Blok 5 t/m 8 Flashcards

1
Q

Beriberi is een vorm van … tekort waarbij het hart- en vaatstelsel wordt aangetast en/of een ander vorm zich manifesteert met neurologische symptomen (zoals verlamming). welke vitamine moet op de puntjes worden ingevuld?

A. vitamine b12
B. vitamine b1
C. vitamine b3

A

b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke vitamine is verantwoordelijk voor gele pigmenten?

A

vitamine b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vorm van vitamine B3 kan een flush veroorzaken?

A

niacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke van de onderstaande antwoorden behoort niet tot de werking van vitamine B5?

A. is belangrijk voor de voortplanting, groei, fysiologische functies en energieproductie
B. draagt bij aan de opbouw van hormonen, neurotransmitters en vetstoffen
C. Speelt een rol bij hemoglobine, behoud van botten en weefsels.

A

c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een vitamine b6-tekort kan leiden tot een lagere bloedspiegel van welke vitamine?

A

Vitamine c

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

door welke stof wordt cholesterol kleiner gemaakt?

A

inositol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt biotine ook wel genoemd?

A

vitamine B8

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

foliumzuur is nodig bij de regulering van het homocysteïnegehalte. is een te hoog homocysteïnegehalte of juist een te laag homocysteïnegehalte een risicofactor voor o.a. het krijgen van hart- en vaataandoeningen?

A

Te hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar wordt vitamine b12 voornamelijk opgenomen?

A

in de dunne darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welk mineraal is van alle mineralen in de grootste hoeveelheid in het lichaam aanwezig?

A

Calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk mineraal is onderdeel van hemoglobine die het transport van zuurstof in het bloed verzorgt?

A

Ijzer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke van de onderstaande mineralen behoren tot de elektrolyten in ons lichaam?
A. Calcium en ijzer
B. Magnesium en kalium
C. Koper en zink

A

B. Magnesium en kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een tekort aan selenium:
A. Zorgt voor vermindering van smaak en reuk
B. Kan zich uiten in ooglidtrillingen
C. Verhindert de omzetting van T4 naar T3

A

C. verhindert de omzetting van T4 naar T3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Het spoorelement dat belangrijk is bij de opname van insuline in de cellen is:

A

Chroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het mineraal dat een belangrijke rol speelt bij stressbestendigheid is:

A

Magnesium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stelling 1: Selenium is nodig bij de synthese van het co-enzym Q10
Stelling 2: Jodium is van belang bij de vorming van schildklierhormonen

A. Stelling 1 is juist
B. Stelling 2 is juist
C. Beide stellingen zijn juist
D. Beide stellingen zijn onjuist

A

C. beide stellingen zijn juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de hoeveelheid waarin spoorelementen nodig zijn voor het lichaam?

A

Microgrammen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke van de onderstaande stellingen is juist?
A. de botten dienen als opslagplaats van calcium en daarom bevind 80% van het totale calcium zich in de botten of tanden. De overige calcium wordt terug gevonden in bloed, lichaamsvloeistoffen, intracellulaire structuren en celmembranen
B. de botten dienen als opslagplaats van calcium en daarom bevind 75% van het totale calcium zich in de botten of tanden. De overige calcium wordt terug gevonden in bloed, lichaamsvloeistoffen, intracellulaire structuren en celmembranen
c. de botten dienen als opslagplaats van calcium en daarom bevind 99% van het totale calcium zich in de botten of tanden. De overige calcium wordt terug gevonden in bloed, lichaamsvloeistoffen, intracellulaire structuren en celmembranen

A

C, 99%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk hormoon ondersteunt het calciumtransport in het maagdarmkanaal, nieren en botten.

A

Parathormoon (PTH)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke stof verhindert de opname van ijzer?

A

calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

In de orthomoleculaire wetenschap wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen lichaamseigen stoffen en lichaamsvreemde stoffen. Dit onderscheid is zo belangrijk omdat:

A

het bij het functioneren van het organisme een belangrijke rol speelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

om te bepalen of een multivitaminen geschikt is, bekijk je eerst een aantal aspecten. Wat is géén belangrijk aspect om rekening mee te houden in het voorschrijven van een multi?
a. de leeftijd en/of gewicht
b. het BMI van de persoon
c. vrouwen met een kinderwens, zwangerschap en die borstvoeding geeft.
d. Hoe lang iemand al klachten heeft.

A

B. Het bmi van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar moet je extra rekening houden bij vegetariers?

A

extra ijzer, zink en vitamine b12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn complexpreparaten?

A

Een aparte samenstelling die door de producent wordt gemaakt om de werking van het preparaat uniek te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Stelling: Een aandachtspunt bij een supplement is de elementaire hoeveelheid per tablet. als er bijvoorbeeld staat "100 mg calcium (citraat)"is dit hee anders dan "100 mg calciumcitraat". A. deze stelling is juist B. deze stelling is onjuis
A, deze stelling is juist
26
uit welk aminozuur kan tyrosine worden aangemaakt?
fenylalanine
27
welk aminozuur is de tegenhanger van arganine in het bestrijden van virale infecties?
Lysine
28
Wat betekent het als een aminozuur essentieel is?
Dat we dit aminozuur iedere dag vanuit de voeding (of suppletie) binnen moeten krijgen.
29
welk aminozuur kan effectief worden ingezet ter versteviging van het darmslijmvlies?
Glutamine
30
aan de basis van serotonine staat?
Tryptofaan
31
Welke aminozuren behoren tot de BCAA's?
leucine, isoleucine en valine
32
Welke van de volgende aminozuren is niet zwavelhoudend? A. methionine B. cysteïne C. Glutamine
C. glutamine
33
Wat zijn wateroplosbare vitamines?
B1, B2, B3, B5, B6, B8, B11, B12 en vitamine C ## Footnote Vitamines die als Halfvitamine worden aangeduid: Vitamine B4 (choline), B7 (inositol), B13 (orootzuur), B15 (pangaamzuur) en Bx (PABA)
34
Wat is de functie van vitamine B1?
Producent van energie uit koolhydraten, ondersteunt organen zoals hersenen, spieren, hart en zenuwen ## Footnote Bevordert prikkeloverdracht tussen cellen en spieren, essentieel voor geheugen.
35
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B1?
Verminderde eetlust, gewichtsverlies, maagstoornissen, slechte spijsvertering, spierzwakte, vermoeidheid, beriberi ## Footnote Beriberi kan leiden tot hartproblemen en neurologische symptomen.
36
Noem voedingsbronnen van vitamine B1.
* Granen * Noten * Aardappelen * Groenten * Avocado * Peulvruchten * Dierlijke producten (orgaanvlees, varkensvlees, melk) ## Footnote 50% van de B1-voorziening in Nederland komt uit melkproducten.
37
Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van vitamine B2?
Wateroplosbaar, onderdeel van B-complex, antioxidant werking, belangrijk voor celademhaling en groei ## Footnote Beïnvloedt ook het gezichtsvermogen.
38
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B2?
Ontsteking van huid en mondhoeken, haaruitval, vermoeidheid, kromgroeien van vingernagels ## Footnote Kan ook leiden tot verlaagde hemoglobinegehalte.
39
Wat zijn de functies van vitamine B3?
Verbeterde bloedcirculatie, invloed op vetstofwisseling en cholesterolverhoging ## Footnote Vervult een sleutelpositie in de productie van NAD en NADP.
40
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B3?
Uitslag, hartkwalen, mentale depressies, cholesterolverhoging, schizofrenie ## Footnote Kan ook leiden tot hoge bloeddruk en chronische vermoeidheid.
41
Noem voedingsbronnen van vitamine B3.
* Granen (m.u.v. maïs) * Koffie * Zilvervliesrijst * Pinda’s * Lever * Vis ## Footnote Eigen productie uit tryptofaan met vitamine B6.
42
Wat zijn de functies van vitamine B5?
Belangrijk voor voortplanting, groei, fysiologische functies, energieproductie ## Footnote Betrokken bij hormoon- en neurotransmitterproductie.
43
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B5?
Eczeem, spierkrampen, lusteloosheid, reumatische aandoeningen, bijnieruitputting ## Footnote Kan leiden tot verhoogde infectiegevoeligheid.
44
Wat zijn de functies van vitamine B6?
Helpt bij vorming van rode bloedlichaampjes, reguleert cholesterol, verbetert vochthuishouding ## Footnote Stimuleert oestrogeenwerking, nuttig bij PMS.
45
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B6?
Acné, bloedarmoede, oedeem, misselijkheid, zenuwaandoeningen ## Footnote Kan leiden tot verminderde weerstand.
46
Noem voedingsbronnen van vitamine B6.
* Aardappelen * Granen * Banaan * Vlees * Eidooier * Oesters ## Footnote Ook in peulvruchten en zonnebloempitten.
47
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B7?
Eczeem, groeistoornissen, haaruitval, constipatie ## Footnote Kan ook leiden tot leververvetting.
48
Noem voedingsbronnen van vitamine B7.
* Lecithine * Noten * Volkorenproducten * Gist * Tarwekiemen ## Footnote Het lichaam kan zelf B7 aanmaken.
49
Wat is een andere naam voor inositol?
Vitamine B7 ## Footnote Behoort tot het B-complex.
50
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B7?
Eczeem, groeistoornissen, haaruitval, oogafwijking, constipatie, leververvetting ## Footnote Deze symptomen kunnen wijzen op een tekort aan vitamine B7.
51
Noem drie voedingsbronnen van vitamine B7.
* Lecithine * Noten * Volkorenproducten
52
Wat zijn de belangrijke eigenschappen van vitamine B7?
Inositol werkt samen met choline tegen leververvetting en is goed voor de hersenfunctie ## Footnote Deze eigenschappen maken vitamine B7 cruciaal voor verschillende functies in het lichaam.
53
Bij welke aandoeningen wordt inositol vaak ingezet?
* Insulineresistentie * Metabool syndroom * PCOS * Zwangerschap(wens)
54
Wat is de aanbevolen dosering voor vitamine B7?
500-1000 mg per dag
55
Wat is biotine ook wel bekend als?
Vitamine B8, vitamine B7 of vitamine H ## Footnote Behoort ook tot het B-complex.
56
Wat is de functie van biotine?
Belangrijk voor energie uit voeding en goed functioneren van het zenuwstelsel
57
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan biotine?
Roos, haaruitval, grijs worden, hormoondisbalans, huidafwijkingen, spierpijn
58
Noem drie voedingsbronnen van biotine.
* Zuivel * Eieren * Sardines
59
Wat zijn belangrijke eigenschappen van biotine?
Wateroplosbaar
60
Wat is foliumzuur ook bekend als?
Vitamine B11 of vitamine B9 ## Footnote In Amerika en België is het ook bekend als vitamine B9.
61
Wat is de functie van foliumzuur?
Nodig voor celvorming en hersenstofwisseling
62
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan foliumzuur?
Bloedarmoede, vermoeidheid, slapeloosheid, verhoogde homocysteïne waarde, prikkelbaarheid
63
Noem drie voedingsbronnen van foliumzuur.
* Spinazie * Broccoli * Peulvruchten
64
Wat is de aanbevolen dosering voor foliumzuur?
200-3000 mcg per dag
65
Wat zijn de actieve vormen van vitamine B12?
* Adenosylcobalamine * Methylcobalamine
66
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine B12?
Pernicieuze anemie, moeheid, depressies, vergeetachtigheid, coördinatiestoornissen
67
Noem drie voedingsbronnen van vitamine B12.
* Lever * Vlees * Melk
68
Wat zijn belangrijke eigenschappen van vitamine C?
Wateroplosbaar, helpt bij collageenweefsel, immuunsysteem, vaatwanden
69
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan vitamine C?
Bloedend tandvlees, vermoeidheid, verzwakte weerstand, bloedarmoede
70
Noem drie voedingsbronnen van vitamine C.
* Citrusvruchten * Kiwi * Broccoli
71
Wat zijn de essentiële mineralen die via voeding moeten worden ingenomen?
* Calcium * Magnesium * Natrium
72
Wat is de belangrijkste functie van calcium?
Zorgt voor een gezond en stevig skelet
73
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan calcium?
Hartkloppingen, spierzwakte, vermoeidheid
74
Wat zijn de voedingsbronnen van calcium?
* Melkproducten * Groene bladgroenten * Noten
75
Wat is de functie van chroom?
Belangrijk bij opname van insuline door de cellen
76
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan chroom?
Verhoogde glucose- en cholesterolwaarden, neuropathie
77
Noem drie voedingsbronnen van chroom.
* Vlees * Volle granen * Groenten
78
Wat is de functie van ijzer?
Onderdeel van hemoglobine, ondersteunt normale groei en ontwikkeling
79
Wat zijn de gevolgen van een tekort aan ijzer?
Bloedarmoede, duizeligheid, vermoeidheid
80
Noem drie voedingsbronnen van ijzer.
* Rood vlees * Peulvruchten * Groene bladgroenten
81
Wat is de rol van ijzer in het lichaam?
Ijzer is onderdeel van de rode bloedcellen en vervoert zuurstof in het bloed naar alle weefsels in het lichaam.
82
Noem drie indicaties voor het inzetten van ijzer.
* Bloedarmoede * Kortademigheid * Vermoeidheid
83
Wat kan een gevolg zijn van ijzertekort?
Bloedarmoede, kortademigheid, vermoeidheid.
84
Wat verbetert de absorptie van ijzer?
Gebruik van vitamine C.
85
Wat is de functie van jodium in het lichaam?
Jodium is van belang bij de vorming van de schildklierhormonen thyroxine (T4) en tri-jodothyronine (T3).
86
Noem twee voedingsbronnen van jodium.
* Kelp * Zeezout
87
Wat zijn gevolgen van een tekort aan jodium?
* Hypothyreoïdie * Kropvorming (struma)
88
Wat is de rol van kalium in het lichaam?
Kalium is nodig voor spiercontractie, activiteit van het zenuwstelsel en enzymen.
89
Noem twee voedingsbronnen van kalium.
* Bananen * Groene bladgroenten
90
Wat kan een gevolg zijn van kaliumtekort?
Algehele zwakte en stijfheid.
91
Wat is de functie van magnesium?
Magnesium is betrokken bij meer dan 300 enzymatische reacties in het lichaam.
92
Noem twee voedingsbronnen van magnesium.
* Noten * Groene bladgroenten
93
Wat is een gevolg van een tekort aan magnesium?
Ooglidtrillingen, krampen.
94
Wat is de functie van selenium?
Selenium is een belangrijk enzymonderdeel van glutathion, een krachtig antioxidant.
95
Wat zijn gevolgen van een tekort aan selenium?
* Vroegtijdig verlies van weerstand * Verstoring van de werking van de hartspier
96
Noem twee voedingsbronnen van selenium.
* Lever * Mosselen
97
Wat is de rol van zink in het lichaam?
Zink helpt bij de regulatie van genexpressie en draagt bij aan de vorming van DNA.
98
Noem twee gevolgen van een tekort aan zink.
* Prostaatklachten * Haaruitval
99
Wat zijn goede voedingsbronnen van zink?
* Oesters * Rund-, lams-, varkensvlees
100
Wat zijn complexpreparaten?
Complexpreparaten zijn uitgebalanceerde combinaties van vitaminen, mineralen, vetzuren of aminozuren.
101
Wat is een goede eigenschap van een multivitaminecomplex?
Een zo hoog mogelijk biologische beschikbaarheid.
102
Wat beïnvloedt het circadiaans ritme?
* Zonlicht * Klimaat * Sociale omgeving
103
Wat zijn BCAA's?
BCAA's zijn drie essentiële aminozuren die nodig zijn voor de groei en behoud van spierweefsel.
104
Noem de drie aminozuren die BCAA's vormen.
* Valine * Isoleucine * Leucine
105
Wat is de functie van glutamine?
Glutamine is een aminozuur dat belangrijk is voor de gezondheid van het immuunsysteem.
106
Wat is de functie van leucine in het lichaam?
Leucine wordt gebruikt voor de vorming van plasma en -weefseleiwit. Het stimuleert de spiereiwitsynthese en helpt spierafbraak te voorkomen.
107
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan leucine?
* Bonen * Volkorenrijst * Geitenmelk * Asperges * Eigeel * Kikkererwten * Linzen * Soja * Rauwe zalm * Varkensvlees * Rauw rundvlees * Garnalen * Noten
108
Wat is glutamine en waarom is het belangrijk?
Glutamine is een semi-essentieel aminozuur dat het meest voorkomt in het lichaam en belangrijk is voor het verstevigen van de darmen.
109
Welke voedingsbronnen bevatten glutamine?
* Zuivel * Rundvlees * Lever * Kool * Avocado * Bottenbouillon * Wei
110
Wat zijn de belangrijke eigenschappen van glutamine?
* Essentieel voor het opbouwen van de darmwand * Belangrijke bouwstof voor glutathion
111
Wat zijn de indicaties voor het inzetten van glutamine?
* Lekkende darm * Wondgenezing * Spieropbouw
112
Wat is tyrosine en uit welk aminozuur wordt het aangemaakt?
Tyrosine kan worden aangemaakt uit het aminozuur fenylalanine.
113
Wat zijn de belangrijke functies van tyrosine?
* Omzetting van schildklier- en bijnierschorshormonen * Synthese van neurotransmitters zoals dopamine, adrenaline en noradrenaline
114
Welke voedingsmiddelen zijn rijk aan tyrosine?
* Hazelnoten * Amandelen * Haver * Kaas * Vlees * Vis
115
Wat zijn de indicaties voor het inzetten van tyrosine?
* Cognitieve prestaties * Slaapgebrek * Geheugen * Schildklierproblemen * Stress
116
Wat is het effect van lysine op virussen?
Lysine heeft een remmende werking op de groei van virussen, terwijl arganine de vermenigvuldiging van virussen zoals herpes stimuleert.
117
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan lysine?
* Vlees * Melk * Kaas * Vis * Gierst * Avocado
118
Wat zijn de belangrijke eigenschappen van lysine?
* Verbetert het immuunsysteem
119
Wat zijn de indicaties voor lysine?
* Virale infecties * Koortslip * Gordelroos * Herpes
120
Wat zijn de belangrijke eigenschappen van arganine?
* Speelt een rol in de ureumcyclus * Stimuleert de afgifte van insuline
121
Wat zijn de indicaties voor arganine?
* Ondersteunen van een sterk immuunsysteem * Ondersteunen van een sterke lever
122
Wat is tryptofaan en welke neurotransmitter is het belangrijk voor?
Tryptofaan is een essentieel aminozuur dat de basis vormt voor serotonine.
123
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan tryptofaan?
* Noten (cashew/para) * Tempé * Pompoenpitten * Sesamzaad * Haver * Banaan * Vis (tonijn) * Sojabonen * Kalkoen * Eieren
124
Wat zijn de indicaties voor het inzetten van tryptofaan?
* Depressie * Pijn * Slaapproblemen * Vermoeidheid * Migraine
125
Wat zijn de belangrijke eigenschappen van methionine?
* Belangrijkste leverancier van organisch zwavel * Essentieel aminozuur
126
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan methionine?
* Vlees * Gevogelte * Vis * Zuivelproducten
127
Wat is cysteïne en wanneer is het belangrijk?
Cysteïne is in principe niet essentieel, maar wel belangrijk voor kinderen en ouderen.
128
Wat is taurine en waar komt het veel voor?
Taurine is een zwavelhoudend aminozuurachtige stof die veel voorkomt in de retina.
129
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan taurine?
* Vlees * Vis
130
Wat is de functie van carnitine in het lichaam?
Carnitine transporteert langere vetzuren naar het mitochondrion voor oxidatie en energieproductie.
131
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan carnitine?
* Vlees (lams, rund, varken) * Zuivel * Eieren
132
Wat is glutathion en waarvoor wordt het gebruikt?
Glutathion is een belangrijke lichaamseigen stof voor detoxificatie en antioxidatie.
133
Welke voedingsbronnen zijn rijk aan glutathion?
* Avocado * Walnoten * Verse groenten (zoals asperges, broccoli, wortel) * Fruit * Vis- en vleesproducten
134
Wat zijn de indicaties voor het inzetten van glutathion?
* Langdurige chronische ziekte * Toxische belasting * Versterken van het immuunsysteem