Blaaskatheterisatie Flashcards

1
Q

Antibiogram

A

Welke Ab gebruikt kunnen worden als behandeling voor een bepaald micro-organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antibioticaprofylaxe

A

Preventief toedienen van Ab om een infectie te vermijden, meestal beperkte hoeveelheid, bv 1 dosis of max 24u.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bladderscan

A

Toestel om blaasvolume te meten, bv ook post-mictioneel residu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PMR

A

Post-mictioneel residu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cytotoxisch

A

Toxisch/schadelijk voor de cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Foleykatheter

A

Ballonkatheter
= flexibele verblijfskatheter met 2 lumina: een om urine af te voeren en een om de ballon te vullen met Aqua.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hematurie

A

BBloed in de urine, macroscopisch - rode urine of microscopisch - normale urinekleur, maar microscopisch wel RBC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Katheterisatie

A

Inbrengen van een steriele katheter in een bloedvat of een lichaamsholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meatus

A

Uitmonding van de urethra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mictie

A

Urinelozing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Opstijgende UWI

A

Als bacteriën uit de blaas ook in de hogere urinewegen een infectie veroorzaken. Dit kan nierbekkenontsteking veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pyelonefritis

A

Nierbekkenontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Prostaathypertrofie

A

Een vergrote prostaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Tiemannkatheter

A

Katheter met een licht gebogen tip die het katheteriseren kan vergemakkelijken bij prostaathypertrofie of een steile blaashals –> door uroloog of urologieverpleegkundige inbrengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ureter

A

Kanaal van nierbekken tot de blaas (25-35cm)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Urethra

A

Kanaal waardoor de urine uit de blaas naar buiten stroomt.
= plasbuis = urinebuis

17
Q

Urogenitaal stelsel

A

De organen van het urine- en voortplantingsstelsel

18
Q

Verblijfskatheter

A

Een katheter die langere tijd ter plaatse blijft (<-> eenmalige blaaskatheterisatie)

19
Q

Neurogene blaas

A

Niet goed werkende blaas door beschadigd (gedeelte) zenuwstelsel

20
Q

No touch principe

A

Steriel inbrengen zonder steriele handschoenen

21
Q

Blaastapotage

A

Ledigen van de blaas door tapotage = klopmassage