biologie thema 9 basisstof 1 en 2 Flashcards

1
Q

opperhuid

A

dunne laag aaneengesloten cellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat ligt er op de opperhuid? + opperhuid en … beschermen tegen?

A

waslaagje, beschermd tegen waterverlies en ziekteverwekkers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat ligt er tussen de cellen van de opperhuid? + Wat doet dit?

A

huidmondjes, plant kan hierdoor gassen opnemen en afstoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bestaat het grootste deel van een blad uit? en wat kan hieruit plaatsvinden?

A

weefsel met bladgroenkorrels, in die bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat loopt er door de weefsel met bladgroenkorrels? en wat doen ze?

A

vaatbundels (lange, dunne buisjes), deze vervoeren water en opgeloste stoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat bevat wel bladgroenkorrels en wat niet?

A

opperhuid en vaatbundels wel en huidmondjes niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

formule fotosynthese

A

lichtenergie + koolstofdioxide + water = zuurstof en glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nerven

A

vervoeren water naar alle delen van de bladeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

opperhuid en weefsel krijgen stevigheid door?

A

het vocht in de vacuole van cellen (turgor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat gebeurd er als het vocht in de vacuole het celmembraan drukt tegen de celwand?

A

de celwand kan niet uitrekken en duwt terug.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurd er als een plant uitdroogt?

A

dan verdwijnt het water uit de vacuolen van de cellen. De druk van de cel tegen de celwand neemt dan ook af. Opperhuid en weefsel met bladgroenkorrels verliezen hun stevigheid . De plant gaat slaphangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is er als de huidmondjes gesloten zijn?

A

Dan kan de plant geen koolstofdioxide opnemen en vindt er dus ook geen fotosynthese plaats.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

sluitcellen

A

ze nemen water op, als ze dat doen worden de vacuolen van de sluitcellen groter. De stevigheid van de sluitcellen neemt heirdoor toe en de cellen veranderen van vorm. Opening van sluitcellen wordt dan groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vervoeren stengels? + wat kan er worden opgeslagen in stengels?

A

Ze vervoeren water en onopgeloste stoffen van wortels naar de bladeren en omgekeerd. + reserve voedsel kan in stengels worden opgeslagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke 2 type vaten heb je?

A

houtvaten en bastvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

houtvaten + waar het ligt + levende of dode cellen?

A

vervoeren water en mineralen van de wortels via de stengels naar de bladeren en knoppen + ligt aan de binnenkant in stengels + bestaat uit boven elkaar liggende dode cellen

17
Q

bastvaten + waar het ligt + levende op dode cellen?

A

vervoeren water en energierijke stoffen, vooral suiker, van de bladeren naar alle delen van de plant. + ligt aan de buitenkant in stengels + bestaan uit boven elkaar liggende levende cellen.

18
Q

wat geven cellulose en houtstof?

A

stevigheid aan de houtvaten

19
Q

kruidachtige planten

A

als de plant geen of weinig hout heeft in hun stengels

20
Q

houtachtige planten

A

stevige stengels met veel houtstof