Bloedtransfusie Flashcards
Acceptor/ontvanger
Persoon die het bloed ontvangt
Antigeen (BT)
Eiwit op het celmembraan van de erytrocyt/RBC
Antihistaminicum
GM dat allergische reacties onderdrukt door lichaamseigen histamine te blokkeren
Antistof (BT)
Eiwitten die worden geproduceerd als reactie op antigenen
Autotransfusie/autologe transfusie
Transfusie waarbij donor en acceptor dezelfde persoon zijn
Donor
Persoon die het bloed geeft
Hemo-
Voorvoegsel ‘bloed’
Heterotransfusie
Transfusie waarbij donor en acceptor verschillende personen zijn
Incompatibiliteit
Onverenigbaarheid
Icterus
Geelzucht
Intravasculair/intraveneus
In de bloedvaten
Kruisproef
Vermengen van RBC van de donor en serum van de ontvanger om te zien of er agglutinatie optreedt.
Plasmaferese
Plasma afnemen en de cellen teruggeven.
Transfusie
Inbrengen van bloed of bloedderivaten van de donor in de bloedbaan van de ontvanger
Urticaria
Netelroos
NIBP
Non invasive blood pressure