Biotech vragen Flashcards

1
Q

Geef de structuur van DNA aan.

A

Een dubbele helix van twee lange ketens (polymeren) van nucleotiden. Die nucleotiden bestaan uit een ribose-suiker en een nucleobase en zijn aan elkaar gekoppeld met fosfaten als een soort ketting. De ketting heeft een richting. De twee ketens blijven bij elkaar door waterstofbruggen, lopen in tegenovergestelde richting en vormen samen een helix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Benoem de vier kleuren waarin de biotechnologie wordt ingedeeld, en geef tevens hierbij aan wat het toepassingsgebied is.

A

Groen -agrarische toepassingen
wit – (petro)chemische toepassingen, fermentatie technologie
rood – medisch
blauw - milieu sector (zuiveren van water, lucht of bodem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen de klassieke en moderne biotechnologie?

A

Met de moderne biotechnologie maakt men selectie of aanpassing van bacteriën, planten en dieren door in te grijpen op het DNA-niveau of door processen te sturen. In de klassieke biotechnologie wordt het DNA niet veranderd maar worden levende organismen (onveranderd) gebruikt om producten te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef minimaal drie producten die gemaakt worden door gebruik te maken van klassieke en moderne biotechnologie.

A

Klassiek: brood, bier en tofu; chocola; enz. Modern: FlavRSavR-tomaat, Golden Rice, en insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de definitie van biotechnologie.

A

Biotechnologie is het produceren van bruikbare stoffen door gebruik te maken van levende organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem zes deelgebieden van wetenschap waaruit biotechnologie bestaat.

A

Moleculaire biologie, Genetica, Celbiologie, Microbiologie, Biochemie, Genetic engineering, Procestechnologie, Proteïn engineering en Bio-informatica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf in het kort het proces van bier brouwen en wijn maken.

A

Suikers (uit druiven of via vermouting vrijgemaakt uit het zetmeel van granen) met de gist Saccharomyces cerevisiea omzetten tot ethanol en CO2. Bij wijn verdwijnt de CO2, bij bier blijft het in de drank zodat het bruist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt verstaan onder een fermentatieproces?

A

Het omzetten van biologische materialen met behulp van bacteriën, gisten of schimmels in afwezigheid van zuurstof (anaeroob).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar vinden de processen glycolyse cytosol, De citroenzuurcyclus/krebscyclus/tricarbonzuurcyclus (TCA-cyclus) en de elektronentransportketen mitochondrium plaats in de cel?

A

glycolyse: cytoplasma
TCA: mitochondrium
elektronentransportketen mitochondrium: mitochondrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Biobrandstoffen zijn producten uit de sector

A

witte sector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een Fed-batch culture?

A

Kweekmethode waarbij meerdere malen voedingsstoffen worden aangeboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar vindt de glycolyse in de cel plaats

A

cytoplasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een gen?

A

Een stuk DNA dat codeert voor een eiwit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is recombinant-DNA technologie?

A

De technologie van het knippen in DNA, het toevoegen of weghalen van stukjes DNA en daarmee dus de genetische code van een organisme te veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een restrictie-enzym? Een enzym dat DNA (open) kan knippen.

A

Restrictie-enzymen doen dat op specifiek plekken in het DNA waar een specifieke serie nucleotide zit (ze herkennen een bepaalde volgorde nucleotiden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een plasmide?

A

Een cirkelvorming stukje DNA dat los in het cytoplasma zweeft. Alleen bij bacteriën.

17
Q

Hoe werkt gentherapie, wat zijn de vereisten voor het goed laten verlopen van deze therapie.

A

Het idee erachter is dat bij een ziekte die veroorzaakt wordt door een ‘beschadigd’ gen je DNA in cel kan brengen met een goed functionerend gen en dat je daarmee het defect repareert. De eisen zijn dat je eerst het gen moet vinden bij specifieke ziekte, dan kloneren van dat gen, een geschikte vector om gen in de cel te brengen vinden, target cellen identificeren, target cellen bereiken met vector, ingebrachte gen stabiel in het DNA van de cel integreren en het ingebrachte gen stabiel tot expressie brengen.

18
Q

Hoe worden verschillende biobrandstoffen geproduceerd?

A

bio-ethanol (vergisten suiker uit mais: fermentatie); biodiesel (olie uit koolzaad, algen); bio-gas (vergisten organisch afval: fermentatie)

19
Q

Hoe wordt fosfaat uit het afvalwater gezuiverd?

A

Dat kan chemisch of biologisch. Chemisch is duur en niet gewenst voor het milieu.: Chemisch: FeCl3 + Na3PO4 > 3NaCl + FePO4; FePO4 slaat neer in bezinktank en kan verwijderd worden.
Biologisch: fosfaat kan worden opgenomen door actief slib bestaande uit fosfaat accumulerende bacteriën (PAO), fosfaat wordt opgeslagen als polyfosfaat.

20
Q

Wat houdt de-nitrificatie in?

A

Het omzetten van nitraat (ionen) naar stikstofgas. Dit is een proces dat wordt uitgevoerd door anaerobe bacteriën.

21
Q

Wat wordt er verstaan onder het centrale dogma?

A

de vorming van eiwitten uit DNA via RNA

22
Q

Welk gedeelte van een plasmide/vector wordt gebruikt voor selectie op een groeimedium?

A

antibioticaresistentiegen

23
Q

Geef het nut van planten aan.

A

Ze staan aan het begin van de voedselketen: ze produceren voedsel (door fotosynthese) en zuurstof. Zonder planten voor ons geen leven. Ze geven ons bescherming, medicijnen en gemak/plezier. Oh, en ze staan leuk in de huiskamer.

24
Q

Leg klassieke veredeling uit en geef voorbeelden.

A

Planten met gewenste eigenschappen met elkaar kruisen en steeds de nakomelingen die aan de eisen voldoen selecteren om door te kweken of te kruisen. Zo is uit wilde kool o.a. bloemkool, broccoli en rode kool gekweekt.

25
Q

Noem de vijf belangrijkste voedselgewassen, en geef de kenmerken van dit voedsel aan.

A

Tarwe, soja, mais, rijst en aardappel. Zetmeelrijk uit knollen en/of zaden, geeft ons energierijk voedsel. Het grootste deel van onze calorie-intake komt uit deze gewassen.

26
Q

Wat is Golden Rice, en welk metabolisme is aangepast?

A

Rijst waarin de genen van het beta-caroteen pathway zijn ingebouwd. Deze rijst heeft dus extra veel vitamine A in zijn korrels (en is daardoor ook goudgeel).

27
Q

Hoe komt het dat een Round-Up resistente plant resistent is tegen dit bestrijdingsmiddel?

A

Roundup is een herbicide (onkruidverdelger) en remt een belangrijk planten-enzym in de aminozuur biosynthese: EPSP synthase. Planten gaan dood zonder aminozuren. Een plant met een resistente EPSP-synthase zal behandeling met Roundup overleven.

28
Q

Gouden rijst heeft genen extra ingebouwd gekregen door gebruik te maken van genetische modificatie. Uit welke plant komen genen die voor de productie van Gouden rijst heeft gezorgd? Voor welk eiwit coderen deze genen uiteindelijk?

A

Narcis (slide 27) de genen coderen voor de enzymen van het beta-caroteen pathway

29
Q

Wat is het juiste antwoord?

Stelling 1: planten kunnen worden gebruikt om medicijnen te produceren

Stelling 2: Bacillus thuringiensis is een chemisch bestrijdingsmiddel

A

Alleen 1 is juist

30
Q

Wat is een paarse tomaat, en waarom is deze gezonder voor de mens?

A

Een tomaat met extra veel anthocyanen erin, die gecodeerd worden door een gen dat oorspronkelijk uit een leeuwenbekje komt. Anthocyanen werken als anti-oxidanten en zouden dus kanker kunnen helpen voorkomen.

31
Q

In “Belgische” populieren is een gen uitgeschakeld om te zorgen dat deze bomen een hoger percentage bio-ethanol vormen na vergisting. Welk gen is dat, en wat voor een invloed heeft deze manipulatie op de vorming van lignine?

A

Het CCR-gen is uitgeschakeld. Daardoor wordt er minder tot geen lignine geproduceerd in de bomen en is hun hout makkelijker te vergisten tot biobrandstof. Lignine (houtstof) is namelijk moeilijk te vergisten (moeilijk af te breken)