokkanen

125
Q

Marokkanen gebruiken (minder/meer) pijnstillers op recept en meer medicijnen tegen maag darm dan autochtone Nlers

A

Meer

126
Q

Surinamers hebben (minder/meer) gezondheidsklachten dan autochtonen, maar minder dan turken en Marokkanen

A

Meer

127
Q

Welke bevolkingsgroep heeft meer klachten van: Bloed/endocriene/metabole systeem, maagdarm, bewegingsapparaat, ogen, luchtwegen, huis, psychische en sociale problemen, schizofrenie, drugsgebruik

A

Surinamers