bloc 7 Flashcards
errer
zwerven
guérir
genezen
zwellen
enfler
zwerven
errer
enfler
zwellen
lezen
lire
scheren
raser
zenden
envoyer
weten
savoir
bergen
ranger, abriter
raser
scheren
savoir
weten
gelden
valoir
rijden
rouler, aller (véhicule)
louer, vanter
prijzen
valoir
gelden
bakken
cuire
pouvoir
vermogen
ranger, abriter
bergen
nemen
prendre
vliegen
voler (air)
houden
tenir
voler (air)
vliegen
mogen
pouvoir (permission)
cuire
bakken
voir
zien
brasser
brouwen
zien
voir
genezen
guérir
lire
lezen
wegen
peser
peser
wegen
prendre
nemen
donner
geven
luire
glimmen
vermogen
pouvoir
rouler, aller (véhicule)
rijden
wassen
laver
pouvoir (permission)
mogen
stijven
amidonner
zullen
‘auxilliaire’
laver
wassen
tenir
houden
glimmen
luire
geven
donner
prijzen
louer, vanter
envoyer
zenden
brouwen
brasser
amidonner
stijven
‘auxilliaire’
zullen