Blok 4 (laatste) Flashcards

1
Q

Debat

A

Aan regels gebonden discussie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Overeenkomsten

A

Iets waardoor iets lijkt op iets ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voordeel

A

Iets wat gunstig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Argument

A

een aangevoerde reden of een feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geneigd zijn tot

A

Het gevoel hebben iets te willen of iets te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fictief

A

Niet echt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Introduceren

A

Voorstellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onpartijdig

A

onder één persoon of één groep te bevoordelen boven andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oefening baart kunst

A

Door veel te oefenen verbeteren de presentaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Emotie

A

Gevoel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Frustratie

A

Hevige irritatie omdat iets je niet lukt of omdat je iets niet krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Essentieel

A

Iets dat onmisbaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Variant

A

Iets dat in vorm afwijkt van de gewone vorm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly