Bodemhorizonten Flashcards

1
Q

Wat zijn de verschillende horizonten, van boven naar beneden?

A

O-A-E-B-C. Ongelukkige Archeologen Eten Bergen Cake.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de O-horizont?

A

Het is de bovenste horizont. Het is de strooisellaag. Denk aan bladeren die op de grond vallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de A-horizont?

A

Dit is de 2e horizont vanaf boven. Het is de vegetatiehorizont.Hier zitten de meeste wortels. We noemen het ook wel de humuslaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de E-horizont?

A

Dit is de 3e horizont vanaf boven. het is de uitspoelingslaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de B-horizont?

A

Dit isde 4e horizont vanaf boven. het is de inspoelingslaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de C-horizont?

A

Dit is de 5e horizont vanaf boven. Het is het uitgangsmateriaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de correcte notitie van verschillende horizonten?

A

Hoofdletters: verschillende soorten horizonten
Kleine letters: beschrijving van de horizonten
Nummers: nummerlaag van de verschillende horizontenlaag

Voorbeeld:
Ap1: 1e (bovenste) A-horizont waarin is geploegd (p)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de definitie van ‘esdek’?

A

Een antropogene laag. Een accumulatie van regelmatige bemesting die een humuslaag in de bodem (A-horizont) creeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan voor een dikke A-horizont zorgen?

A

Regelmatige bemesting (esdek), ontwatering en ploegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat noemen we de laag in de A-horizont als er sprake is van potstalbemesting?

A

Plaggendek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is potstalbemesting?

A

Het vee staat binnen. Wanneer de mest wordt opgeruimd, wordt dit als bemesting gebruikt. Dit zorgt voor een plaggendek die zichtbaar is in de bodem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de oorzaak van het ontstaan van een podzolgrond?

A

Het in- of uitspoelen van mineralen in de grond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer is iets een veengrond?

A

Als in de 80cm van de bodem minstens 40cm veen voorkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kenmerken van Brikgrond

A

Uit- en inspoelen van lutum. Loss van Limburg is brikgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Veldkenmerk Brikgrond

A

E-horizont is bleker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken Eerdgrond

A

A-horizont is (deels) antropogeen, humusrijk. Oorsprong bijv door ophogen/bemesting (esdek), ontwatering, stadsafval etc.

17
Q

Veldkenmerken eerdgrond

A

Duidelijk verloop van donker (boven) naar licht (onder). C is bijna wit zelfs

18
Q

Kenmerken Podsolgrond

A

Ontstaan: uit- en inspoelen ijzer, aluminium etc. IJzergehalte kan je meten met verhitting.

19
Q

Veldkenmerken podsolgrond

A

A-horizont veel afgeloogde (idk wat dat is) zandkorrels
Bh-horizont bijna zwart
Soms een gebleekte laag.

20
Q

Kenmerken veengrond

A

Veen, duh
Minstens 40 cm in de bovenste 80 cm aanwezig om het veengrond te laten zijn

21
Q

Kenmerken vaaggrond

A

Gronden die niet voldoen aan de eisen van de andere grondtypen. Vaak is de gelaagdheid niet zichtbaar. Ontkalking, geen macroscopische plantenresten (uitzondering wortels)

22
Q

Bodemkunde: waar zorgen fysische processen voor?

A

uiteenvallen in kleinere delen

23
Q

Bodemkunde: waar zorgen chemische processen voor?

A

uitspoelen

24
Q

Bodemkunde: waar zorgen biologische processen voor?

A

afbraak en vermenging van organismen